In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 november 2021, betreft het een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de erflaatster. De verzoekster, in haar hoedanigheid van erfgenaam en vereffenaar, heeft op 14 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend. De erflaatster is op [overlijdensdatum] te [overlijdensplaats] overleden, en de erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. De activa van de nalatenschap zijn ten tijde van het overlijden van de erflaatster niet exact vastgesteld, wat complicaties met zich meebrengt voor de vereffening.
De verzoekster heeft aangevoerd dat de vereffeningskosten, die € 541,48 bedragen, de activa van de nalatenschap overstijgen. Dit is een belangrijke overweging voor de opheffing van de vereffening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, ondanks herhaalde verzoeken om informatie, de omvang van de activa nog steeds niet duidelijk is. Daarom is de verzoekster in de gelegenheid gesteld om binnen een maand de bankafschriften van de ABN AMRO-rekening van de erflaatster aan te leveren, zodat de rechter een weloverwogen beslissing kan nemen.
De kantonrechter heeft verder besloten om de verdere beslissing aan te houden totdat de verzoekster aan de gevraagde informatie kan voldoen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.