ECLI:NL:RBLIM:2021:7027

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
14 september 2021
Zaaknummer
03.259768.20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woningoverval met geweld in Sittard

Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met twee anderen een woningoverval heeft gepleegd. De overval vond plaats in de nacht van 4 juli 2019 in Sittard, waarbij de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], onder bedreiging en geweld hun geld zijn afgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn medeverdachten, de slachtoffers met geweld heeft bedreigd en hen heeft vastgebonden met tiewraps. Slachtoffer [slachtoffer 2] heeft letsel opgelopen door de klappen die zij heeft gekregen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.B.E. van Kan, en heeft tijdens de zitting op 31 augustus 2021 ontkend betrokken te zijn geweest bij de overval. De officier van justitie heeft echter voldoende bewijs gepresenteerd, waaronder DNA-sporen op een handschoen die in de buurt van de woning is gevonden, camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan diefstal met geweld en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de omstandigheden waaronder de overval heeft plaatsgevonden. De in beslag genomen handschoenen zijn verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03.259768.20
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1984,
thans gedetineerd in P.I. Sittard te Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.B.E. van Kan, advocaat kantoorhoudende te Beek.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 augustus 2021. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte in de nacht van 4 juli 2019, samen met een ander of anderen, uit de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] 150 euro heeft gestolen, waarbij gedreigd is met geweld en geweld is gebruikt tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kan bewezen worden dat de verdachte met twee anderen 's nachts in een woning een diefstal met geweld en bedreiging met geweld heeft gepleegd. De officier van justitie heeft daarbij gewezen op de aangifte van [slachtoffer 2] , de verklaringen van getuigen [naam 1] en [naam 2] , de bevindingen van de verbalisanten ter plaatse, de camerabeelden en het van verdachte aangetroffen DNA op de handschoen die in de omgeving van de woning is gevonden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, omdat enige betrokkenheid van de verdachte bij de woningoverval niet kan worden vastgesteld. Er zijn geen technische sporen of getuigenverklaringen die de verdachte in of bij de woning plaatsen. De verdachte is weliswaar te zien op camerabeelden van stadstoezicht, maar noch verdachte, noch de andere man die te zien is op de beelden voldoet aan de door de getuigen gegeven signalementen.
Ook het aangetroffen DNA van de verdachte op een in de omgeving aangetroffen handschoen is onvoldoende om betrokkenheid van de verdachte bij de woningoverval vast te stellen, nu die handschoen niet past bij de aangetroffen handschoensporen in de woning. Bovendien is op de doorgeknipte kabelbinders die in de woning zijn aangetroffen DNA van drie onbekend gebleven personen (en dus niet van verdachte) gevonden. Er is derhalve een alternatief scenario mogelijk. Dat alternatieve scenario heeft de verdachte gegeven: hij heeft die nacht met [medeverdachte 1] in Sittard een katalysator gestolen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 2] heeft, mede namens haar man [slachtoffer 1] , aangifte gedaan van diefstal met geweld op 4 juli 2019 uit hun woning aan de [adres 1] te Sittard, gemeente Sittard-Geleen. Zij werd die dag rond 04:50 uur wakker, doordat haar man (die vanwege een hersenbloeding niet kan praten) haar aanstootte. Ze zag twee mannen voor haar staan en zag één man bij de deur van de slaapkamer staan. De mannen zeiden "Ruhe, Ruhe". Een van de mannen heeft eerst haar handen en daarna de handen van haar man met tiewraps vastgemaakt. De mannen hadden iets voor hun mond en één man had een pet op. Ze werd met een knuppel geslagen en met de vuist op haar lip en op haar oog geslagen. De mannen riepen "mee, mee, mee" en trokken haar uit bed. Ze is tree voor tree de trap af getrokken. De mannen riepen "geld, geld, geld". Ze moest beneden op de grond van de woonkamer gaan zitten. Een van de mannen zei "blijf daar zitten, anders steek ik je neer". Dit werd door de mannen allemaal in de Duitse taal tegen haar gezegd. Ze werd nog een aantal keren geslagen tegen de achterkant van haar hoofd en schouders en haar hoofd werd naar beneden geduwd. Het heeft zeker vijf minuten geduurd, tot ze niets meer hoorde. De mannen spraken telkens gebrekkig Duits tegen haar, maar spraken onderling een andere taal. Op een stoel in de slaapkamer stond haar blauwe handtas, met daarin een beurs. Die beurs lag naderhand op de bank in de woonkamer. Daar is 150 euro uit gehaald. [2] Slachtoffer [slachtoffer 2] had bloeduitstortingen op diverse plekken in haar gezicht, op beide armen en op haar rug. Daarnaast had ze schaafwonden op beide armen en polsen. [3]
Verbalisant [naam 3] was om 05:14 uur ter plaatse en zag door de achterdeur van de woning aan de [adres 1] een man naar buiten komen met een vest met capuchon over zijn hoofd en een bedekt gezicht. Deze man klom over de muur in de tuin van [adres 2] en vluchtte via de brandgang. In de slaapkamer trof de verbalisant een man aan, waarvan de polsen met een tie-wrap waren verbonden. [4] De buurman van [adres 1] , getuige [naam 1] , zag op het moment dat de politie ter plaatse was een man over het muurtje van de buren in zijn tuin springen en vervolgens over het muurtje naar de brandgang klimmen. Deze man was in het zwart gekleed en droeg een donkere sjaal voor zijn gezicht. De getuige zag op beide schouders van de man een gekleurd vlak, hij dacht groen. Vlak daarna zag hij iemand vanaf de tweede verdieping uit het raam van de woning op nummer 27 springen en via het dak van de garage vluchten. [5]
Slachtoffer [slachtoffer 2] heeft direct tegen de verbalisant ter plaatse gezegd dat de mannen handschoenen aan hadden, ze dacht werkhandschoenen. [6] Ook slachtoffer [slachtoffer 1] bevestigt dat de daders tijdens de overval handschoenen droegen. [7]
In de buurt van de woning [adres 1] is sporenonderzoek verricht. In de voortuin van [adres 3] lagen onder meer twee oranje-zwarte handschoenen. [8] Buurtbewoners, getuigen [naam 4] en [naam 5] , hebben de handschoenen niet eerder in die tuin zien liggen. [9] De handschoenen zijn in beslag genomen en onderzocht. Op de rugzijde van de rechterhandschoen is bloed aangetroffen. [10] Uit onderzoek is gebleken dat uit dat bloed een DNA-profiel van de verdachte kon worden afgeleid, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. [11]
Een buschauffeur die op weg was naar zijn werk, getuige [naam 2] , heeft rond 05:35 uur op de Vrangendael in Sittard twee mannen gezien die richting de Tudderenderweg liepen. De mannen deden of ze aan het sporten waren, maar hadden geen sportkleding aan. Om 06:02 uur zag hij diezelfde mannen weer, toen ze in zijn bus stapten bij de bushalte op station Sittard. De mannen spraken met elkaar in een voor de getuige vreemde taal en tegen de getuige in het Duits. Ze wilden naar Urmond, maar het lukte niet om met een bankpas de kaartjes te betalen. [12] Onderzoek heeft uitgewezen dat geprobeerd is te betalen met een Duitse betaalkaart, behorend bij een bankrekening die in gebruik is bij [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1989. [13]
Op camerabeelden van stadstoezicht is te zien dat twee mannen tussen 05:52 uur en 05:54 uur door het centrum van Sittard lopen en om 06:04 uur in een bus stappen bij het station. Een van de twee mannen draagt een donker vest met op de mouwen een gele brede streep. [14] Diezelfde twee mannen zijn te zien op camerabeelden uit de bus. [15] In de bus probeert de man met het vest met een streep op de mouwen te pinnen met een Duitse betaalkaart die op naam van [medeverdachte 1] is gesteld. [16] De mannen op de camerabeelden van stadstoezicht en Arriva worden herkend als [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1989 en [verdachte] , geboren [geboortedatum 2] 1984 in Roemenië. [17]
Uit onderzoek is gebleken dat met een voertuig met kenteken [nummer] op 4 juli 2019 om 05:20 uur op de Leyenbroekerweg ter hoogte van perceel 108 een snelheidsovertreding is gepleegd, waarbij het voertuig wegreed van de richting [adres 1] . Op 3 juli 2019 om 05:01 uur is door datzelfde voertuig op dezelfde plek een snelheidsovertreding gepleegd. De afstand van de [adres 1] naar de Leyenbroekerweg 108 is volgens Google Maps 2,7 kilometer, zo'n 7 minuten rijden. De snelheidsovertreding op 4 juli 2019 werd gepleegd ongeveer 6 minuten nadat de politie arriveerde op de [adres 1] . [18]
Uit onderzoek is gebleken dat inzittenden voornoemd voertuig op 1 juli 2019 in Siegburg (Duitsland) hebben getankt zonder te betalen. De inzittenden zijn vastgelegd door de beveiligingscamera’s van het tankstation. De inzittenden worden herkend als [verdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1984, [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1989 en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1991. [19]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met [medeverdachte 1] uit Roemenië naar Duitsland is gekomen en op 3 juli 2019 met hem in Sittard was. Sinds het vertrek uit Roemenië zijn ze volgens de verdachte voortdurend in elkaars gezelschap geweest. Hij kent [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , ze zijn afkomstig uit dezelfde Roemeense stad. Tevens heeft de verdachte verklaard dat hij een beetje Duits spreekt. [20]
Overwegingen en conclusies van de rechtbank
Op grond van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen staat voor de rechtbank vast dat de verdachte op 1 juli 2019 met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in een auto met kenteken [nummer] in Duitsland was. Met diezelfde auto is op 3 juli 2019 om 05:01 uur een snelheidsovertreding begaan op de Leyenbroekerweg te Sittard. Op 4 juli 2019 vindt er tussen 04:50 uur en 05:15 uur een woningoverval plaats op de [adres 1] te Sittard. Volgens de slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] waren er drie mannen in de woning en droegen de mannen handschoenen. Om 05:14 uur ziet een verbalisant een van de mannen via de achterdeur van de woning vluchten. Getuige [naam 1] ziet dat deze man een donker vest aan heeft met gekleurde vlakken op de mouwen. Op 4 juli 2019 wordt, 6 minuten nadat de politie ter plaatse is op de [adres 1] , om 05:20 uur opnieuw een snelheidsovertreding begaan met de auto met kenteken [nummer] op de Leyenbroekerweg te Sittard. Deze locatie is volgens Google Maps 7 minuten rijden vanaf de [adres 1] . Getuige [naam 2] ziet rond 05:35 uur twee mannen lopen op de Vrangendael te Sittard, die rond 06:00 uur in zijn bus stappen en zeggen naar Urmond te willen. Diezelfde mannen zijn te zien op camerabeelden van stadstoezicht en Arriva. De mannen worden door verbalisanten herkend als de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Die laatste heeft een donker vest aan met geel/groene strepen op de mouwen en heeft in de bus ook geprobeerd te pinnen met een Duitse betaalkaart op naam van [medeverdachte 1] . In de voortuin van een woning in de omgeving van de overvallen woning worden handschoenen gevonden, waarop DNA-sporen aangetroffen zijn die matchen met het DNA-profiel van de verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij sinds zijn vertrek uit Roemenië voortdurend in de aanwezigheid van [medeverdachte 1] is geweest.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het de verdachte was die op 4 juli 2019 met twee anderen de diefstal met geweld heeft gepleegd in Sittard. De verdachte ontkent dit. Hij heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met [medeverdachte 1] met de trein uit Keulen (Duitsland) naar Sittard is gekomen en dat ze op weg waren naar Frankrijk. In Sittard hebben ze gewacht tot het donker was, waarna ze een katalysator hebben gestolen. Die katalysator hebben ze geopend en de inhoud is in een zakje gedaan, dat de verdachte onder zijn kleding heeft gestopt. Ze wilden meer katalysatoren stelen, maar zijn gezien door buurtbewoners en weggerend. De verdachte heeft toen handschoenen weggegooid. Even later heeft de verdachte [medeverdachte 1] weer getroffen en wilden ze op het busstation de bus naar België nemen.
