ECLI:NL:RBLIM:2021:6278

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
8862814 CV EXPL 20-5548
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake koopovereenkomst auto onder opschortende voorwaarde van financiering met afwijzing van vordering tot betaling annuleringskosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Automotive Totaal B.V. en een gedaagde partij over een koopovereenkomst voor een Volkswagen Golf 1.6. De koopovereenkomst was onder opschortende voorwaarde van financiering gesloten. Automotive Totaal vorderde betaling van annuleringskosten, omdat de gedaagde partij de koopovereenkomst had geannuleerd. De gedaagde partij stelde dat er geen definitieve koopovereenkomst tot stand was gekomen, omdat de financiering niet was goedgekeurd en de algemene voorwaarden niet waren overhandigd.

De kantonrechter oordeelde dat er wel degelijk een onvoorwaardelijke koopovereenkomst tot stand was gekomen op 5 augustus 2020, omdat de gedaagde partij niet had gereageerd op de offerte van de financieringsmaatschappij en de annulering van de koopovereenkomst na de goedkeuring van de financiering was gedaan. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij niet in verzuim was, omdat de algemene voorwaarden niet van toepassing waren op de overeenkomst. De vordering van Automotive Totaal tot betaling van annuleringskosten werd afgewezen, en Automotive Totaal werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.

Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en het tijdig overhandigen van algemene voorwaarden bij het sluiten van koopovereenkomsten, vooral wanneer deze onder opschortende voorwaarden zijn gesloten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8862814 CV EXPL 20-5548
Vonnis van de kantonrechter van 4 augustus 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOMOTIVE TOTAAL B.V.,
gevestigd te Tegelen,
eisende partij,
gemachtigde mr. M.L.A. van Hurne,
tegen
[gedaagde partij],
wonend aan de [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde haar vader [naam] .
Partijen zullen hierna Automotive Totaal en [gedaagde partij] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de rolbeslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
  • de mondelinge behandeling gehouden op 19 maart 2021, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen [gedaagde partij] , als koper, en Automotive Totaal, als professionele autoverkoper, is op 3 augustus 2020 een overeenkomst (hierna: de koopovereenkomst) gesloten met betrekking tot een Volkswagen Golf 1.6. De koopprijs bedraagt € 4.499,00. De koopovereenkomst is schriftelijk vastgelegd. Daarop staat vermeld:

mits financiering akkoord
2.2.
Automotive Totaal hanteert de Algemene Voorwaarden Automotive Totaal BV koop/reparatie & onderhoud (hierna: de algemene voorwaarden). In artikel 8, derde lid, is een bepaling opgenomen over het annuleren van de koopovereenkomst en de schade:
3. De consument moet de schade vanwege het annuleren vergoeden. Deze schade is vastgesteld op 1/3 deel van de totale koopprijs van de auto, wanneer er binnen 24 uur wordt geannuleerd. Bij annulering na 24 uur brengen wij 2/3 deel van de koopprijs in rekening.
2.3.
De financiering is – via Automotive Totaal – aangevraagd bij DMF Krediet.
2.4.
DMF Krediet heeft Automotive Totaal op 4 en 5 augustus 2020 bericht dat een voorlopige aanbieding respectievelijk een offerte is toegezonden aan [gedaagde partij] . [gedaagde partij] heeft de offerte van DMF Krediet niet ondertekend retour gezonden.
2.5.
Bij e-mailbericht van 6 augustus 2020, in de avond, bericht [gedaagde partij] :
Naar aanleiding van mijn bezoek aan u en mijn interesse in de door u aangeboden Golf 1.6 deel ik u mede dat ik niet kan overgaan tot koop.
Ik hoop in een later stadium “weer in de markt” te zijn voor de aanschaf van een auto.
2.6.
Automotive Totaal reageert hierop dezelfde dag nog:
We kunnen helaas de koop niet meer terugdraaien.
