Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ Zorgverzekeraar N.V. (hierna: VGZ) dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 500,00 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, alsmede de proceskosten. VGZ stelt dat [gedaagde] een zorgverzekering heeft afgesloten en dat er een achterstand is in de betaling van de premies. De vordering is gebaseerd op onbetaalde zorgverzekeringspremies over de jaren 2018, 2019 en 2020, evenals acceptgirokosten en zorgkostendeclaraties. [gedaagde] heeft in de procedure betwist dat zij de verschuldigde premies kan achterhalen, omdat zij geen bankafschriften kan opvragen zonder kosten. De kantonrechter oordeelt dat VGZ niet heeft stilgezeten, aangezien zij meerdere brieven en aanmaningen heeft gestuurd naar [gedaagde]. De rechter concludeert dat [gedaagde] aan VGZ een bedrag van € 1.284,76 verschuldigd is, maar VGZ heeft haar vordering beperkt tot € 500,00. De kantonrechter wijst de vordering toe en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten.