Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam] ,
,
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding van 21 oktober 2021,
- de mondelinge behandeling van 20 december 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 498,00(vast tarief kort geding kanton verstek)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de eisende partij, een verhuurder, en de gedaagde partij, een huurder die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van een huurachterstand en ontruiming van het gehuurde appartement. De procedure begon met een dagvaarding op 21 oktober 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 december 2021. De gedaagde partij is niet verschenen en heeft zich niet schriftelijk verweerd, waardoor verstek werd verleend.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij recht had op betaling van de huurachterstand en dat de ontruiming van het gehuurde kon worden toegewezen. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij in gebreke was gebleven met zijn betalingsverplichtingen en dat de vordering tot ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond was. De rechter wees de vordering tot ontruiming af, omdat het vonnis al een executoriale titel opleverde voor de ontruimingskosten, waardoor een aparte veroordeling overbodig was.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot nakoming van alle verplichtingen uit de huurovereenkomst, inclusief betaling van de huur tot aan de ontruiming en wettelijke rente. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten van de eisende partij, die zijn begroot op € 726,82. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde partij is in het ongelijk gesteld.