Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 15 september 2021.
2.De feiten
12 stuks vlakke voorgelakte binnendeuren met volle paneelvulling; diverse afmetingen incl. voorgefraisd[sic]
slotgat” ad € 3.165,60 exclusief btw en het leveren van de 12 kozijnen ad € 3.768,- exclusief btw (hierna: “offerte 9 juni”).
€ 1.875,46 voor de deuren en de factuur met nummer [nummerreeks 4] van 17 december 2020 ad
€ 6.250,85 voor de deuren.
In opdracht nemen vervaardigen binnendeurkozijnen conform opdrachtbevestiging dd. 10.06.2020”.
Aanvullend: Plaatsen binnendeurkozijnen 27.07 8 mu. Verbruikt PUR-schuim. Bevestigingsmiddelen”.
Aanbetaling inzake leveren en afhangen binnendeuren nieuwbouw woning [plaats] e.e.a. conform onze offerte dd. 10.06.2020 Totaalprijs excl. btw offerte € 6.199,88. 25%€ 1549,97”
Afrekening leveren en afhangen binnendeuren conform offerte dd. 10.06.2020”. Op deze factuur staat o.a. dat factuur nummer [nummerreeks 3] betaald is, staan drie meerwerkposten en één minderwerkpost
.[naam onderneming] heeft [gedaagde] op 27 januari 2021 om 10:39 per e-mail aangemaand om de factuur met nummer [nummerreeks 4] van 17 december te betalen. Op 27 januari 2021 om 11:20 antwoordt [gedaagde] per e-mail: "
De nota klopt helaas niet”. Op 27 januari 2021 om 11:39 antwoordt [naam onderneming] per e-mail met het verzoek “
kunt u aangeven wat u denkt dat niet aan de nota klopt?”. Hierop antwoordt [gedaagde] per e-mail op 27 januari 2021 om 22:29 met "
We reeds deel betalingen gedaan ipv 1".
leveren en afhangen binnendeuren € 6.199,88 excl. btw” en de opdrachtbevestiging van 10 juni 2020 “
leveren binnendeurkozijnen € 3.768,- excl. btw”.
Zoals reeds eerder besproken is de factuur niet conform de offerte, daarom graag hierover overleg”. Partijen overleggen twee keer waarna geen betaling plaatsvindt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
ik kan door de drukte de mails over het hoofd hebben gezien”.
binnendeurkozijnen conform opdrachtbevestiging dd. 10.06.2020” alsmede de factuur met nummer [nummerreeks 3] van 3 november 2020 heeft betaald waarop staat: “
Aanbetaling inzake leveren en afhangen binnendeuren nieuwbouw woning [plaats] e.e.a. conform onze offerte dd. 10.06.2020 Totaalprijs excl. btw offerte € 6.199,88. 25% € 1549,97”.
het mij niet duidelijk was dat het om een meerprijs zou gaan”. Verder bevestigt [gedaagde] dat er gesproken is over het plaatsen van magneetsloten en dat deze zijn geplaatst, maar dat hij “
er vanuit ging dat deze in de offerte van 9 juni 2020 zaten”. [gedaagde] betwist dat hij opdracht voor meerwerk heeft gegeven omdat er geen bevestiging van meerwerk is ondertekend door hem.
behoorlijk aan de prijs was” en dat hij “
er op basis van gesprekken met [naam onderneming] en aannemer[voor de bouw van het huis]
vanuit gegaan[is]
dat alles inbegrepen was.” [naam onderneming] betwist dit en voert aan dat het monteren van de deurklinken in de offerte van 9 juni noch in de offerte 10 juni is opgenomen en dat dit extra werk voor haar werknemers inhoudt.
excl. plaatsen kozijnen”.
€ 687,54 wordt daarom toegewezen.
- dagvaarding € 89,44
- griffierecht € 507,-
- salaris gemachtigde