ECLI:NL:RBLIM:2021:7724

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 september 2021
Publicatiedatum
12 oktober 2021
Zaaknummer
9377496 AZ VERZ 21-86
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Vogten Design B.V. en de werknemer, aangeduid als [verwerende partij]. De werknemer was sinds 1 januari 2021 in dienst bij Vogten en viel op 19 maart 2021 uit met schouderklachten. Ondanks herhaalde oproepen van de werkgever om te verschijnen op de werkvloer en mee te werken aan een re-integratieplan, weigerde de werknemer dit. De bedrijfsarts en de verzekeringsarts van het UWV hadden vastgesteld dat de werknemer in staat was om passende arbeid te verrichten, maar de werknemer bleef volhouden dat hij niet in staat was om te werken. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld door zijn re-integratieverplichtingen te negeren en de arbeidsovereenkomst werd ontbonden. De werknemer werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de werkgever.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 9377496 AZ VERZ 21-86
Beschikking van de kantonrechter van 22 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
Vogten Design B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend in (6135 KT) Sittard, gemeente Sittard-Geleen , aan de Arendstraat 6 ,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. N. Laumen
tegen
[verwerende partij],
wonend in [woonplaats] aan de [adres]
verwerende partij,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna Vogten en [verwerende partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 4 augustus 2021 ter griffie ontvangen verzoekschrift
  • de op 31 augustus 2021 ter griffie ontvangen nadere bijlage van de zijde van Vogten
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 september 2021.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Vogten houdt zich bezig met de vervaardiging van niet metaalhoudende minerale producten alsmede halffabricaten verkregen door waterstraling. Bij Vogten zijn ongeveer zes personen werkzaam.
2.2.
[verwerende partij] is sinds 1 januari 2021 krachtens arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (een jaar en een dag) in dienst van Vogten in de functie van [functie 1] , [functie 2] , [functie 3] en alle voorkomende werkzaamheden tegen een netto loon van € 1.600,00 per maand.
2.3.
Op 19 maart 2021 is [verwerende partij] uitgevallen met schouderklachten.
2.4.
[verwerende partij] is daarop gezien door bedrijfsarts [naam bedrijfsarts] die in zijn op 2 april 2021 opgestelde probleemanalyse (bijlage 2) ten behoeve van onder meer het maken van een Plan van aanpak onder meer het navolgende schreef:
“(…)Omschrijving beperking Prognose
Rechts dominante zijde boven: niet Niet geheel duidelijk (…)
belastbaar voor arbeid
en:

Welke mogelijkheden om te werken heeft de werknemer nog wel?(…)
Passend werk is mogelijk. Werknemer dient conform UWV terminologie tijdelijk als functioneel eenarmig te worden beschouwd. Er is uitdrukkelijk geen sprake van “geen benutbare mogelijkheden” (eveneens conform UWV terminologie).
2.5.
Op 7 april 2021 heeft Vogten aan [verwerende partij] per e-mail (bijlage 3) het navolgende te kennen gegeven:

Goedenavond heer [verwerende partij] , beste [verwerende partij] ,
Middels deze mail wil ik je officieel in gebreke stellen voor wat betreft jouw afwezigheid op de werkvloer vanaf heden.
Zoals heden morgen reeds aangegeven wordt je volgens het rapport van de bedrijfsarts [naam bedrijfsarts] in staat geacht om op de werkvloer te verschijnen en samen met mij te kijken naar aangepaste werkzaamheden binnen de gebreken die je hebt.
Jij gaf aan niet in staat te zijn om werkzaamheden te verrichten. Je hebt uiteraard het recht om een second opinion aan te vragen echter dat ontslaat jou niet van de plicht op het werk te verschijnen.
Indien je morgenochtend niet op tijd op de werkvloer verschijnt zullen wij genoodzaakt zijn om verdere stappen te ondernemen, zoals o.a. loonopschorting voor de tijd van onwettige afwezigheid.
Ik ga nog steeds uit van jouw welwillendheid mee te werken aan het reïntegratieplan.
2.6.
Een dag later, op 8 april 2021, heeft Vogten per e-mail (bijlage 4) het navolgende aan [verwerende partij] geschreven:

Goede middag heer [verwerende partij] , beste [verwerende partij] ,
Helaas ben je vandaag wederom niet op je werkplek verschenen ondanks het bindende rapport van de bedrijfsarts [naam bedrijfsarts] om samen met mij een plan van aanpak op te stellen om met jouw huidige beperking alternatieve werkzaamheden te kunnen verrichten.
Je bent dus ondanks het advies van de probleemanalyse en de dringende oproep per mail gisteren wederom in gebreke gebleven.
Wij zullen jouw salaris zoals gisteren reeds aangekondigd dan ook per omgaande opschorten voor de periode dat je in gebreke bent en blijft.
2.7.
De dag erna, op 9 april 2021, is [verwerende partij] op het werk verschenen en heeft daarbij aan Vogten medegedeeld dat hij niet kan werken en dat hij een second opinion heeft aangevraagd. Bij e-mail van dezelfde dag (bijlage 5) om 8:55 uur heeft Vogten aan [verwerende partij] herhaald dat het aanvragen van een second opinion hem niet ontslaat van de verplichting om mee te werken aan zijn re-integratie.
Om 9:16 uur diezelfde dag heeft [verwerende partij] daar per e-mail als volgt op gereageerd:

Ik maak er geen woorden aan vuil. Ben de le keer (7april) bij u geweest nadat ik de mail van verzuim zag en helemaal niet begreep van de mail ongeacht ik helemaal vast zit. Was iets voor de middag bij u en legde je uit hoe mijn toestand is en je zag me plus heb gebeld naar de bedrijfsarts waar u bij was en alles kon horen en heb mijn excuses aangeboden i.v.m dat ik de 1ste mail van u niet begreep omdat ik steeds de normale dingen thuis niet kan doen zonder pijn te hebben. U stuurde weer een mail.
Ik heb elke dag pijn en daarmee dat ik de donderdag niet op werk was en heb je persoonlijk gestuurd met verwijzing brieven van kliniek en zei u dak niet kan komen werken. Vandaag vrijdag ben ik op het werk geweest. Kon de poort niet openen en heb je gestuurd en gebeld. Waarna ik erna vooraan ben gaan bellen. U hebt open gemaakt en hebben gepraat. Kan misschien zijn dat ik mijn stem verhefde maar met al die pijn en barstende koppijn en slepende dagen en nog stress erbij van dat ik onwettig thuis ben ben ik geprikkeld. Mijn excuses als je je aangevallen voelde maar is niet mijn bedoeling.
Ik wil dat weg is geneest. (…)
2.8.
Op 12 april 2021 heeft [verwerende partij] een deskundigenoordeel (bij het UWV) aangevraagd.
2.9.
Op 23 april 2021 heeft [verwerende partij] nogmaals de(zelfde) bedrijfsarts gezien. In diens rapportage (bijlage 7) heeft de bedrijfsarts onder meer het navolgende vermeld:
“(…)
Werknemer kan passend werk uitvoeren, rekening houdend met de medische beperkingen.
Die rapportage is door de Casemanager Verzuim aan zowel [verwerende partij] als Vogten per e-mail toegezonden (bijlage 8) waarbij aan [verwerende partij] te kennen is gegeven dat hij op grond van de bevindingen van de bedrijfsarts samen met Vogten afspraken moet gaan maken over de praktische invulling van zijn werkmogelijkheden.
2.10.
Op 30 april heeft Vogten per e-mail het navolgende aan [verwerende partij] geschreven:

Bijgevoegd de mail die wij hebben ontvangen van de arbodienst waarin wederom staat dat je al lang de werkzaamheden in een aangepaste vorm had kunnen en moeten hervatten.
Wederom heb je hier geen gevolg aan gegeven en ben je dus weer in gebreke gebleven.
Daarnaast dienen wij samen een plan van aanpak te maken waarvoor ik je reeds een aantal keren heb uitgenodigd.
Ook hier geef je geen gevolg aan!
Je zult begrijpen dat het de salarisinhouding van kracht blijft.
2.11.
Op 20 mei heeft Vogten de uitkomst van het door [verwerende partij] aangevraagde deskundigenoordeel ontvangen (bijlage 10), waarin vermeld staat dat de verzekeringsarts van mening is dat [verwerende partij] vooralsnog ongeschikt is voor de eigen arbeid, maar belastbaar is conform het verkregen advies van de bedrijfsarts.
Daarop heeft Vogten bij e-mail van 20 mei 2021 (bijlage 11) het navolgende aan [verwerende partij] te kennen gegeven:

(…)
Heden ontvingen wij de uitslag van het deskundigenoordeel van het UWV.
Zij komen eveneens tot de conclusie dat je op dit moment niet geschikt bent jouw eigen werkzaamheden te kunnen verrichten maar wel passende werkzaamheden rekening houdend met jouw beperkingen !
Gezien het feit dat je op geen enkele mail op een uitnodiging van onze zijde reageert om een plan van aanpak op te stellen en daarnaast niet op de werkvloer verschijnt menen wij dat je je niet aan de regels houdt.
Wij hebben al eerder het loon stop gezet en wij zullen dit dan ook continueren tot het moment dat je je meldt.
Je zal begrijpen dat het niet verschijnen op de werkvloer zéér vergaande consequenties zal hebben.
2.12.
Op 25 mei 2021 heeft de bedrijfsarts (na een huisbezoek) in zijn rapportage (bijlage 12) wederom te kennen gegeven dat [verwerende partij] functioneel éénarmig is voor passend werk. Onder het kopje “Advies aan werkgever” staat het navolgende:

Indien u eenarmig werk voorhanden hebt dient u dit goed duidelijk kenbaar te maken aan werknemer opdat u beiden dit kunt bestuderen en bezien of deze voldoen aan het advies van bedrijfsarts en stelling van verzekeringsarts.
2.13.
Vogten heeft daarop een lijst met veertien voorhanden zijnde werkzaamheden voorgelegd aan de bedrijfsarts, waarvan de bedrijfsarts per e-mail van 14 juni 2021 te kennen heeft gegeven dat [verwerende partij] die werkzaamheden kan uitvoeren “zolang diens arm/schoudercombinatie niet hoeft te worden gebruikt” (bijlage 13).
2.14.
Op 17 juni 2021 heeft Vogten daarop aan [verwerende partij] per e-mail het navolgende geschreven:

Geachte heer [verwerende partij] ,
Zowel de bedrijfsarts als UWV hebben geconcludeerd dat u wel in staat bent om passende
werkzaamheden te verrichten waarbij rekening wordt gehouden met uw beperkingen.
Ik heb u meermaals opgeroepen om op de werkplek te verschijnen teneinde afspraken te maken over het verrichten van passende werkzaamheden en het opstellen van het plan van aanpak in het kader van de re-integratie. U geeft hier echter geen gehoor aan.
U blijft weigeren om zich te houden aan de op grond van de wet voorgeschreven verplichtingen van een werknemer om in aanmerking te komen voor de doorbetaling van het loon bij ziekte.
Zowel het weigeren van het verrichten van passende arbeid als het niet meewerken aan het opstellen van het plan van aanpak zijn omstandigheden die gelden als uitzondering op de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte (artikel 7:629 lid 1 juncto lid 3).
De loondoorbetaling is al eerder stopgezet.
Mijn geduld is op.
Ik heb onderstaande lijst met werkzaamheden voorgelegd aan de bedrijfsarts:
(…)
De bedrijfsarts heeft aangegeven dat u de hiervoor opgesomde werkzaamheden kunt verrichten zolang u de arm/schoudercombinatie waaraan u klachten heeft niet gebruikt.
Ik ben bereid u nog één laatste kans te geven.
Ik verwacht u aanstaande maandag 21 juni 2021 om 08.00 uur op de werkplek voor het maken van afspraken over en verrichten van passende werkzaamheden voor de komende periode en het opstellen en ondertekenen van het plan van aanpak.
Doet u dit niet, dan blijft de staking van de loondoorbetaling van kracht en zal dit ook consequenties hebben voor uw dienstverband. (…)
2.15.
[verwerende partij] heeft op laatstgenoemd e-mailbericht diezelfde dag nog als volgt gereageerd (bijlage 15) :

