Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,wonend [adres 1] ,[woonplaats 1] ,
[eiseres sub 2],
wonend [adres 1] ,
[woonplaats 1] ,
[eiseres sub 3],
wonend [adres 2] ,
[woonplaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de brief van 9 november 2021 zijdens [gedaagde] met een tweetal producties
- de mondelinge behandeling gehouden op 14 november 2021, bij welke gelegenheid mr. D.G.A. Rossi, ten deze vervangende mr. Y.K. Kunze, een pleitnota heeft ingebracht.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met machtiging van [eisers] om de ontruiming zo nodig zelf te doen bewerkstelligen op kosten van [gedaagde] ,
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 5.840,00, vermeerderd met rente vanaf
- 1 oktober 2021 alsmede tot betaling van € 730,00 per maand vanaf 31 oktober 2021 tot de ingegane maand van de ontruiming, eveneens met rente,
- [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure en in de nakosten.
4.De beoordeling
gehelemaandelijkse huurpenningen zouden kunnen rechtvaardigen. [gedaagde] heeft niet kunnen volstaan met de blote stelling dat sprake is van een instortingsgevaar en het inbrengen van foto’s. Aan de hand van die foto’s is hooguit aannemelijk dat ergens in het gehuurde sprake is (geweest) van een lekkage bij een of twee ramen, althans van een vochtprobleem, maar elke toelichting op die foto’s, bijvoorbeeld om welke ruimte(s) het zou gaan, om welke oppervlakte, vanaf wanneer en mogelijk waardoor, is ook op de mondelinge behandeling uitgebleven. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] geen gebruik meer heeft kunnen maken van de woning. Het verweer wordt verworpen.
- salaris gemachtigde
747,00(tarief gemiddeld)