ECLI:NL:RBLIM:2021:8374

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 november 2021
Publicatiedatum
8 november 2021
Zaaknummer
C/03/282724 / HA ZA 20-471
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en tegeneis tot terugbetaling van managementfees in het kader van een overeenkomst van opdracht

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Limburg op 10 november 2021, gaat het om een vordering van Stafford & Shepherd B.V. tegen Kalle en Bakker B.V. in het kader van een overeenkomst van opdracht. Stafford & Shepherd vordert een schadevergoeding van € 97.500,00, terwijl Kalle en Bakker in reconventie een bedrag van € 46.000,00 vordert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst rechtsgeldig is beëindigd per eind september 2020, maar dat Kalle en Bakker de overeenkomst ten onrechte per direct heeft beëindigd. De rechtbank oordeelt dat Kalle en Bakker gehouden is om de overeengekomen vergoeding van € 57.500,00 te betalen tot het einde van de looptijd van de overeenkomst, en dat de vordering van Kalle en Bakker tot terugbetaling van eerder betaalde vergoedingen niet kan worden toegewezen. De rechtbank wijst de vorderingen van Kalle en Bakker af en veroordeelt Kalle en Bakker in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede onderbouwing van vorderingen en verweren in civiele procedures.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rolnummer: C/03/282724 / HA ZA 20-471
Vonnis van 10 november 2021 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAFFORD & SHEPHERD B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Leusden,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. J.L.J.J. Nelissen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLDING KALLE EN BAKKER B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Roermond,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. H.B. de Hek.
Partijen worden hierna Stafford & Shepherd en Kalle en Bakker genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de mondelinge behandeling van 13 oktober 2021 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen van de advocaat van Kalle en Bakker.
1.2.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Stafford & Shepherd is de persoonlijke holding van de heer [naam] .
2.2.
Kalle en Bakker is een holding waarvan de heer [naam] middellijk bestuurder en aandeelhouder is. Kalle en Bakker heeft diverse dochtermaatschappijen: Handelsvaart Kalle en Bakker BV, Solid Betontechniek BV, Betonrental.com BV, Kalle en Bakker Overslag BV en Kalle en Bakker Betoncentrales BV.
2.3.
Tussen partijen is op 27 januari 2020 een overeenkomst van opdracht (hierna: de Overeenkomst) tot stand gekomen, met Stafford & Shepherd als opdrachtnemer en Kalle en Bakker als opdrachtgever. De Overeenkomst bevat – onder meer – de volgende bepalingen:
“(…)
2. Opdracht
(…)
2.3
Opdrachtnemer deelt zijn werkzaamheden zelfstandig in. Wel vindt, voor zover dat voor de uitvoering van de opdracht nodig is, afstemming met Opdrachtgever plaats in geval van samenwerking met anderen, zodat deze optimaal zal verlopen. Indien noodzakelijk voor de werkzaamheden richt Opdrachtnemer zich naar de arbeidstijden bij Opdrachtgever.
(…)
2.5
Opdrachtnemer is bij het uitvoeren van de Opdracht geheel zelfstandig. Opdrachtnemer verricht de Opdracht naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van Opdrachtgever. Opdrachtgever kan wel aanwijzingen en instructies geven omtrent het resultaat van de Opdracht.
(…)
3. Vergoeding
3.1
Opdrachtgever betaalt Opdrachtnemer als vergoeding voor de uitvoering van de Opdracht een vaste beloning van EUR 126.500,00 (honderdzesentwintigduizend vijfhonderd euro), exclusief BTW, per jaar (de Vergoeding), te verdelen over elf (11) gelijke termijnen. Partijen gaan ervan uit dat Opdrachtnemer ongeveer 1/5e deel van de aan de Opdracht te besteden tijd besteedt aan het verrichten van managementdiensten voor Handelsvaart Kalle en Bakker B.V., ongeveer 3/5e deel van deze tijd besteedt aan het verrichten van managementdiensten voor Solid Betontechniek B.V. en ongeveer 1/5e deel van deze tijd besteedt aan het verrichten van managementdiensten voor Betonrental.com B.V.
(…)
3.2
Opdrachtnemer zal de Vergoeding bij Opdrachtgever steeds, na afloop van een maand waarin diensten zijn verricht, in rekening brengen door toezending van een factuur. De Vergoeding wordt daartoe verdeeld in elf (11) gelijke termijnen.
(…)
3.4
Opdrachtgever zal jaarlijks een lijst met doelstellingen vaststellen en deze aan Opdrachtnemer verstrekken. Na afloop van het betreffende jaar zal Opdrachtgever beoordelen in hoeverre Opdrachtnemer de gestelde doelstellingen heeft behaald. Afhankelijk van het (door Opdrachtgever vast te stellen) behalen van de doelstellingen, ontvangt Opdrachtnemer na afloop van het betreffende jaar naast de Vergoeding een succesfee van maximaal EUR 80.000,- (tachtigduizend euro), exclusief BTW per jaar. De hoogte van deze succesfee wordt door Opdrachtgever bepaald aan de hand van de gestelde doelstellingen.
(…)
5. Duur en opzegging
5.1
Deze Overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en geldt vanaf 1 januari 2020.
5.2
Deze Overeenkomst kan door beide Partijen te allen tijde met een Mededeling worden opgezegd tegen het einde van de maand met inachtneming van een opzegtermijn van 6 (zes) maanden, zonder dat hiervoor een reden is vereist.
5.3
Deze Overeenkomst kan tussentijds door Opdrachtgever met onmiddellijke ingang worden beëindigd, indien en zodra:
(…) d. Opdrachtnemer en/of de Consultant in de zin van artikel 6:74 e.v. BW en/of artikel 6:265 BW tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit deze Overeenkomst.
(…)”
2.4.
Per e-mail van 30 maart 2020 is Kalle en Bakker overgegaan tot opzegging van de Overeenkomst. De heer [naam] schrijft namens Kalle en Bakker onder meer:
“De samenwerking is niet geworden wat ik voor ogen had. Daarom (…) vind ik het noodzakelijk dat we afscheid van elkaar nemen. Op basis van artikel 5.2, zeg ik hiermee de opdrachtovereenkomst van 24 januari 2020 op. De overeenkomst eindigt daarmee, met inachtneming van de opzegtermijn van 6 maanden, per 1 oktober 2020. De laatste dag van de overeenkomst is 30 september 2020.
In de tussentijd duurt de opdracht gewoon voort en is mijn verwachting dat je gedurende deze periode blijft inzetten voor de overeengekomen taken. (…)”
2.5.
Bij schrijven van 23 april 2020 heeft Kalle en Bakker Stafford & Shepherd in gebreke gesteld, aangezien Stafford & Shepherd in de ogen van Kalle en Bakker tekortschoot in de uitvoering van de Overeenkomst.
2.6.
Bij brief van 7 mei 2020 heeft Kalle en Bakker de Overeenkomst per direct opgezegd. Zij heeft onder meer het volgende geschreven:
“(…) Hiermee zegt Kalle en Bakker de Overeenkomst tussen Partijenper directop, op basis van artikel 5.3 sub d van de Overeenkomst, omdat Stafford & Shepherd als opdrachtnemer tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen onder de Overeenkomst.
Het is Stafford & Shepherd al lange tijd bekend dat Kalle en Bakker zeer ontevreden is over de dienstverlening door Stafford & Shepherd. Er wordt te weinig gepresteerd, er worden fouten gemaakt en belangrijke zaken over het hoofd gezien. Kalle en Bakker is zeer teleurgesteld over de dienstverlening van Stafford & Shepherd. Haar diensten zouden Kalle en Bakker zorg uit handen moeten nemen, maar in plaats daarvan leiden ze tot ernstige zorgen. Dit is uitgebreid besproken tussen Partijen, onder meer in gesprekken tussen u en de heer [naam] , die plaatsvonden voorafgaand en na het opzeggen van de Overeenkomst tegen 1 oktober 2020 en in een aandeelhoudersvergadering.
(…)
De Overeenkomst is door opzegging beëindigd per vandaag.
(…)”
2.7.
Kalle en Bakker heeft aan Stafford & Shepherd uit hoofde van de Overeenkomst de overeengekomen vergoedingen over de maanden januari, februari, maart en april 2020 betaald. Het betreft een totaalbedrag van € 46.000,00 exclusief btw.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Stafford & Shepherd vordert – samengevat – om bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Kalle en Bakker te veroordelen om aan Stafford & Shepherd te betalen een bedrag van € 97.500,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Kalle en Bakker voert verweer.
in reconventie
3.3.
Kalle en Bakker vordert – samengevat – om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair Stafford & Shepherd te veroordelen om aan Kalle en Bakker te betalen een bedrag van € 46.000,00 exclusief btw dan wel subsidiair € 18.252,03 exclusief btw, primair en subsidiair vermeerderd met rente en kosten.
3.4.
Stafford & Shepherd voert verweer.
in conventie en reconventie
3.5.
Op hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt, voor zover van belang, onder de beoordeling teruggekomen.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Stafford & Shepherd maakt aanspraak op € 57.500,00, te weten een bedrag aan schadevergoeding dat gelijk is aan de overeengekomen vergoedingen (exclusief btw) over de maanden mei, juni, juli, augustus en september 2020. Stafford & Shepherd voert daartoe aan dat Kalle en Bakker de Overeenkomst ten onrechte met onmiddellijke ingang heeft beëindigd. Daarnaast stelt Stafford & Shepherd dat Kalle en Bakker heeft veroorzaakt dat het voor Stafford & Shepherd onmogelijk is geworden de tussen partijen overeengekomen succesfee te realiseren. Zij maakt in dat verband eveneens aanspraak op schadevergoeding, beperkt tot een bedrag van € 40.000,00.
4.2.
Kalle en Bakker betwist dat zij de Overeenkomst ten onrechte met onmiddellijke ingang heeft beëindigd en zij betwist eveneens dat zij gehouden is de gestelde schade aan Stafford & Shepherd te vergoeden.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
de beëindiging per direct
4.4.
Uit artikel 7:401 Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de opdrachtnemer is gehouden als goed opdrachtnemer te handelen. Kernvraag is of de opdrachtnemer heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. Wat dit in concreto betekent, is afhankelijk van de omstandigheden (zie: Hoge Raad 7 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1304).
4.5.
Voorop staat dat op Stafford & Shepherd als opdrachtnemer geen resultaatsverbintenis maar enkel een inspanningsverbintenis rust. Dit volgt ook uit de Overeenkomst (onder meer uit artikelen 2.3 en 2.5). Partijen hebben in de Overeenkomst geen deadlines of ‘harde’ resultaatsafspraken vastgelegd. Van een gezagsverhouding tussen Kalle en Bakker en Stafford & Shepherd, zoals bij een arbeidsovereenkomst is ook geen sprake (zie daarvoor eveneens artikel 2.5 van de Overeenkomst). Wat Kalle en Bakker van Stafford & Shepherd mocht verwachten is derhalve dat Stafford & Shepherd zich voldoende zou inspannen om de doelstellingen van Kalle en Bakker en de in de Overeenkomst genoemde dochterondernemingen te realiseren, daarbij handelend zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan.
4.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Overeenkomst rechtsgeldig is beëindigd per eind september 2020. Tussen partijen is evenmin in geschil dat voor een beëindiging van de Overeenkomst per direct, zoals omschreven in artikel 5.3 sub d van de Overeenkomst, een tekortkoming is vereist. De vraag is derhalve of Stafford & Shepherd is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de Overeenkomst.
4.7.
Uit het verweer van Kalle en Bakker volgt dat zij Stafford & Shepherd verwijt dat Stafford & Shepherd de kwaliteiten miste om de opdracht goed uit te voeren, dat bleek dat Stafford & Shepherd onvoldoende inspanningen verrichte om de opdracht goed uit te voeren en dat Stafford & Shepherd niet de zorgvuldigheid betrachtte die verwacht had mogen worden van een goed opdrachtnemer. Meer in het bijzonder leidt de rechtbank uit het verweer af dat Kalle en Bakker aan Stafford & Shepherd het volgende verwijt:
- de businessplannen voor de dochtervennootschappen lieten (te) lang op zich wachten;
- de resultaten van de vennootschappen waarvan Stafford & Shepherd de algemene leiding had liepen sterk terug en er werd door Stafford & Shepherd geen zichtbare actie ondernomen;
- Stafford & Shepherd verzette niet veel werk;
- de dagelijkse bedrijfsvoering was onvoldoende, hetgeen bijvoorbeeld al volgt uit de geboekte resultaten;
- er werd niet doorgepakt met het dealercontract met leverancier [leverancier] ;
- bij een concept huurovereenkomst heeft Stafford & Shepherd over het hoofd gezien dat daarin de mogelijkheid stond opgenomen voor de verhuurder om de huurovereenkomst per direct op te zeggen;
- Stafford & Shepherd weigerde tijdens de eerste lockdown maatregelen te nemen om verspreiding van het coronavirus te verkleinen;
- de concept businessplannen waren slordig en er stonden fouten in.
4.8.
De rechtbank stelt voorop dat geen deadlines zijn overeengekomen en evenmin doelstellingen zijn overeengekomen voor wat betreft de financiële toestand van de dochtervennootschappen. Voor zover Kalle en Bakker haar verweer dat sprake is van een tekortkoming van Stafford & Shepherd enkel relateert aan de resultaten van de betreffende ondernemingen in de maanden januari tot en met april 2020 kan de rechtbank daaruit geen tekortkoming afleiden – nog daargelaten dat de mate waarop Stafford & Shepherd invloed heeft kunnen uitoefenen op deze resultaten, die zien op de eerste vier maanden waarin zij aan haar opdracht werkte, beperkt zal zijn geweest.
4.9.
Voor zover wordt gesteld dat Stafford & Shepherd onvoldoende inspanningen leverde, is dat naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Ook hiervoor geldt dat partijen er voor hebben gekozen om geen deadlines vast te leggen en geen toezicht- of instructiebevoegdheid voor Kalle en Bakker als opdrachtgever. Uit hetgeen Kalle en Bakker aanvoert, kan de rechtbank niet afleiden dat Stafford & Shepherd vier maanden lang geen of onvoldoende inspanningen heeft verricht, maar enkel dat die inspanningen kennelijk niet tot de door Kalle en Bakker gewenste resultaten hebben geleid. Ten aanzien van het leverancierscontract met [leverancier] heeft Stafford & Shepherd – zo blijkt uit hetgeen partijen ter mondelinge behandeling hebben toegelicht – bijvoorbeeld wel werkzaamheden verricht, maar kennelijk – in de ogen van Kalle en Bakker – onvoldoende. Dat deze inspanningen ook naar objectieve maatstaven onvoldoende waren kan de rechtbank uit hetgeen Kalle en Bakker daartoe heeft aangevoerd echter niet afleiden. Ook voor wat betreft de (concept)huurovereenkomst geldt dat partijen zijn overeengekomen dat Stafford & Shepherd ‘de vrije hand’ zou krijgen, in die zin dat er geen instructiebevoegdheid was voor Kalle en Bakker. Voor zover Kalle en Bakker zelf die huurovereenkomst zo niet zou tekenen, brengt die enkele omstandigheid nog geen tekortkoming van Stafford & Shepherd mee. Ook hier is niet onderbouwd dat naar objectieve maatstaven sprake is van een tekortkoming. Hetzelfde geldt voor het al dan niet treffen van maatregelen in het kader van de bestrijding van het coronavirus, nog los van de omstandigheid dat Kalle en Bakker die gestelde tekortkoming niet nader heeft uitgewerkt of onderbouwd. Zo heeft Kalle en Bakker immers niet aangevoerd welke maatregelen Stafford & Shepherd had moeten nemen en waarom Stafford & Shepherd die maatregelen niet heeft genomen. Voor zover er in een of meerdere concept businessplannen al fouten zouden hebben gestaan – hetgeen (nog) niet vast is komen te staan – brengt dat evenmin mee dat Stafford & Shepherd daarom niet aan haar inspanningsverplichting zou hebben voldaan. Ook hier is niet onderbouwd dat naar objectieve maatstaven sprake is van een tekortkoming.
4.10.
Al met al komt de rechtbank tegen voornoemde achtergrond tot de slotsom dat onvoldoende is aangevoerd om aan te kunnen nemen dat Stafford & Shepherd tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de Overeenkomst. Aan bewijslevering wordt daarom niet meer toegekomen.
ten aanzien van overeengekomen vergoeding
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat Kalle en Bakker de Overeenkomst ten onrechte per direct heeft beëindigd. Nu zij wel op 30 maart 2020 rechtsgeldig heeft opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn van zes maanden, is zij in beginsel gehouden om (een bedrag dat gelijkstaat aan) de overeengekomen vergoeding te betalen tot het einde van de looptijd van de Overeenkomst, derhalve tot en met september 2020 (een bedrag van
€ 57.500,00 exclusief btw).
4.12.
Kalle en Bakker heeft subsidiair verweer gevoerd tegen de hoogte van de schade. De betreffende verweren en hetgeen Stafford & Shepherd daartegen heeft aangevoerd worden hierna besproken.
4.13.
Kalle en Bakker voert aan dat Stafford & Shepherd er ongemotiveerd vanuit gaat dat de overeenkomst zou hebben voortgeduurd tot 1 oktober 2020, terwijl dat volgens Kalle en Bakker niet aannemelijk was, omdat Kalle en Bakker zeer ontevreden was over de dienstverlening van Stafford & Shepherd.
4.13.1.
De rechtbank is met Stafford & Shepherd van oordeel dat het in dit geval aan Kalle en Bakker is om te stellen en onderbouwen welke nieuwe / andere tekortkoming(en) van na 7 mei 2020 alsnog tot ontbinding van de Overeenkomst per direct had(den) geleid. Dat heeft zij niet gedaan, zodat geen reden bestaat om aan te nemen dat de Overeenkomst hoe dan ook vóór 1 oktober 2020 zou zijn geëindigd. De enkele stellingname dat Kalle en Bakker zeer ontevreden was over de dienstverlening van Stafford & Shepherd is daartoe onvoldoende, dat was immers al duidelijk op 30 maart 2020, het moment waarop Kalle en Bakker de Overeenkomst tegen 1 oktober 2020 heeft opgezegd. Bovendien is voor een beëindiging per direct ontevredenheid onvoldoende; er dient sprake te zijn van een tekortkoming in de nakoming van verplichtingen uit de overeenkomst.
4.14.
Kalle en Bakker voert verder aan dat door Stafford & Shepherd elf facturen per jaar zouden worden verstuurd. Er moet volgens haar vanuit worden gegaan dat Stafford & Shepherd in augustus vakantie zou hebben genoten en over die maand dus geen factuur zou hebben gezonden. Voor zover zij daarin niet wordt gevolgd, stelt Kalle en Bakker dat de niet te factureren (twaalfde) termijn naar rato verrekend moet worden over de na april 2020 resterende maanden van dat jaar.
4.14.1.
De rechtbank stelt vast dat Kalle en Bakker haar stelling dat Stafford & Shepherd in augustus 2020 vakantie zou nemen en over die maand geen factuur zou sturen in het geheel niet heeft onderbouwd. Bovendien heeft Stafford & Shepherd gemotiveerd betwist. Stafford & Shepherd voert namelijk aan dat zij de resterende periode tot 1 oktober 2020 zou uitwerken en eventueel daarna vakantie zou nemen. Kalle en Bakker heeft dit, hoewel dit wel op haar weg lag,niet nader weersproken. Dit verweer van Kalle en Bakker slaagt daarom niet.
4.15.
Kalle en Bakker voert voorts aan dat eventueel door Stafford & Shepherd genoten voordeel in mindering moet komen op de vordering. Kalle en Bakker schat in dat Stafford & Shepherd per maand een bedrag van € 4.000,00 aan kosten heeft bespaard.
4.15.1.
Stafford & Shepherd betwist dat sprake is van substantiële besparingen. De rechtbank stelt vast dat Kalle en Bakker slechts in algemene termen heeft gesproken over kostenbesparingen, zonder een concrete onderbouwing daarvan of een gedegen uitwerking van de daarmee gepaard gaande bedragen. Dat had, zeker gelet op de betwisting van Stafford & Shepherd, wel op haar weg gelegen. Bij gebrek aan onderbouwing kan de rechtbank niet aannemen dat enig bedrag uit hoofde van voordeelsverrekening in mindering strekt.
4.16.
Kalle en Bakker voert tot slot aan dat alleen die schade voor vergoeding in aanmerking komt die in redelijkheid kan worden toegerekend. De rechtbank stelt met Stafford & Shepherd vast dat Kalle en Bakker niet heeft gesteld, laat staan onderbouwd, welk bedrag uit hoofde hiervan in mindering zou moeten strekken. Reeds daarom kan de rechtbank op deze grond niet aannemen dat enig bedrag in mindering strekt.
4.17.
De vordering tot betaling van € 57.500,00 (exclusief btw) is dus toewijsbaar, omdat de daartegen door Kalle en Bakker aangevoerde verweren niet slagen. Ten aanzien van de daarover gevorderde wettelijke rente geldt dat gesteld noch gebleken is dat Kalle en Bakker vanaf 20 mei 2020 in verzuim verkeert. De rechtbank zal de gevorderde rente over dit bedrag daarom toewijzen vanaf de dag van het uitbrengen van de dagvaarding.
ten aanzien van de overeengekomen succesfee
4.18.
Ten aanzien van de succesfee geldt het bepaalde in artikel 3.4 van de Overeenkomst. Uit dat artikel volgt dat Kalle en Bakker jaarlijks een lijst met doelstellingen zal vaststellen en die aan Stafford & Shepherd zal verstrekken. Na afloop van het betreffende jaar zal door Kalle en Bakker worden beoordeeld in hoeverre Stafford & Shepherd de gestelde doelstellingen heeft behaald. Afhankelijk van het (door Kalle en Bakker vast te stellen) behalen van de doelstellingen, ontvangt Stafford & Shepherd een succesfee van maximaal € 80.000,00 exclusief btw per jaar.
4.19.
Gelet hierop had het op de weg gelegen van Stafford & Shepherd om (in ieder geval) te stellen en te onderbouwen:
- wat de doelstellingen over 2020 waren;
- in hoeverre zij daaraan al volledig had voldaan op het moment van het per direct beëindigen van de Overeenkomst (7 mei 2020) en waaruit dat blijkt, en/of;
- in hoeverre zij daaraan naar verwachting had voldaan op het moment van het eindigen van de Overeenkomst (30 september 2020) en waaraan zij die verwachtingen ontleent;
- welke fee zij voor het realiseren van de betreffende doelstellingen had (kunnen) ontvangen;
- dat zij in ieder geval € 40.000,00 aan succesfee had gerealiseerd indien Kalle en Bakker de Overeenkomst niet per direct had beëindigd;
- dat Kalle en Bakker – conform de Overeenkomst – zou hebben vastgesteld dat de betreffende doelstellingen waren behaald.
4.20.
De rechtbank stelt vast dat op geen enkel van de hiervoor genoemde punten voldoende is gesteld, laat staan dat dit is onderbouwd. Stafford & Shepherd heeft volstaan met te stellen dat Kalle en Bakker heeft veroorzaakt dat het voor Stafford & Shepherd onmogelijk is geworden de succesfee te realiseren. Stafford & Shepherd stelt dat Kalle en Bakker als gevolg daarvan 9/12e van deze fee (€ 60.000,00) aan Stafford & Shepherd is verschuldigd. Vervolgens beperkt zij haar aanspraak (om voor de rechtbank onduidelijke redenen) tot een bedrag van € 40.000,00.
4.21.
Het is aan een eisende partij en diens advocaat om (voldoende duidelijke) stellingen in te nemen, die dan onderbouwd kunnen worden met producties. Voor zover Stafford & Shepherd zou hebben bedoeld om voor dit alles te verwijzen naar een productie (productie 14 bij productie 15 bij dagvaarding, een – slecht leesbaar – overzicht uit Excel) – waarbij de rechtbank opmerkt dat in dagvaarding in het kader van de gevorderde succesfee niet eens daadwerkelijk naar deze productie wordt verwezen–, geldt dat het niet aan de rechtbank is om stellingen uit een productie af te leiden.
4.22.
Nu gelet op het voorgaande door Stafford & Shepherd onvoldoende is gesteld ten aanzien van de gevorderde succesfee dient deze vordering reeds daarom te worden afgewezen.
de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten
4.23.
Stafford & Shepherd vordert € 1.950,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat onvoldoende is gebleken dat de verrichte buitengerechtelijke incassowerkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.24.
Kalle en Bakker wordt als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stafford & Shepherd worden begroot op:
- dagvaarding € 83,38
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat €
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.353,38
in reconventie
4.25.
Uit hetgeen hiervoor in conventie is overwogen en beslist, volgt dat Kalle en Bakker niet gerechtigd was om de Overeenkomst per direct te beëindigen. Eveneens volgt uit het hiervoor overwogene in conventie dat Kalle en Bakker de overeengekomen vergoedingen tot het eind van de looptijd van de Overeenkomst, dat wil zeggen tot en met september 2020, aan Stafford & Shepherd dient te voldoen. Daaruit volgt reeds dat geen grond bestaat tot terugbetaling van de reeds door Kalle en Bakker voldane vergoedingen over de maanden januari, februari, maart en april 2020, zoals door Kalle en Bakker gevorderd. Deze zijn naar het oordeel van de rechtbank niet onverschuldigd betaald, zoals Kalle en Bakker stelt. De vordering van Kalle en Bakker dient daarom (zowel voor wat betreft de primaire als de subsidiaire vordering) te worden afgewezen.
4.26.
Kalle en Bakker wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stafford & Shepherd worden begroot op:
- salaris advocaat €
1.114,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 1.114,00)
Totaal € 1.114,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Kalle en Bakker om aan Stafford & Shepherd te betalen een bedrag van € 57.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 14 september 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Kalle en Bakker in de proceskosten, aan de zijde van Stafford & Shepherd tot op heden begroot op € 4.353,38,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt Kalle en Bakker in de proceskosten, aan de zijde van Stafford & Shepherd tot op heden begroot op € 1.114,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Krens en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2021. [1]

Voetnoten

1.type: PB