Het door de verdachte als verweer geschetste scenario vindt – voor zover niet al rechtstreeks weersproken door de bewijsmiddelen – naar het oordeel van de rechtbank geen steun in het dossier en is bovendien volstrekt onaannemelijk. Verdachte is twee dagen voor de overval gesignaleerd met zijn medeverdachten in de auto die op de dag van de overval in Sittard was in de buurt van de plaats delict. De verdachte is met medeverdachte [medeverdachte 1] uitgebreid te zien op de camerabeelden. Voor het stelen van katalysatoren is gereedschap nodig. Op geen van de beelden is te zien dat zij gereedschap of bagage bij zich hadden. Ook is er geen gereedschap aangetroffen in de buurt waar de handschoen met het DNA-profiel van de verdachte is gevonden of elders op of nabij de plaats delict. Er is in de periode rondom 4 juli 2019 bovendien geen enkele melding of aangifte gedaan van een gestolen katalysator in de ruime omgeving van Sittard, zo blijkt uit de mededeling van de officier van justitie ter terechtzitting. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de verdediging.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte degene is geweest die samen met twee medeverdachten de woningoverval in Sittard heeft gepleegd op 4 juli 2019. De overval werd gepleegd door drie mannen, die Duits spraken, maar onderling in een vreemde taal. De verdachte spreekt Duits en zijn moedertaal Roemeens. De overvallers droegen handschoenen. De verdachte gooide die nacht handschoenen weg in de omgeving van de plaats van de overval. Een handschoen met DNA dat overeenkomt met het DNA van de verdachte lag niet ver van de plaats van de overval. Verder is de verdachte twee dagen voor de overval gesignaleerd met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , ook afkomstig uit Roemenië. Zij waren toen met een auto die op de dag van de overval in de buurt van het plaats delict is gesignaleerd. Met [medeverdachte 1] werd de verdachte kort na de overval gezien en deze voldeed aan het signalement van één van de gevluchte overvallers. Voor zijn aanwezigheid met [medeverdachte 1] in Sittard en vlak bij de plaats van de overval, heeft de verdachte geen aannemelijke verklaring. Op grond van deze overwegingen leveren de gebezigde bewijsmiddelen het wettig en overtuigend bewijs op dat de verdachte degene is geweest die samen met twee medeverdachten de woningoverval in Sittard heeft gepleegd op 4 juli 2019.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 4 juli 2019 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, tezamen en in vereniging met anderen, 150 euro, toebehorende aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond dat
- de handen van voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] vast werden gebonden en
- voornoemde [slachtoffer 2] meermalen werd geslagen met een knuppel en met een vuist tegen haar hoofd en in haar gezicht en
- die [slachtoffer 2] de trap af werd gedwongen en
- vervolgens die [slachtoffer 2] op de grond in de woonkamer moest gaan zitten waar bij de woorden "Blijf daar zitten, anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke aard of strekking werden gebruikt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Mocht de rechtbank tot een veroordeling komen, dan heeft de raadsman bepleit de op te leggen gevangenisstraf te matigen, gelet op de omstandigheden dat de verdachte niet eerder veroordeeld is in Nederland en dat de status van de buitenlandse zaken onvoldoende duidelijk is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich, samen met twee mededaders, schuldig gemaakt aan een woningoverval. Ze zijn 's nachts de woning van slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] binnengedrongen. Van beide slachtoffers zijn de handen met tiewraps vastgebonden. [slachtoffer 2] is tegen haar hoofd geslagen en de trap af gedwongen, terwijl haar (hulpbehoevende) man achter bleef in de slaapkamer. Uit haar verklaring bij de politie blijkt dat dit feit een enorme impact op hen heeft gehad.
Met het plegen van het bewezen verklaarde feit heeft de verdachte blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van de slachtoffers, hun gezondheid, veiligheid en eigendom. De woningoverval vond 's nachts plaats, terwijl de slachtoffers sliepen. Een woning behoort een veilige omgeving te zijn. Het is voor slachtoffers zeer beangstigend om midden in de nacht in hun woning te worden overvallen met geweld en dreiging met geweld. Slachtoffers krijgen veelal te maken met psychische gevolgen die nog geruime tijd na het voorval hun leven zullen beïnvloeden. Bovendien veroorzaken zulke feiten ook in de samenleving gevoelens van onveiligheid en onrust. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zeer aan.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet met een andere straf worden volstaan dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het in de LOVS gestelde oriëntatiepunt voor een woningoverval is een gevangenisstraf voor de duur van 3 tot 5 jaren, afhankelijk van onder meer de mate van geweld die is gebruikt. Strafverzwarend voor de verdachte is niet alleen dat er sprake was van medeplegen en dat de woningoverval in de nachtelijke uren plaatsvond, maar ook het feit dat de slachtoffers met tiewraps geboeid werden en dat slachtoffer [slachtoffer 2] is geslagen en letsel heeft opgelopen.
Aan de rechtbank is niet gebleken van enige strafmatigende omstandigheden. Uit het strafblad van de verdachte blijkt weliswaar dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld, maar uit het dossier blijkt dat de verdachte in diverse Europese landen vervolgd wordt dan wel veroordeeld is voor onder meer diefstallen. Bovendien heeft de verdachte ter zitting verklaard niet te werken in Roemenië maar vooral in het buitenland op pad te zijn en aldaar diefstallen te plegen om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren passend, met aftrek van de tijd die de verdachte in Nederland in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf volledig zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

De in beslag genomen handschoenen zullen verbeurd worden verklaard, nu het feit is begaan met behulp van deze handschoenen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 5 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart verbeurd de in beslag genomen handschoenen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. A.M. Schutte en mr. R.J.M.G. Rulkens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. drs. B.C. van Wijmen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 14 september 2021.
Mr. R.J.M.G. Rulkens is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 4 juli 2019 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning of op een besloten erf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (ongeveer) 150 euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- de handen van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] vast werden gebonden en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, werd geslagen met een knuppel en/of met een vuist tegen haar hoofd, in haar gezicht, althans tegen haar lichaam en/of
- die [slachtoffer 2] de trap af werd geduwd/gedwongen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 2] op de grond in de woonkamer moest gaan zitten waar bij de woorden "Blijf daar zitten, anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke aard of strekking werden gebruikt.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt – tenzij anders vermeld – gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, onderzoek Strangnas, proces-verbaalnummer 2019103668, gesloten d.d. 3 maart 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 251.
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] d.d. 4 juli 2019 (p. 47, 48, 50-52); proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 2] d.d. 6 juli 2019 (p. 60).
3.Forensisch geneeskundige letselbeschrijving betreffende [slachtoffer 2] (p. 74-76).
4.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 3] d.d. 4 juli 2019 (p. 18-21).
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] d.d. 14 juli 2019 (p. 104-105).
6.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 3] d.d. 4 juli 2019 (p. 19-20).
7.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] d.d. 4 juli 2019 (p. 63, 67).
8.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [naam 6] en [naam 7] d.d. 4 juli 2019 (p. 145).
9.Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 4] d.d. 29 augustus 2019 (p. 164-165), proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 5] d.d. 29 augustus 2019 (p. 169-170).
10.Kennisgeving van inbeslagneming (p. 200), proces-verbaal vooronderzoek lab (p. 202-203).
11.Proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen inzake profielcluster 46592 d.d. 9 oktober 2019 (p. 198-199); Deskundigenrapport DNA-onderzoek van het NFI d.d. 6 augustus 2019 (p. 205-207); een geschrift, zijnde een brief van het NFI d.d. 8 augustus 2019 met onderwerp Match met buitenlands DNA-profiel (p. 208-209).
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] d.d. 5 juli 2019 (p. 107-109).
13.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 8] d.d. 3 maart 2021 (p. 9-10).
14.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 9] d.d. 14 september 2019 (p. 117-120).
15.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 9] d.d. 14 september 2019 (p. 121-125).
16.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 8] d.d. 3 maart 2019 (p. 9-10).
17.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [naam 10] en [naam 8] d.d. 17 oktober 2020 (p. 126-131).
18.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 november 2019 (p. 114-116).
19.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 10] d.d. 4 maart 2020 (p. 132-140).
20.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 31 augustus 2021.