Op 13 augustus 2021 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, een bedrijf uit Sofia (Bulgarije), beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig verstrekken van een btw-identificatienummer door de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de Nederlandse wetgever geen specifieke voorschriften heeft opgesteld voor de toekenning of afwijzing van een btw-identificatienummer, waardoor er geen bevoegd bestuursorgaan is aangewezen. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat besluiten over de toekenning of afwijzing van een btw-identificatienummer als besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb worden beschouwd, maar dat rechtsbescherming tegen dergelijke besluiten alleen kan worden geboden door de burgerlijke rechter.
Hierdoor concludeert de rechtbank dat zij onbevoegd is om te oordelen over het beroep van eiseres. De rechtbank wijst erop dat er geen griffierecht wordt geheven als de bestuursrechter onbevoegd is en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld.