ECLI:NL:RBLIM:2021:8794
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van handel in en uitvoer en bezit van heroïne en cocaïne en deelname aan een criminele organisatie
Op 23 november 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1996, die werd bijgestaan door mr. A.A.Th.X. Vonken. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 14 en 15 oktober 2021, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, die onder andere betrekking hadden op de verkoop, het bezit en de uitvoer van heroïne en cocaïne, alsook deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de handel in verdovende middelen. De verdachte was weliswaar aanwezig in een woning waar drugs werden aangetroffen, maar er waren geen concrete aanwijzingen dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid van deze middelen. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat hij deel uitmaakte van een criminele organisatie. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten.