Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen
- het verweerschrift met bijlagen
- het tegenverzoek met bijlagen
- de mondelinge behandeling op 3 november 2021, waarbij namens Ikea een pleitnota overgelegd is.
2.De feiten
3.Het geschil
€ 970,70, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd,
4.De beoordeling
het verzoek van [verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek]
5 december 2020 om 16:57 uur inklokte terwijl hij pas om 17:20 daadwerkelijk begon met werken. [verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek] heeft toen zodoende in strijd met de huisregels gehandeld en is door Ikea erop gewezen dat het niet in acht nemen van deze regels verstrekkende consequenties kan hebben voor zijn dienstbetrekking. Desondanks heeft [verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek] ook daarna te vroeg ingeklokt. Dat gebeurde in ieder geval op 24 juli en 28 juli 2021.
5.De beslissing
€ 1.258,70 verschuldigd is,
- € 124,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van deze beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening.