ECLI:NL:RBLIM:2021:9780

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9562894 CV EXPL 21-5562
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van huurachterstand en ontruiming in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee partijen, waarbij de eisende partij een vordering tot betaling van huurachterstand en ontruiming heeft ingediend. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. E.G.W. Hendriks, vorderde betaling van een huurachterstand van € 4.825,00 en ontruiming van de woning door de gedaagde partij, die werd bijgestaan door mr. L.N. Hermans. De gedaagde partij erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat zij in een moeilijke financiële situatie verkeerde en dat er een PW-uitkering was toegekend. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet voldoende had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die de ontruiming zouden rechtvaardigen. De vorderingen van de eisende partij werden toegewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten, die werd afgewezen omdat de eisende partij niet had aangetoond dat de gedaagde partij was aangemaand tot betaling. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op 30 dagen na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9562894 CV EXPL 21-5562
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 22 december 2021
in de zaak van
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie],
wonend te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie,
gemachtigde mr. E.G.W. Hendriks,
tegen
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. L.N. Hermans.
Partijen worden hierna [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 1 december 2021,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie,
  • de mondelinge behandeling van 20 december 2021 waarbij partijen hun standpunten nader hebben toegelicht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en reconventie
2.1.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] verhuurt met ingang van 1 juli 2021 aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de woning aan de [adres] te [plaats] tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van € 750,00 per maand te vermeerderen met € 15,00 servicekosten per maand (aldus € 765,00 per maand).
2.2.
Bij aanvang van de huur had [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , conform de tussen partijen tot stand gekomen huurovereenkomst (productie 1 dagvaarding), aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] een bedrag van € 1.000,00 aan waarborgsom moeten betalen, hetgeen zij heeft nagelaten. Verder heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot en met de maand november 2021 een huurachterstand doen ontstaan van in totaal € 4.825,00 inclusief waarborgsom.
2.3.
Aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is op 6 december 2021 een uitkering op grond van de Participatiewet (PW- uitkering) toegekend met ingang van 27 juli 2021 (productie 3 conclusie van antwoord tevens eis in reconventie). [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft vervolgens een bedrag van in totaal € 2.000,00 (€ 1.500,00 op 7 december 2021 en € 500,00 op 9 december 2021) aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] betaald (productie 4 conclusie van antwoord tevens eis in reconventie).
2.4.
Bij besluit van 7 december 2021 is door de [gemeente] (sector maatschappelijke zorg) aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] individuele begeleiding op het gebied van sociaal en persoonlijk functioneren en financiën toegekend (productie 5 conclusie van antwoord tevens eis in reconventie).

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] vordert dat de kantonrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] veroordeelt om binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de woning staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te stellen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich niet zal conformeren aan het in deze te wijzen vonnis;
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie]
binnen 3 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, en wel tot en met de
maand november 2021 ad € 4.825,00 te betalen alsook een en ander te vermeerderen
met de wettelijke rente, telkens vanaf de eerste dag dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] deze bedragen
verschuldigd is geworden, althans vanaf de dag der dagvaarding, telkens tot aan de
dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen om aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] binnen drie dagen na betekening van het in
deze te wijzen vonnis de aangezegde buitengerechtelijke incassokosten ad € 431,00 te
betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan
de dag der algehele voldoening;
4. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen om aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te betalen € 765,00 per maand terzake huur en servicekosten voor elke ingegane maand vanaf 1 december 2021 tot aan de dag van
ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van elke
maand tot aan de dag der algehele voldoening;
5. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen in de kosten van de ontruiming, voor het geval [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich niet
vrijwillig aan het in deze te wijzen vonnis conformeert, te stellen op een voorschot ad € 1.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de ontruiming
tot aan de dag der algehele voldoening;
6. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder tevens een bedrag
ter zake van de nakosten voor het geval [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet vrijwillig aan dit vonnis voldoet.
3.2.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] stelt dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft de woning aan de [adres] te [plaats] vanaf 1 juli 2021 betrokken, doch heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verzaakt de waarborgsom en de door haar maandelijks verschuldigde huur te betalen. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] stelt dat hij zeer coulant is geweest jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en dat hij eerst getracht heeft betaling in der minne te verkrijgen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft zich echter niet geconformeerd aan het verzoek om haar betalingsverplichtingen na te komen waarna [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] zich genoodzaakt zag rechtskundige bijstand in te schakelen. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] stelt dat hij spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, dat hij geen vertrouwen meer heeft in [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en er niet vanuit gaat dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de achterstand gaat inlossen of dat zij de lopende huur tijdig gaat betalen.
3.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] erkent dat aan haar zijde een betalingsachterstand is ontstaan. Zij stelt dat zij bij het aangaan van de huurovereenkomst in een moeilijke financiële situatie verkeerde en dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] daarvan op de hoogte was. Met die wetenschap is hij de huurovereenkomst aangegaan. Het was de wens van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] om [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in haar benarde situatie te helpen en haar dochtertje weer een dak boven het hoofd te geven. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voert aan dat zij de huur niet heeft kunnen betalen omdat haar aanvraag voor een PW- uitkering een aantal maanden in behandeling is geweest. De uitkering is op 6 december 2021 met terugwerkende kracht vanaf 27 juli 2021 toegekend waarna zij een bedrag van € 2.000,00 aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft betaald. Nu [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een regulier maandinkomen heeft, kan zij een betalingsregeling afspreken om de achterstand in te lossen. Daarnaast kan zij vanaf heden de lopende huur tijdig overmaken. Ter zake van de ontruiming stelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat indien deze wordt toegewezen, zij haar PW-uitkering kwijt zal raken waardoor zij de achterstallige huur ook niet meer kan voldoen. Daarnaast zal de aan haar toegekende WMO ondersteuning komen te vervallen en zij zal verder in de problemen terecht komen waardoor zij de zorg voor haar dochtertje niet meer kan leveren. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] wijst ook op de gevolgen van de corona crisis en stelt dat bij huurachterstand wegens tijdelijke inkomensderving de huurders niet op straat gezet mogen worden. De vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten betwist [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] door te stellen dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] de aanmaning niet per aangetekende post heeft verzonden. Tot slot stelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat de proceskosten voor rekening van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] moeten blijven omdat zij, gezien de wens van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] om [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te steunen en zijn wetenschap over de persoonlijke situatie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , erop mocht vertrouwen dat zij niet in een procedure betrokken zou worden, met alle bijkomende kosten van dien.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] stelt op haar beurt dat zij in het kader van de huurovereenkomst een aantal waardevolle goederen (te weten een ring ter waarde van € 4.000,00, een parel set ter waarde van € 1.500,00 en een gesigneerde biljart keus ter waarde van € 1.000,00) als onderpand aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] in bewaring heeft gegeven. Ter ondersteuning van haar stelling verwijst [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] naar een door haar overgelegde schriftelijke verklaring van haar belastingadviseur, [naam belastingadviseur] (productie 2 conclusie van antwoord tevens eis in reconventie). [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] stelt dat een nadere omschrijving van de in bewaring gegeven goederen niet nodig is nu deze goederen partijen genoegzaam bekend zijn. Nu door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] huurbetalingen zijn gedaan en er een vast inkomen is, liggen voor [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] rechtsmiddelen open om blijvende, achterstallige huur te innen, mocht een betalingsregeling door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet worden nagekomen zodat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in bewaring gegeven goederen terug moet geven, aldus [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] .
3.6.
Op grond van het bovenstaande vordert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] – kort samengevat – dat de kantonrechter [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] veroordeelt om aan haar, binnen drie dagen na het wijzen van dit vonnis, terug te geven haar eigendommen een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] in gebreke blijft.
3.7.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] betwist dat hij goederen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in bewaring heeft genomen.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De vraag of [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, die voor zover deze ziet op de gevorderde huurachterstand, strekt tot betaling van een geldsom, dient te worden beantwoord aan de hand van de afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Voorts geldt dat voor een toewijzing van een geldsom in kort geding slechts plaats is als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, bij afweging van de belangen van partijen, aan toewijzing niet in de weg staat. Voor toewijzing van de gevorderde ontruiming dient de hoogte van de huurachterstand ernstig genoeg te zijn. Aangezien een ontruiming een ingrijpende – en in de praktijk vaak een definitieve – maatregel is, worden bij deze beoordeling alle betrokken belangen in ogenschouw genomen.
4.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft niet betwist dat zij tot en met november 2021 een huurachterstand van € 4.825,00 (5 x € 765,00 + € 1.000,00 waarborgsom) heeft doen ontstaan zodat de door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gestelde huurachterstand vast is komen te staan. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft over een restitutierisico niets aangevoerd. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft aldus spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering, die strekt tot betaling van de huurachterstand. Hoewel [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft gesteld dat zij een betalingsregeling kan treffen om de achterstand in te lossen en de lopende huur vanaf nu tijdig kan betalen, kan zulks niet aan toewijzing van de vordering in de weg staan. De tekortkoming aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is voor het eerst in juli 2021 ontstaan en een tekortkoming in het verleden wordt niet ongedaan gemaakt door betalingen achteraf of door het treffen van een betalingsregeling. Daarbij geldt dat de kantonrechter geen betalingsregeling kan opleggen.
4.3.
Het vorenstaande brengt met zich dat de vordering ter zake van de huurachterstand van € 4.825,00 tot en met november 2021 zal worden toegewezen. De vordering om het bedrag van € 4.825,00 te vermeerderen met de wettelijke rente, telkens vanaf de eerste dag dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de voornoemde bedragen verschuldigd is geworden, ligt eveneens voor toewijzing gereed.
4.4.
Ter zake van de gevorderde ontruiming geldt dat het op de weg van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ligt om bijzondere omstandigheden te stellen (en bij betwisting te bewijzen) die tot de conclusie kunnen leiden dat genoemde tekortkoming gezien haar bijzondere aard of betekenis de (ontbinding en de daaraan verbonden) ontruiming niet rechtvaardigt. Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] gestelde omstandigheden (zie r.o. 3.3.), is hij van oordeel dat, gelet op de ernstige tekortkoming van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , het hoogstwaarschijnlijk is dat in een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst zal worden besloten, ook als de gevolgen voor [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] desastreus zijn. Van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] hoeft niet langer gevergd te worden dat hij telkens achter de huurbetalingen aan moet gaan, zich coulant moet opstellen of dat hij de huurrelatie met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] nog langer voortzet. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft er belang bij dat de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] gehuurde woning beschikbaar komt ten behoeve van anderen die hun betalingsverplichtingen tegenover [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] tijdig zullen nakomen. Gelet op het voorgaande ligt de gevorderde ontruiming voor toewijzing gereed. De ontruimingstermijn zal op aan de redelijkheid ontleende gronden (voornamelijk met het oog op de komende feestdagen) worden bepaald op 30 dagen na betekening van dit vonnis.
4.5.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft geen belang bij toewijzing van de gevorderde dwangsom nu hij op grond van de wet (artikel 557 juncto 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) met behulp van de deurwaarder de ontruiming van het gehuurde kan bewerkstelligen. Deze vordering zal worden afgewezen.
4.6.
De gevorderde € 765,00 per maand ter zake van huur en servicekosten voor elke ingegane maand vanaf 1 december 2021 tot aan de dag van ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van elke maand tot aan de dag der algehele voldoening, is niet betwist en zal worden toegewezen.
4.7.
Ingevolge HR 15 juni 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA1522) geldt dat indien de hoofdvordering voldoende spoedeisend is om in kort geding te kunnen worden beoordeeld, de proceseconomie ermee gebaat is dat in hetzelfde geding ook over een daarmee nauw verwante nevenvordering als die ter zake van buitengerechtelijke kosten wordt beslist. Daarbij valt te bedenken dat in het niet zeldzame geval dat de verliezende partij, eventueel na hoger beroep, zich bij het in kort geding gegeven rechterlijk oordeel neerlegt, noch een bijzonder partijbelang, noch het algemene belang dat terughoudendheid wordt betracht met een beroep op de rechter, ermee is gediend wanneer eiser uitsluitend wat betreft de onderhavige nevenvordering, naar een bodemprocedure wordt verwezen. Indien die vordering niet of onvoldoende wordt betwist en de hoofdvordering voldoende spoedeisend is, mag in beginsel worden aangenomen dat ook toewijzing van genoemde nevenvordering uit hoofde van onverwijlde spoed geboden is.
4.8.
Naar het oordeel van de kantonrechter bestaat er voldoende samenhang tussen de hoofdvordering(en) en de nevenvordering ter zake van de buitengerechtelijk kosten om naast een spoedeisend belang bij de hoofdvordering(en), ook een spoedeisend belang bij de gevorderde buitengerechtelijke kosten aan te nemen.
4.9.
Ter zake van de buitengerechtelijke kosten geldt dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Artikel 6:96 lid 6 BW vereist voor toewijzing van deze vordering dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] vruchteloos is aangemaand tot betaling. Een dergelijke aanmaning is aan te merken als een verklaring als bedoeld in artikel 3:37 lid 3 BW. Daardoor heeft deze aanmaning pas werking indien ze de schuldenaar heeft bereikt. Op [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] rust de stelplicht en bewijslast dat aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW is voldaan. Die stelplicht omvat ook dat en op welke dag [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. Nu [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft gesteld dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] de aanmaning van 12 oktober 2021 niet aangetekend heeft verstuurd – de kantonrechter begrijpt dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] daarmee heeft bedoeld te stellen dat zij de aanmaning niet heeft ontvangen – had het op de weg van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gelegen om feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen waaruit volgt dat de brief door hem is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] daar door hem kon worden bereikt, en dat en op welke dag de brief daar is aangekomen. Zulke feiten en omstandigheden heeft [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] niet gesteld. De gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden afgewezen.
4.10.
Voor de vordering onder 5 om [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen in de kosten van ontruiming, te stellen op een voorschot van € 1.500,00, als zij zich niet vrijwillig aan de veroordeling tot ontruiming houdt, geldt dat deze vordering zal worden afgewezen nu dit vonnis, ook voor de door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] bedoelde kosten een executoriale titel oplevert. Een aparte veroordeling zoals door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] gevorderd, is overbodig.
4.11.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft gesteld dat de proceskosten voor rekening van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] dienen te blijven omdat zij erop mocht vertrouwen dat zij niet in een procedure betrokken zou worden. In haar betoog wordt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet gevolgd. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft weliswaar verklaard dat hij bij het aangaan van de huurovereenkomst op de hoogte was van de persoonlijke situatie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en dat hij zich coulant heeft opgesteld maar daaraan kan niet de conclusie worden verbonden dat hij nimmer een procedure tegen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zou opstarten. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] had kunnen en moeten weten/ beseffen dat zij na een huurachterstand van inmiddels zes maanden geconfronteerd zou kunnen worden met een gerechtelijke procedure.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , die in deze procedure de in het ongelijk wordt gesteld, zal dan ook worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op:
dagvaarding € 121,39
griffierrecht € 85,00
salaris gemachtigde
€ 747,00(vast tarief kort geding kanton gemiddeld)
Totaal € 953,39
De nakosten zullen worden toegewezen zoals hierna in de beslissing vermeld.
4.12.
Ingevolge het bepaalde in artikel 6:44 lid 1 BW strekt de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verrichte betaling van in totaal € 2.000,00 in de eerste plaats in mindering van de door haar verschuldigde kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte van de hoofdsom en de lopende rente.
in reconventie
4.13.
De eis in reconventie moet zelfstandig voldoen aan het vereiste van spoedeisendheid. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. Deze kan reeds daarom niet gegeven worden. Indien wel sprake zou zijn van voldoende spoedeisend belang dan zou de vordering alsnog worden afgewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] goederen aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] in bewaring heeft gegeven. [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft dat betwist terwijl door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verder niets is aangetoond. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft alleen een verklaring van haar boekhouder, [naam boekhouder] , overgelegd. Die verklaring is echter te summier, lijkt van horen zegen te zijn en bevat geen concrete beschrijving van de goederen. Bovendien wordt niets gezegd over de datum of tijdstip waarop overgave van die goederen heeft plaatsgevonden. De door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] overgelegde verklaring levert dan ook geen bevestiging van haar betoog dat zij goederen aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] in bewaring heeft gegeven.
De vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te veroordelen tot teruggave van haar eigendommen zal dan ook worden afgewezen.
4.14.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] worden tot op heden begroot op € 747,00 aan salaris gemachtigde (de reconventionele vordering betreft immers een zelfstandige reconventionele vordering die niet voortvloeit uit het verweer dat in conventie is gevoerd).
De proceskostenveroordeling in reconventie zal niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, omdat dat door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] niet gevorderd is.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis de woning staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie]
binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, en wel tot en met de maand november 2021, ad € 4.825,00 te betalen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente, telkens vanaf de eerste dag dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] deze bedragen verschuldigd is geworden,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om aan [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te betalen € 765,00 per maand ter zake van huur en servicekosten voor elke ingegane maand vanaf 1 december 2021 tot aan de dag van ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van elke
maand tot aan de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] , welke kosten tot heden worden begroot op een bedrag van € 953,39,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.6.
bepaalt dat de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verrichte betaling van in totaal € 2.000,00 in de eerste plaats in mindering strekt van de door haar verschuldigde kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte van de hoofdsom en de lopende rente,
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.9.
wijst de vordering af,
5.10.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] , welke kosten tot heden worden begroot op een bedrag van € 747,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
NZ