ECLI:NL:RBLIM:2021:9078
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing vereffening en vaststelling vereffenaarsloon in erfrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 3 november 2021, is een verzoekschrift ingediend door de verzoeker, die optreedt als vereffenaar van de nalatenschap van de erflater. Het verzoek omvat de vaststelling van het loon van de vereffenaar, de vereffeningskosten, de opheffing van de vereffening, en de publicatie van deze opheffing in de digitale Staatscourant. De verzoeker vraagt om een loon van € 10.871,64 inclusief BTW en vereffeningskosten van € 12.121,73. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap is voltooid en dat de vereffeningskosten hoger zijn dan de activa van de nalatenschap, wat aanleiding geeft tot de opheffing van de vereffening.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het loon van de vereffenaar en zijn kantoorgenoten, vanaf 2 juni 2020 tot en met de afwikkeling, vastgesteld moet worden op € 11.030,64 inclusief BTW. De totale vereffeningskosten zijn vastgesteld op € 11.845,86, bestaande uit het loon en reeds betaalde kosten. De post voor kantoorkosten van 4% over het salaris is afgewezen omdat deze niet gespecificeerd of onderbouwd was. De kantonrechter heeft de opheffing van de vereffening gelast en de griffier opgedragen om deze beschikking in het boedelregister in te schrijven. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.