ECLI:NL:RBLIM:2021:8854
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afkondiging van een afkoelingsperiode in het kader van de WHOA
In deze beschikking heeft de Rechtbank Limburg op 11 februari 2021 een verzoek tot het gelasten van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) toegewezen. Verzoekster, een besloten vennootschap die actief is in de aanneming van werk, heeft op 14 januari 2021 een verklaring ter griffie gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van een besloten akkoordprocedure buiten faillissement, waarbij verzoekster te maken heeft met financiële problemen als gevolg van de coronacrisis. Door de coronamaatregelen hebben onderaannemers en zzp'ers hun werkzaamheden neergelegd, wat heeft geleid tot een achterstand in de oplevering van opdrachten en het opschorten van betalingen door opdrachtgevers. Hierdoor dreigt faillissement.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 5 februari 2021 zijn de middellijk bestuurder van verzoekster en haar adviseur gehoord. Verzoekster heeft een plan gepresenteerd om de onderneming voort te zetten en een akkoord aan te bieden aan de schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor het toewijzen van het verzoek is voldaan. De rechtbank concludeert dat het noodzakelijk is om de onderneming voort te zetten en dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn met de afkoelingsperiode. De rechtbank heeft daarom besloten om de afkoelingsperiode af te kondigen voor de duur van vier maanden, ingaande 12 februari 2021, waarbij de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van verzoekster gedurende deze periode niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank.