Op 11 oktober 2021 diende verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. van Duijn, een wrakingsverzoek in tegen mr. E.W.A. van den Berg-Buntsma, rechter in de rechtbank Limburg. Dit verzoek volgde na een zitting waarin een voorlopig getuigenverhoor zou plaatsvinden in een civiele procedure tussen Balkhoorma LLC en Mercury Tarim Ve Gida Urunleri Ticaret A.S. als verzoekende partijen, en verzoeker en andere belanghebbenden als gedaagden. De rechter had eerder een verzoek tot aanhouding van de zitting afgewezen, wat leidde tot de wraking. De wrakingskamer heeft op 12 oktober 2021 de zaak behandeld, waarbij zowel verzoeker als de rechter aanwezig waren. De wrakingskamer oordeelde dat de procesbeslissing om de zitting niet aan te houden op zichzelf geen grond voor wraking vormde, maar dat de manier waarop de rechter verzoeker behandelde, de schijn van partijdigheid opriep. De rechter negeerde verzoeker en gaf aan dat hij de zitting kon verlaten, wat de indruk wekte dat hij niet serieus werd genomen. De wrakingskamer concludeerde dat deze bejegening de schijn van partijdigheid rechtvaardigde en heeft het verzoek tot wraking toegewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 oktober 2021.