Nadat de wachttijd van 2 jaar was verlopen (maart 2020), heeft [verzoekende partijen] een WIA uitkering aangevraagd bij het UWV. Het UWV heeft daarop aan [verwerende partij] loonsancties opgelegd. Uit het rapport van de arbeidsdeskundige ter zake [verzoekende partij 1] wordt de navolgende passage aangehaald:
“
4. Beoordeling resultaat en inspanning
(…) Zijn de inspanningen van de werkgever voldoende?
Ik vind de inspanningen van de werkgever onvoldoende, omdat:
In Spoor 1 is geen Plan van Aanpak geschreven en is de probleem analyse vertraagd opgesteld op 25-07-2018. Uit die probleem analyse is geen enkele conclusie getrokken om tot actie over te gaan. Pas in het najaar, vanaf 25- 10-2018 en op 07- 11-2018, 30-11-2018, 24-12-2018 en 01-02-2019 heeft mediation plaats gevonden dat geen enkel resultaat heeft opgeleverd. De bedrijfsarts adviseerde al op 25-07-2018 om mediation toe te passen volgens de Stecr richtlijnen en dat er werkgerelateerde beperkingen zijn tav. het persoonlijk- en sociaal functioneren. Het conflict is niet opgelost, het juridische conflict is nog steeds lopende. Spoor 1 is na de mislukte mediation geen optie meer. Indien de mediation tijdig was gestart, waren wellicht daarmee de kansen op een oplossing van het conflict bereikbaarder geweest en is er kostbare tijd verloren gegaan die besteedt had kunnen worden aan re-integratie in Spoor 1 en 2. Deze tekortkomingen in Spoor 1 zijn niet meer te herstellen.
De werkgever dient indien werknemer belastbaar is en duidelijk is dat hij/ zij arbeidsongeschikt is voor het eigen werk, doch uiterlijk na de Eerstjaars Evaluatie WIA te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn in eigen, aangepast of ander werk bij de eigen werkgever. De tijd tussen de vaststelling dat er belastbaarheid is ontstaan en de start van daadwerkelijke inzet van re-integratieactiviteiten mag maximaal 8 weken bedragen.
Spoor 2 is gestart op 22-03-2019 en 6 weken na de beeindiging van de mediation. Spoor 2 had veel
eerder kunnen starten en zouden wellicht ook eerder de mogelijkheden in Spoor 1 onderzocht
hebben kunnen worden. De startrapportage van Spoor 2 ontbreekt waardoor het onduidelijk is of er een adequaat zoek- en persoonsprofiel is opgesteld en uit welke onderdelen het 2e spoortraject bestaat. Er is slechts 1 tussentijdse rapportage over de voortgang van Spoor 2 van 05-12-2019 en een sollicitatie overzicht ontbreekt, waardoor het niet mogelijk is om te concluderen dat er daadwerkelijk de stap richting arbeidsmarkt is gezet, Hieruit kan ik concluderen dat het geen adequaat en volwaardig 2e spoortraject betreft qua inhoud.”
Uit het rapport van de arbeidsdeskundige ter zake [verzoekende partij 2] wordt de navolgende passage aangehaald:
“Zijn de inspanningen van de werkgever voldoende geweest?
Nee, want de werkgever heeft deels het verkeerde aan re-integratie gedaan De werkgever heeft de re
integratie in Spoor 1 en 2 niet adequaat aangepakt.
In Spoor 1 is geen Plan van Aanpak geschreven en is de probleem analyse vertraagd opgesteld. Uit die probleem analyse is geen enkele conclusie getrokken om tot actie over te gaan. Pas in het najaar heeft mediation plaats gestart dat uiteindelijk geen enkel resultaat heeft opgeleverd. Bedrijfsarts heeft
mediation al geadviseerd op 25-07-2018. Daarna is in het voorjaar van 2019 Spoor 2 alsnog gestart en heeft arbeidsdeskundig onderzoek plaats gevonden. [verzoekende partij 2] heeft een ingreep
en behandelingen moeten ondergaan. Rechtzaken vinden plaats. [verzoekende partij 2] krijgt een niet passende functie aangeboden bij de eigen werkgever. Ze moet op spreekuur bij een bedrijfsarts in
Rotterdam. [verzoekende partij 2] werkt actief mee aan het 2e Spoor traject. De startrapportage van
Spoor 2 ontbreekt waardoor het onduidelijk is of er een adequaat zoek- en persoonsprofiel is
opgesteld. Er is slechts 1 tussentijdse rapportage over de voortgang van Spoor 2 van 05-12-2019 en een sollicitatie overzicht ontbreekt, waardoor het niet mogelijk is om te concluderen dat er daadwerkelijk de stap richting arbeidsmarkt is gezet. (…)”