In deze zaak vordert Ben Koster Beheer B.V. betaling van een bedrag van € 66.667,33 van [gedaagde], op basis van een borgstelling en onrechtmatige daad. De procedure is aanhangig gemaakt tegen vier gedaagden, waarvan er drie een schikking hebben getroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Ben Koster Beheer B.V. in 2014 een borgstelling heeft verkregen van [gedaagde] voor een lening aan Kiss Engineering B.V. De echtgenote van [gedaagde] heeft echter gesteld dat zij nooit toestemming heeft gegeven voor deze borgstelling, wat leidt tot de vraag of de borgstelling rechtsgeldig is. De rechtbank overweegt dat de toestemming van de echtgenote vereist was en dat [gedaagde] mogelijk onrechtmatig heeft gehandeld door te stellen dat hij die toestemming had. De rechtbank concludeert dat, indien de echtgenote geen toestemming heeft gegeven, de borgstelling vernietigbaar is. De rechtbank wijst de vordering van Ben Koster Beheer B.V. toe, omdat de schade die zij heeft geleden door het handelen van [gedaagde] vaststaat. De rechtbank veroordeelt [gedaagde] tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.