Goedemiddag
Heb eerder al gezegd toen ik bij u was en zelfs toen maakte je mij belachelijk en tegen de dokters dat ik de hele tijd pijn heb en bijna helemaal niets kan.
En heb nog steeds gaande onderzoeken en behandelingen maar zolang ik niet de oude ben en
geen pijn meer heb zie je mij niet verschijnen.
De onderstaande werkzaamheden waar onder ander de machines en andere producten poetsen begin ik niet aan. Ik heb pijn als ik douch. Pijn als ik zit of wandel. Liggen doet pijn en zolang ik niet beter ben kom ik niet.
Je doet wat je niet laten kunt Meneer [naam] .
Maar mijn gezondheid komt voor en ik heb mij ook al bevraagd bij juridische loket in Maastricht
en verteld hoe dit zover is gekomen.
Maar hoe ik eerder zei. Ik kom niet werken en op het werk zit te klagen van de pijn overal!!!
Een fijne dag!
2.16.
Bij brief van 22 juni 2021 (bijlage 16) heeft de gemachtigde van Vogten [verwerende partij] gesommeerd om op maandag 28 juni 2021 om 8:00 uur op de werkplek te verschijnen voor het maken van afspraken over de te verrichten passende werkzaamheden en het opstellen en ondertekenen van een plan van aanpak. Daarbij is medegedeeld dat indien [verwerende partij] wederom niet verschijnt, Vogten zal overgaan tot beëindiging van het dienstverband.
2.17.
[verwerende partij] is zonder bericht niet op genoemde datum en tijdstip op de werkplek verschenen en heeft ook daarna geen contact meer gehad met Vogten .

3.Het verzoek en het geschil

3.1.
Vogten verzoekt - kort gezegd - primair om de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen (art. 7:671 b BW juncto 7:669 lid 1 en 3 sub e BW) van [verwerende partij] , subsidiair wegens een verstoorde arbeidsverhouding (“g-grond”) en meer subsidair op de cumulatiegrond (“i-grond”).
3.2.
Vogten stelt zich op het standpunt dat [verwerende partij] sinds zijn uitval op 19 maart 2021 stelselmatig weigert om de hem aangeboden en door zowel de bedrijfsarts (bij herhaling) en door de verzekeringsarts van het UWV als passend aangemerkte arbeid te verrichten en om mee te werken aan een plan van aanpak. Daarmee heeft [verwerende partij] ernstig verwijtbaar gehandeld, zodat bij de termijn voor ontbinding geen rekening gehouden behoeft te worden met een opzegtermijn en ook een transitievergoeding niet aan de orde is.
3.3.
[verwerende partij] is zich ter zitting - voor zover voor de beoordeling van de zaak relevant - op het standpunt blijven stellen dat hij niet in staat is om ook maar enige werkzaamheden te verrichten, derhalve ook niet de door Vogten aangeboden en door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts als passend geoordeelde arbeid.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de (herhaalde) bevindingen van zowel de bedrijfsarts als de verzekeringsarts, kan er in deze procedure niet anders dan vanuit gegaan worden dat [verwerende partij] in staat is/moet worden geacht om de aangeboden passende arbeid te verrichten. [verwerende partij] stelt daar slechts zijn eigen subjectieve pijnbeleving tegenover, maar zijn door hem gestelde ongeschiktheid voor de aangeboden passende arbeid onderbouwt hij verder niet met verifieerbare medische stukken. Het verweer kan dan ook niet slagen.
4.2.
Daarmee staat tevens vast dat [verwerende partij] zonder rechtens te aanvaarden reden gedurende een periode van inmiddels ongeveer een half jaar stelselmatig (zoals uit de vaststaande feiten blijkt) blijft weigeren om die passende arbeid te verrichten en zelfs om ook maar te praten over een plan van aanpak, terwijl hij bovendien maandenlang eenvoudigweg ieder contact met zijn werkgever uit de weg is gegaan. Door zich op die wijze op te stellen heeft [verwerende partij] zich niet als goed werknemer gedragen en heeft hij de uit de arbeidsovereenkomst en wet voortvloeiende op hem rustende re-integratieverplichtingen op grove wijze genegeerd. Dat handelen is naar het oordeel van de kantonrechter als ernstig verwijtbaar te kwalificeren. Op grond daarvan zal het primaire verzoek worden toegewezen.
Voor een verklaring voor recht, zoals de kantonrechter het verzoek onder III opvat, bestaat dan verder geen separaat belang meer.
4.3.
[verwerende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Vogten tot de datum van deze beschikking begroot op
€ 873,00, bestaande uit € 747,00 aan salaris gemachtigde en € 126,00 aan griffierecht.
4.4.
De gevorderde nakosten zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beoordeling

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst;
5.2.
veroordeelt [verwerende partij] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Vogten tot de datum van dit vonnis begroot op € 873,00;
5.3.
veroordeelt [verwerende partij] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen twee weken na aanschrijving door Vogten volledig aan de veroordeling onder 5.2. voldoet, tot betaling van de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde,- te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van die betekening;
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK