Uitspraak
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 25 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: GI) om een schriftelijke aanwijzing aan de moeder van de minderjarige te bekrachtigen. De schriftelijke aanwijzing bevatte verplichtingen voor de moeder, waaronder het respectvol omgaan met de jeugdzorgwerker en het beperken van de communicatie tot een wekelijks telefoongesprek. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige in de gelegenheid is gesteld om haar mening te uiten, maar hier geen gebruik van heeft gemaakt.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder zich niet aan de verplichtingen van de schriftelijke aanwijzing heeft gehouden, wat negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van de minderjarige. De GI heeft aangegeven dat de moeder een onophoudelijke stroom van berichten naar de jeugdzorgwerker stuurt, wat niet in het belang van de minderjarige is. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te beschermen en om de samenwerking tussen de moeder en de GI te verbeteren.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de GI bevoegd was om de schriftelijke aanwijzing te geven en dat deze op een correcte manier is gebruikt. De beslissing van de kinderrechter is definitief, aangezien er geen hoger beroep mogelijk is, maar alleen cassatie in het belang der wet. De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing bekrachtigd en het anders of meer verzochte afgewezen.