Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de vennootschap onder firma[gedaagde sub 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[gedaagde sub 2], handelend in zijn hoedanigheid als vennoot van gedaagde sub 1 alsmede handelend pro se,
wonend te [woonplaats 2] ,
[gedaagde sub 3], handelend in haar hoedanigheid als vennoot van gedaagde sub 1 alsmede handelend pro se,
wonend te [woonplaats 2] ,
[gedaagde sub 4], handelend in haar hoedanigheid als vennoot van gedaagde sub 1 alsmede handelend pro se,
wonend te [woonplaats 3] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 november 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de ten behoeve van de mondelinge behandeling door [eiseres] ingediende productie 17
- het proces-verbaal van bezichtiging en mondelinge behandeling op 15 april 2021.