3.3.Gepé vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht te verklaren dat de aandeelhoudersbesluiten van Vershuys van 5, 20, 23 en 27 december 2020 (
bedoeld zal zijn: 2019; aanvulling rechtbank) nietig zijn, althans deze te vernietigen;
II. zo veel mogelijk Cophico c.s. te verbieden uitvoering te geven aan de aandeelhoudersbesluiten d.d. 5, 20, 23 en 27 december 2019;
III. zo veel mogelijk Cophico c.s. te verbieden aandeelhouders-, en/of bestuursbesluiten te nemen, zonder voorafgaande uitdrukkelijke toestemming en instemming van Gepé;
IV. zoveel mogelijk Cophico c.s. te veroordelen inzage te verschaffen in de achterliggende stukken omtrent de bankmutaties van Vershuys in de laatste zes maanden, alsmede afschriften te verschaffen over de binnengekomen facturen in die periode;
V. (a) Gepé onherroepelijk te machtigen, althans voor recht te verklaren dat Gepé onherroepelijk gevolmachtigd is, om namens DFF de bijzondere aanbiedingsplicht, in de zin van artikel 12 lid 14 van de statuten van Vershuys te effectueren, althans (b) zo veel mogelijk Cophico c.s. te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het vonnis hun/haar medewerking te verlenen aan de aanbiedingsregeling als bedoeld in artikel 12 van de statuten van Vershuys, waaronder alle handelingen te verrichten en alle documenten te ondertekenen welke nodig zijn om uitvoering te geven aan de aanbiedingsregeling;
VI. zo veel mogelijk Cophico c.s., zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen om het onder II, III, IV en/of V(b) gevorderde steeds na te komen, steeds op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel dat zulks niet, niet geheel, of niet behoorlijk wordt nagekomen, met een maximum van steeds € 600.000,00;
VII. Cophico c.s. zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen tot vergoeding van:
a. de buitengerechtelijke kosten van deze procedure, begroot conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (Staatsblad 2012 nr. 141), althans het Rapport Voor-Werk II, althans het Rapport BGK-Integraal 2013, alsmede;
b. de kosten ter begroting en vaststelling van de schade, ad € 2.435,13;
c. de proceskosten ex artikel 237 Rv, alsmede;
d. indien Gepé niet binnen veertien dagen na sommatie tot naleving van het te wijzen veroordelende vonnis, het vonnis integraal naleeft op voorhand te veroordelen in de nakosten van deze procedure, te begroten conform het liquidatietarief, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van de vordering(en), tot de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van de vordering(en), tot de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en bovendien één en ander met dien verstande dat inlossingen op het aan Gepé verschuldigde eerst toe te rekenen is aan de kosten, voorts aan de opgelopen rente en tot slot aan de hoofdsom.