ECLI:NL:RBLIM:2021:9075

• Datum uitspraak: 8 november 2021
• Publicatiedatum: 2 december 2021
• Zaaknummer: 9458491 EZ VERZ 21-218
• Instantie: Rechtbank Limburg
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: R.P.J. Quaedackers
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vaststelling van het vereffenaarsloon in een erfrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 8 november 2021, is een verzoekschrift ingediend door UW VEREFFENAAR B.V., in haar hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van de erflaatster. Het verzoek betreft de vaststelling van het vereffenaarsloon voor de medewerkers van verzoekster, nu de vereffening van de nalatenschap nagenoeg is voltooid. De rechtbank heeft de procedure op 21 september 2021 gestart en heeft op 8 november 2021 uitspraak gedaan.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de interne kantooroverleggen en de gedeclareerde uren van de medewerkers. Het verzoekster heeft kantoorkosten van 4% in rekening gebracht, maar deze zijn afgewezen omdat ze geen looncomponent zijn. De kantonrechter heeft de uren aan reistijd in mindering gebracht en het vereffenaarsloon vastgesteld op basis van de aangeleverde urenspecificatie en ervaringsfactoren.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat het vereffenaarsloon voor de periode van 7 februari 2020 tot en met de afwikkeling is vastgesteld op € 14.554,26 exclusief btw. Daarnaast is verzoekster opgedragen om uiterlijk op 1 maart 2022 de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst ter inzage neer te leggen ter griffie van de rechtbank, met inachtneming van de mogelijkheid van hoger beroep tegen deze beschikking. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Burgerlijk recht / Kantonrechter

Zaaknr: 9458491 EZ VERZ 21-218

Beschikking van 8 november 2021

Inzake

UW VEREFFENAAR B.V.,

kantoor houdend te 2957 CL Nieuw-Lekkerland, Lekdijk 297,

verzoekster, in haar hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van

[erflaatster] (verder: de erflaatster).

1. Het verloop van de procedure

1.1.

Op 21 september 2021 is een verzoekschrift met bijlagen ter griffie van deze rechtbank ontvangen.

1.2.

Vervolgens is beschikking bepaald en wordt vandaag uitspraak gedaan.

2. Het verzoek

[naam 1] , werkzaam bij verzoekster, vraagt vaststelling van het vereffenaarsloon van haarzelf en van de overige medewerkers die bij verzoekster werkzaam zijn en voert daartoe aan dat de vereffening van de nalatenschap van de erflaatster nagenoeg is voltooid.

3. De beoordeling

3.1.

Rekening houdend met het feit dat intern kantooroverleg slechts bij een van de medewerkers wordt gehonoreerd zullen slechts de daarvoor door [naam 2] gedeclareerde uren worden gehonoreerd en bij de overige medewerkers in mindering worden gebracht. Verder zullen de uren aan reistijd van in totaal 8,48 overeenkomstig het door verzoekster ter zake gestelde in mindering worden gebracht nu deze uren wel in de urenspecificatie en de berekening van verzoekster zijn meegenomen. De door verzoekster in rekening gebrachte kantoorkosten van 4% zullen worden afgewezen nu voormelde kosten geen looncomponent zijn. Het voorgaande leidt er toe dat aan de hand van de door verzoekster aangeleverde urenspecificatie en de ervaringsfactoren het vereffenaarsloon als volgt zal worden vastgesteld:

[naam 2] 1,8 uur x 1,4 x € 219,00 = € 551,88

[naam 2] 1,8 uur x 1,4 x € 226,00 = € 569,52

[naam 1] 32,2 uur x 1,1 x € 219,00 = € 7.756,98

[naam 1] 14 uur x 1,1 x € 226,00 = € 3.480,40

[naam 3] 5,4 uur x 0,8 x € 226,00 = € 976,32

[naam 4] 6,9 uur x 0,4 x € 219,00 = € 604,44

[naam 4] 1,5 uur x 0,4 x € 226,00 = € 135,60

[naam 5] 0,3 uur x 0,4 x € 226,00 = € 27,12

Afwikkeling 2 uur x 1 x € 226,00 =
€ 452,00

Totaal € 14.554,26 excl. btw.

3.2.

Zoals in de beschikking van 9 februari 2021 is beslist, dient verzoekster de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst ter inzage neer te leggen ter griffie van deze rechtbank. De daarin bepaalde datum zal, met inachtneming van de mogelijkheid van hoger beroep tegen de onderhavige beschikking, worden gesteld op uiterlijk 1 maart 2022.

4. De beslissing

De kantonrechter

4.1.

stelt het vereffenaarsloon van de medewerkers bij verzoekster in de nalatenschap van [erflaatster] over de periode van 7 februari 2020 tot en met de afwikkeling vast op € 14.554,26 exclusief btw,

4.2.

geeft verzoekster de aanwijzing om op uiterlijk 1 maart 2022 de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst in de nalatenschap van

[erflaatster] ter inzage neer te leggen ter griffie van deze rechtbank,

4.3.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.

YT