Na de goedkeuring van de financieringsmaatschappij is zoals beloofd meteen het traject ingezet met betrekking tot het rijklaar maken. (…)
Annuleren kan, maar daar de auto technisch al klaar staat bedragen de annuleringskosten 2/3 van de aankoopsom.
2.7.
Op 8 augustus 2020 heeft Automotive Totaal [gedaagde partij] een factuur ter zake van annulering gestuurd ter hoogte van 2/3 van de koopprijs, zijnde € 2.999,33. [gedaagde partij] heeft de factuur, ook na aanmaning, niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Automotive Totaal vordert, samengevat, [gedaagde partij] te veroordelen om aan Automotive Totaal te betalen € 3.435,57, te vermeerderen met wettelijke rente over € 2.999,33, met veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten met rente.
3.2.
Automotive Totaal legt daaraan ten grondslag dat tussen partijen een koopovereenkomst onder voorbehoud van financiering tot stand is gekomen, dat DMF Krediet akkoord was met de financiering (waarmee een onvoorwaardelijke koopovereenkomst tot stand is gekomen), dat de algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst en dat [gedaagde partij] haar verplichting uit hoofde van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van 2/3 van de koopprijs niet is nagekomen. Daarom is [gedaagde partij] volgens Automotive Totaal in verzuim komen te verkeren en naast de gefixeerde schadevergoeding tevens rente en kosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer. Zij stelt ten eerste dat er alleen een aanbod lag – een “voorlopige koopovereenkomst” – welke zij niet heeft geaccepteerd. Zij heeft immers de offerte niet ondertekend, althans met de ingebrachte e-mailberichten staat niet vast dat DMF Krediet akkoord was. Zo al moet worden aangenomen dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen, dan voert [gedaagde partij] aan dat zij de algemene voorwaarden niet heeft ontvangen en dat deze ook niet op de website van Automotive Totaal zijn terug te vinden. [gedaagde partij] betwist tot slot de hoogte van de gevorderde schade.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter leidt uit het gestelde en de stukken af dat een overeenkomst onder opschortende voorwaarde van financiering is gesloten (art. 6:22 BW). Slechts indien de “financiering akkoord” was, zou [gedaagde partij] hoeven af te nemen. Dit betekent onder meer dat de stelplicht, en zo nodig bewijslast, van het in vervulling gaan van de voor het definitief worden van de overeenkomst noodzakelijke voorwaarde bij Automotive Totaal rust.
4.1.1.
Partijen verschillen ten eerste van mening over de uitleg van die voorwaarde. Hiervoor dient aansluiting te worden gezocht bij zowel de tekst als de bedoeling van partijen destijds. Volgens de letterlijke tekst van de overeenkomst is bepalend het moment dat DMF Krediet akkoord was, zoals Automotive Totaal ook stelt. Daarbij schrijft Automotive Totaal in haar e-mailberichten jegens [gedaagde partij] “
na de goedkeuring van de financieringsmaatschappij is zoals beloofd, meteen het traject ingezet met betrekking tot het rijklaar maken” en “
Er is herhaaldelijk gevraagd of u de auto wilde hebben, wanneer de financiering ook daadwerkelijk akkoord zou zijn”. [gedaagde partij] voert aan dat bepalend is het moment waarop daadwerkelijk een financiering tot stand is gekomen (en zij aldus daartoe haar medewerking heeft verleend c.q. haar handtekening heeft gezet), maar dit vindt geen steun in de stukken en is ook anderszins niet onderbouwd. Dit verweer treft daarmee geen doel.
4.1.2.
Partijen verschillen vervolgens van mening of aan de voorwaarde is voldaan. Uit de door Automotive Totaal ingebrachte, en onweersproken gebleven e-mailberichten van 4, 5, 12 en 19 augustus 2020 afkomstig van DMF Krediet en gericht aan Automotive Totaal was hieraan op 5 augustus 2020 voldaan. Uit die berichten is immers op te maken dat die dag een offerte was verzonden aan [gedaagde partij] en dat [gedaagde partij] alleen nog haar handtekening hoefde te zetten. DMF Krediet was akkoord maar [gedaagde partij] was niet bereikbaar.
4.1.3.
Overigens, zelfs indien de kantonrechter in het voordeel van [gedaagde partij] aanneemt dat partijen bedoeld hebben het moment waarop de financiering daadwerkelijk tot stand zou komen, kan dit [gedaagde partij] niet baten. De partij die bij de vervulling van de voorwaarde een belang heeft, mag de vervulling immers niet beletten (art. 6:23 BW). Doet zij dit toch, dan geldt de voorwaarde als vervuld, indien redelijkheid en billijkheid dit verlangen. Gelet op het schrijven van [gedaagde partij] van 6 augustus 2020 had [gedaagde partij] simpelweg geen interesse meer in de auto. Uit dit schrijven is niet op te maken, en dit is nadien ook niet gesteld, dat (de inhoud van) de offerte hierbij enige rol heeft gespeeld. In al deze omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding om te oordelen dat de voorwaarde is vervuld. Voor zover [gedaagde partij] zich dit niet heeft gerealiseerd – niettegenstaande het feit dat zij de overeenkomst heeft ondertekend – kan ook dit haar niet baten. Zo is gesteld noch gebleken dat zijdens Automotive Totaal aan haar mededelingen zijn gedaan waaruit zij anderszins mocht begrijpen.
4.1.4.
Er is kortom op 5 augustus 2020 een onvoorwaardelijke koopovereenkomst tot stand gekomen. Vaststaat dat de overeenkomst 6 augustus 2020 (en na 24 uur als bedoeld in de algemene voorwaarden) is geannuleerd.
4.2.
Aan de voorwaarde voor verschuldigdheid van de gevorderde 2/3 van de koopprijs is dus voldaan. De vraag is dan wel of de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst. [gedaagde partij] stelt immers van begin af aan uitdrukkelijk dat zij deze niet kent en dat deze niet voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst aan haar ter hand zijn gesteld. [gedaagde partij] onderbouwt haar betwisting met de e-mailwisseling van 8 augustus 2020, waarin zijdens Automotive Totaal gereageerd wordt op haar gestelde onbekendheid met de algemene voorwaarden: “
De algemene voorwaarden had u vanzelfsprekend mogen opvragen.” [gedaagde partij] heeft voorts betwist dat op camerabeelden anders te zien zou zijn en de opgevoerde getuigen anders zouden kunnen verklaren. Op de mondelinge behandeling heeft Automotive Totaal slechts herhaald dat de algemene voorwaarden zijn overhandigd. Nu Automotive Totaal heeft nagelaten dit te onderbouwen (terwijl er volgens haar bewijs voorhanden is (camerabeelden), dat naar het oordeel van de kantonrechter ingebracht had kunnen, en dus moeten, worden), nergens uit blijkt dat de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld (sterker: de hiervoor geciteerde passage impliceert dat dit niet is gebeurd), en in de koopovereenkomst niet naar algemene voorwaarden wordt verwezen, kan niet worden aangenomen dat [gedaagde partij] de geldigheid heeft aanvaard. Gelet op voorgaande wordt aan het bewijsaanbod niet toegekomen. De kantonrechter is derhalve van oordeel dat de algemene voorwaarden geen onderdeel uitmaken van de koopovereenkomst. [gedaagde partij] is op basis van de koopovereenkomst dus geen 2/3 van de koopprijs verschuldigd, zodat zij gerechtigd was de factuur onbetaald te laten en dus niet in verzuim is komen te verkeren. Dit betekent dat ook de vordering tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen.
4.3.
Automotive Totaal zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagde partij] worden begroot op € 30,00 voor het verschijnen op de rechtbank.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Automotive Totaal in de proceskosten van [gedaagde partij] tot vandaag begroot op € 30,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.
NIv