ECLI:NL:RBLIM:2021:9074
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verschaffen van huurgenot en buitengerechtelijke ontbinding van huurovereenkomst na aantreffen hennepkwekerij
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiser, wonende aan [adres 1] te [woonplaats 1], een kort geding aangespannen tegen gedaagde, de eigenaar van de woning. Eiser vordert dat gedaagde hem huurgenot verschaft, primair met behulp van de sterke arm van de politie en subsidiair onder verbeurte van een dwangsom. De achtergrond van de zaak is dat op 3 juni 2020 in de woning van eiser een hennepkwekerij is aangetroffen, wat heeft geleid tot een sluiting van de woning door de burgemeester. Gedaagde heeft vervolgens de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, maar eiser stelt dat hij geen toegang meer heeft tot de woning en dat gedaagde zijn verplichtingen niet nakomt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ontbindingsverklaring van gedaagde te laat is uitgebracht, aangezien de woning op dat moment niet meer gesloten was. Hierdoor is de buitengerechtelijke ontbinding niet effectief. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij geen weet had van de hennepkwekerij, en de kantonrechter oordeelt dat eiser zich niet als een goed huurder heeft gedragen. De vordering tot het verschaffen van huurgenot wordt afgewezen, evenals de vordering tot het verschaffen van een werkende waterleiding. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.