4.5.Naar het oordeel van de rechtbank heeft Robo Paper er voortdurend en telkenmale blijk van gegeven dat tussen partijen wilsovereenstemming was over de status van de op de balansen vermelde rekening-courantvordering op Robo Management, te weten dat Robo Paper afstand van die vordering had gedaan en deze vordering was vervallen. Dit blijkt (onder meer) uit het navolgende.
4.5.1.In de onderhandelingen die aan de aandelenoverdracht vooraf gingen heeft de heer [naam] van ‘ [naam bedrijf] ’ na inzage in de financiële gegevens van Robo Paper en Robo Food voor Juro Beheer het ‘due diligence’ onderzoek uitgevoerd en op basis daarvan een ‘Informatie Memorandum’ (productie 3 bij conclusie van antwoord) geschreven. Hierin werd de waarde van Robo Paper gesteld op € 500.000,00. Niet blijkt dat [naam] voornoemd de gewraakte rekening-courantvordering in die waardebepaling heeft betrokken. [naam] meldt de gestelde vordering evenmin, ook niet in de opstellingen onder de paragrafen 3.1, 3.2 en 3.3 van het rapport.
4.5.2.De vordering komt evenmin voor de dag kort ná de aandelenoverdracht, toen door [naam belastingadviseur] van Accon AVM, belastingadviseur van Robo Management, alsnog een overnamebalans werd opgesteld, waarvan Juro Beheer, zo is onweersproken gesteld, vóór de aandelenoverdracht kennelijk had afgezien. Bij e-mail van 14 november 2017 (productie 6 bij conclusie van antwoord) heeft [naam belastingadviseur] voornoemd deze overnamebalans aangehecht Hierop zijn de vorderingen van Robo Paper, waaronder de gestelde rekening-courantvordering, alle op € 0,00 gesteld. Dit correspondeert met hetgeen [naam belastingadviseur] in de begeleidende e-mail schrijft (onderstreping is van de rechtbank):
“Zoals aangegeven de overnamebalansen per 1/11/2017.
Uiteraard zullen ze (mondeling) toegelicht dienen te worden
Zijn ze gebaseerd op de koopprijs van 1 Miljoen Euro.
Zijn zegrotendeels opgeschoond met alle schuld en vordering verhoudingen binnen de Robo Groep
(…).”
Niet gebleken is dat van de zijde van Robo Paper nog specifiek op deze e-mail is gereageerd. Bij gelegenheid van de toegezegde mondeling toelichting op de overnamebalans (waarop de vorderingen van Robo Paper alle op € 0,00 waren gesteld) door [naam belastingadviseur] op het kantoor van Robo Paper zijn de balansposities c.q. de gestelde rekening-courantvordering niet aan de orde geweest, zo heeft Robo Management onbetwist gesteld.
Hierbij zij nog aangetekend dat onbetwist is gesteld dat vóór de aandelenoverdracht de cijfers over het nog lopende boekjaar 2017 interne cijfers waren die door administratiekantoor [naam administratiekantoor] waren bijgehouden en waarvan de opgestelde saldibalans en verlies- en winstrekening (mét de vermelde rekening-courantvordering) niet door Accon AVM waren gecontroleerd. Ná de overdracht heeft [naam belastingadviseur] alsnog de overnamebalansen opgesteld, zoals hiervoor is overwogen.
4.5.3.In de hierop volgende fase passeert de vermeende rekening-courantvordering evenmin de revue. Zo heeft Robo Paper bij het vaststellen van de eindafrekening tussen partijen, waartoe op 18 december 2017 een overzicht van bankmutaties is opgesteld (productie 8 bij conclusie van antwoord) op grond waarvan Robo Management nog
€ 51.562,24 aan Robo Paper moest betalen, niet gemeld dat Robo Management ook nog een rekening-courantschuld aan haar had die bij voormeld bedrag moest worden opgeteld.
4.5.4.Daags erna schrijft [naam] aan [naam belastingadviseur] in een e-mail van 19 december 2017 onder meer (productie 9 bij conclusie van antwoord):
“We hebben momenteel beschikking over de gehele boekhouding en zullen deze volledig controleren en herleiden. Pas nadat dit proces heeft plaatsgevonden en het voor 100% duidelijk is kunnen we aan tafel gaan om e.e.a. verder te bespreken.”
Dit “controleren en herleiden” door Robo Paper heeft vervolgens niet geleid tot de vaststelling van het bestaan van de gestelde rekening-courantvordering. Ook niet toen Robo Paper zich steeds nadrukkelijker op het standpunt ging stellen dat Robo Management een onjuist beeld had geschetst van de waarde van de onderneming. In zijn brief van 1 mei 2018 (productie 12 bij conclusie van antwoord) geeft [naam] aan [naam belastingadviseur] te kennen dat hij tot een nieuwe waardebepaling wil komen en klaagt hij over de onjuistheid van de weergave van de orderportefeuille, zulks echter zonder gewag te maken van de vordering.
4.5.5.Ter beëindiging van dit geschil sluiten partijen op 9 november 2018 een vaststellingsovereenkomst, inhoudende dat de koopprijs van de aandelen wordt vastgesteld op € 58.331,00. In combinatie met de vermindering van de koopprijs sluiten partijen ook een managementovereenkomst voor de duur van 113 maanden, uit hoofde waarvan Robo Paper voor de door [naam bestuurder] in persoon verrichte diensten een vergoeding verschuldigd is van € 8.333,34 per maand, exclusief BTW. Feitelijk kwam dit, net als in de initiële door partijen gesloten koopovereenkomst, neer op een totale betaling van € 1.000.000,00 aan Robo Management. De vermeende vordering vormt echter in het geheel geen thema in de onderhandelingen die tot deze twee overeenkomsten leiden. Sterker nog, in de fase voorafgaand aan de totstandkoming van deze overeenkomsten schrijft de heer [naam directeur] , directeur van Robo Paper, bij e-mail van 15 juni 2018 (productie 16 bij conclusie van antwoord):
“Dan ben ik blij dat alles helder is en dat we financieel alles kunnen afronden en fris verder gaan.”
Het is moeilijk voorstelbaar dat [naam directeur] voornoemd dit zou hebben geschreven, als Robo Paper nog een aanzienlijke vordering op Robo Paper zou hebben gehad. Immers, evident is dat het bestaan van de vermeende vordering een aanzienlijke beperking met zich had gebracht van de omvang van de financiële verplichtingen van Robo Paper jegens Robo Management. Echter, kennelijk ging ook Robo Paper er van uit dat er geen vordering meer was. Dit blijkt tevens uit het navolgende.
Bij e-mail van 4 juli 2018 schrijft [naam belastingadviseur] aan [naam] dat [naam bestuurder] in totaal nog recht had op € 30.298,00 – dit bedrag had betrekking op twee nog niet door Robo Paper betaalde termijnen van de koopsom alsmede de afrekening van vier projecten – welk bedrag gelijktijdig met de ondertekening van de managementovereenkomst zou worden overgemaakt, onder de toevoeging:
“Los van deze twee projecten[deze moesten financieel nog worden afgewikkeld, toevoeging de rechtbank]
verklaren partijen over en weer financieel niets meer van elkaar te vorderen hebben: finale kwijting over en weer (…).”
Door betaling van genoemd bedrag en ondertekening van de managementovereenkomst heeft Robo Paper zich naar het oordeel van de rechtbank impliciet akkoord verklaard met het door [naam belastingadviseur] in die e-mail gestelde dat partijen financieel niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar finale kwijting verlenen, mede gezien het feit dat gesteld noch gebleken is dat Robo Paper nog inhoudelijk heeft gereageerd op de e-mail.
4.5.6.Maar wat hier ook van zij, als Robo Paper later de managementovereenkomst bij schrijven van 28 juni 2019 opzegt, omdat de liquiditeitssituatie van Robo Paper “dusdanig slecht” is dat zij niet in staat is de management fee tijdig aan Robo Management te voldoen (productie 23 bij conclusie van antwoord), wordt met geen woord gerept van het bestaan van de rekening-courantvordering. Was die vordering er wel geweest, dan had dit – door verrekening – voor Robo Paper geleid tot een aanzienlijke financiële verlichting. In het licht hiervan is dan ook volstrekt onaannemelijk dat de rekening-courantvordering nog onderdeel was van de tussen partijen bestaande rechtsverhouding.
4.5.7.Het voorgaande geldt evenzeer als Robo Management en [naam bestuurder] een bodemprocedure entameren tegen Robo Paper. In die procedure wijst ook niets op het bestaan van de gestelde vordering. Zo besteedt Robo Paper in de in die procedure genomen conclusie van antwoord op geen enkele wijze aandacht aan de vermeende vordering, hetgeen toch voor de hand had gelegen om dezelfde redenen als hiervoor onder 4.5.5 en 4.5.6 is overwogen. Ook met het oog op het beëindigen van het tussen hen bestaande geschil acht de rechtbank het onbegrijpelijk – en daarmee onaannemelijk – dat Robo Paper de vermeende rekening-courantvordering niet heeft betrokken in (het aangaan van) de tweede vaststellingsovereenkomst (zie hiervoor onder rov. 2.3 van ‘De feiten’), zo stellig als zij thans is in haar bewering dat zij een dergelijke vordering op Robo Management heeft.