ECLI:NL:RBLIM:2021:9073
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot boedelbeschrijving en rekening en verantwoording in erfrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 23 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de nalatenschap van de erflaatster. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Bergmans, heeft verzocht om een boedelbeschrijving en rekening en verantwoording van de verweerder, die de financiële belangen van de erflaatster heeft behartigd. De procedure is gestart op 19 november 2020 met de indiening van een verzoekschrift. Na verschillende schriftelijke reacties en een mondelinge behandeling op 10 juni 2021, heeft de kantonrechter de beschikking bepaald.
De feiten van de zaak zijn dat de erflaatster, na eerdere afwijzingen van verzoeken tot instelling van bewind, op [overlijdensdatum] is overleden. De erfgenamen zijn haar zes kinderen. De verzoeker heeft aangevoerd dat de verweerder geen inzage heeft gegeven in de omvang van de nalatenschap, waardoor de verdeling niet kan plaatsvinden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een verplichting bestaat voor de verweerder om rekening en verantwoording af te leggen over het financiële beheer van de erflaatster, zowel voor als na haar overlijden.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de verweerder binnen twee weken na betekening van de beschikking een boedelbeschrijving en rekening en verantwoording moet opstellen, op straffe van een dwangsom. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn begroot op € 483,00. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.