ECLI:NL:RBLIM:2021:994

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 februari 2021
Publicatiedatum
8 februari 2021
Zaaknummer
03-196068-19 + 03-150696-20 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak, diefstal, verduistering en heling met overtreding van de Wet wapens en munitie

Op 8 februari 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder woninginbraak, diefstal van een portemonnee en geld, verduistering, heling van diverse goederen en overtreding van de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van het voorarrest. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 25 januari 2021, waar de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie heeft verschillende feiten ten laste gelegd, waaronder meerdere woninginbraken en heling van gestolen goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de heling van de goederen, maar heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft een negatieve levensstijl en heeft eerder voor vergelijkbare feiten een straf opgelegd gekregen. De rechtbank heeft geen bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, omdat de reclassering geen meerwaarde zag in extra voorwaarden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03-196068-19 + 03-150696-20 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 08 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1982,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B.A.C. van Tuinen, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 25 januari 2021. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1 primair: alleen of samen met anderen een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 1 subsidiair: alleen of samen met anderen diverse goederen heeft geheeld;
Feit 2 primair: een bakfiets heeft gestolen;
Feit 2 subsidiair: een bakfiets heeft geheeld;
Feit 3 primair: alleen of samen met anderen een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 3 subsidiair: alleen of samen met anderen diverse goederen heeft geheeld;
Feit 4 primair: alleen of samen met anderen een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 4 subsidiair: alleen of samen met anderen diverse goederen heeft geheeld;
Feit 5 primair: alleen of samen met anderen een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 5 subsidiair: alleen of samen met anderen diverse goederen heeft geheeld;
Feit 6: een portemonnee en een of meer geldbedragen heeft gestolen;
Feit 7: alleen of samen met anderen goederen heeft geheeld en/of gestolen;
Feit 8: een gaspistool en munitie voorhanden heeft gehad.
De verdenking in de zaak onder parketnummer 03-150696-20 komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: alleen of samen met anderen een aanhangwagen heeft geheeld;
Feit 2 primair, subsidiair: alleen of samen met anderen een tuinset heeft geheeld dan wel gestolen;
Feit 3 primair, subsidiair: alleen of samen met anderen een tuinset heeft geheeld dan wel gestolen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich ten aanzien van de zaak onder parketnummer 03-196068-19 op het standpunt dat de verdachte van de feiten 2 primair, 4 primair en 5 primair dient te worden vrijgesproken, wegens onvoldoende wettig bewijs. De onder die feiten subsidiair tenlastegelegde heling kan bewezen worden verklaard. Ten aanzien van de feiten 1 primair en 3 primair bestaat er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte samen met anderen betrokken is geweest bij de woninginbraken. Ten aanzien van feit 7 bestaat voldoende bewijs voor een bewezenverklaring van de heling van de tenlastegelegde goederen. Feit 2 subsidiair, feit 6 en feit 8 kunnen worden bewezen verklaard. De verdachte heeft die feiten overigens ook bekend. Voor feit 2 primair bestaat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs; vrijspraak dient hiervoor te volgen.
De officier van justitie stelt zich ten aanzien van de zaak onder parketnummer 03-150696-20 op het standpunt dat de verdachte van feit 1 dient te worden vrijgesproken, omdat er voor de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde onvoldoende wettig bewijs is. Ten aanzien van feit 2 is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de heling van de tuinset. De verdachte heeft ter terechtzitting de betrokkenheid bij dit feit erkent. Ten aanzien van feit 3 is er ten slotte ook voldoende wettig en overtuigend bewijs voor de heling van de tuinset. De verdachte heeft diverse verklaringen afgelegd over de wijze waarop hij de beschikking heeft gekregen van de tuinset. Die verklaringen zijn ongeloofwaardig.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich ten aanzien van feit 1 in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 op het standpunt dat het vergaarde bewijsmateriaal onrechtmatig is verkregen omdat er jegens verdachte onvoldoende verdenking bestond op grond van artikel 27 Sv om zijn woning te doorzoeken. Het huisrecht van de verdachte is geschonden. Er is sprake van een (onherstelbaar) vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv.
De verdediging stelt zich daarnaast ten aanzien van de zaak onder parketnummer 03-196068-19 op het standpunt dat de verdachte van de feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 7 dient eveneens vrijspraak te volgen voor wat betreft de aan verdachte tenlastegelegde gekwalificeerde diefstallen. Voor de genoemde feiten bestaat geen dan wel onvoldoende wettig bewijs om vast te kunnen stellen dat de verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraken dan wel betrokken is geweest bij de diefstal van de onder feit 7 genoemde goederen.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft een eventuele bewezenverklaring van de feiten die betrekking hebben op heling (feit 1 subsidiair tot en met feit 5 subsidiair en feit 7) en het feit met betrekking tot de Wet wapens en munitie (feit 8).
De verdediging stelt zich ten aanzien van de zaak onder parketnummer 03-150696-20 op het standpunt dat de verdachte van feit 1 dient te worden vrijgesproken. Met de officier van justitie is de verdediging van oordeel dat daarvoor onvoldoende wettig bewijs voorhanden is.
Ten aanzien van feit 2 primair, subsidiair refereert de verdediging zich voor wat betreft een eventuele bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 3 dient vrijspraak te volgen omdat de verdachte zich van geen enkel kwaad bewust is geweest. Er is onvoldoende wettig bewijs voor heling. Evenmin is er wettig bewijs dat de verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van de tuinset.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
03-196068-19 [1]
Feit 1 primair, subsidiair
Geen onrechtmatig binnentreden
De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake was van onrechtmatig binnentreden in de woning van de verdachte op 13 augustus 2019. Uit het procesdossier volgt dat in de kliko die behoort bij de woning aan de [adres 1] (woning van de verdachte) door aangever/getuige [naam getuige] een sleutelbos is aangetroffen die op 19 juli 2019 tijdens een inbraak uit zijn woning is weggenomen. De sleutelbos was onder een vuilniszak gestopt, hetgeen de suggestie van de raadsman dat een voorbijganger deze sleutel in de kliko van verdachte heeft gestopt ongeloofwaardig maakt. Verder werd door [naam getuige] kentekenplaten aangetroffen die na onderzoek door de politie gestolen bleken te zijn. Uit deze bevindingen in samenhang beschouwd met de aangifte van [naam getuige] ter zake de woninginbraak, het onderzoek van [naam getuige] op Marktplaats waar (van hem gestolen) goederen werden aangeboden door ‘ [verdachte] uit Reuver’ en de waarneming van [naam getuige] dat vanuit de [adres 1] goederen die sterk overeenkwamen met de goederen die bij hem waren gestolen in een personenauto werden geladen, volgt dat er voldoende verdenking was om tot een doorzoeking op het adres van de verdachte over te gaan. Om deze reden zal de rechtbank dit verweer verwerpen.
Feit 1 primair
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat de betrokkenheid van de verdachte bij de woninginbraak bij [naam getuige] niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, wegens gebrek aan voldoende wettig bewijsmateriaal. De rechtbank acht het gegeven dat op camerabeelden te zien is dat de daders van de woninginbraak op 19 juli 2019 op en neer lopen met gestolen goederen over een paadje dat uitkomt op onder meer de [adres 1] , de woning van de verdachte, onvoldoende. Op de bewuste camerabeelden worden de daders niet herkend. Het enkele feit dat op 13 augustus 2019 in de woning van de verdachte diverse goederen van aangever [naam getuige] worden aangetroffen, maakt nog niet dat de verdachte daadwerkelijk betrokken is geweest bij de woninginbraak. Dit geldt temeer nu er een plausibel alternatief, heling, is dat niet in strijd is met het bewijsmateriaal. De verdachte zal van het primaire feit worden vrijgesproken.
Feit 1 subsidiair
Algemene overweging
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met grote regelmaat goederen aankocht en weer doorverkocht waarvan hij wist dat die goederen gestolen waren. Verder heeft hij verklaard dat personen, waaronder leden van de motorclub [naam motorclub] , zijn woning gebruikten om goederen te ‘stashen’. Hij wist dat deze personen een criminele achtergrond hadden. Het was een komen en gaan van mensen met spullen. [2] Dit betekent dat, zo verdachte al niet expliciet wist dat de goederen die hij op die manier kocht, dan wel die in zijn woning werden opgeslagen (en hij aldus voorhanden had), hij in elk geval willens en wetens het aanmerkelijk risico voor lief nam dat het uit misdrijf verkregen goederen betrof.
Bewijsmiddelen
Aangever [naam getuige] [3] heeft op 19 juli 2019 aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning aan de [adres 2] te Venlo op 19 juli 2019. Een grote hoeveelheid goederen is ontvreemd waaronder toiletartikelen, horloges van het merk Camel respectievelijk Festina, een powerbank en een stereo installatie van het merk “Harman Kardon”. Aangever treft op
5 augustus 2019 in de container, toebehorende aan de [adres 1] te Venlo, sleutels aan die op 19 juli 2019 zijn weggenomen uit zijn woning. [4] Tijdens een zoektocht op Marktplaats herkende aangever de bij hem weggenomen televisie van het merk Samsung. De aanbieder was genaamd [verdachte] en deze bood de televisie aan vanuit Reuver. [5]
Op 13 augustus 2019 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte aan de [adres 1] . [6] Daarbij is onder meer aangetroffen:
- een doos van de MacBook Air 13-inch;
- een bruinkleurige hoes;
- zwartkleurige zonnebril van het merk Ray Ban;
- stereo-installatie met drie boxjes van het merk Harman/Kardon;
- horloge van het merk Camel Trophy;
- zilverkleurig horloge van het merk Festina.
Aangever [naam getuige] herkent voormelde goederen als zijn eigendom. [7] Tevens herkent hij de powerbank als zijn eigendom [8] , welke hem op 13 augustus 2019 is getoond. [9]
Heling:
De rechtbank stelt vast dat verdachte in de periode van 19 juli 2019 tot en met
13 augustus 2019 te Venlo gestolen voorwerpen voorhanden heeft gehad, die eigendom zijn van aangever [naam getuige] .
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij, bij het verkrijgen, wist dat die van misdrijf afkomstig waren.
Feit 2 primair
De rechtbank is van oordeel dat uit het procesdossier noch het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de verdachte het opzet had om zich de bakfiets wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 2 subsidiair
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Nu de verdachte ter terechtzitting het tenlastegelegde heeft bekend en van de zijde van de verdediging geen vrijspraak is bepleit, kan de rechtbank ingevolge artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van de bewezenverklaring van het tenlastegelegde volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] d.d. 4 april 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 70-71;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.
Feit 3 primair
Aangever [naam aangever] [10] heeft verklaard dat er op 6 maart 2019 tussen 01:38 uur en 04:54 uur is ingebroken in hun woning aan de [adres 3] te Venlo en dat er enig goed was weggenomen. Zij zag en voelde dat de achterdeur naar de achtertuin niet meer afgesloten was. Zij zag dat het alarmsysteem was gedeactiveerd met de key van haar dochter. Zij zag dat hun beide auto's waren weggenomen met de sleutels. De auto’s betroffen een Renault Mégane voorzien van het kenteken [kenteken 1] en een Fiat Seicento voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Zij zag ook dat de portemonnee van haar man weggenomen was. Hierin zaten het rijbewijs, de bankpas en creditcard van haar man. Verder zijn twee mobiele telefoons van haar man weggenomen, een IPad, en haar werklaptop. Naar aanleiding van de inbraak heeft aangeefster met haar dochter [naam 1] gesproken. Zij verklaarde dat haar dochter vorige week haar sleutelbos was kwijtgeraakt met daaraan de key van het alarmsysteem. Aan de sleutelbos hing een label met de naam [naam 1] .
Aangeefster [naam 1] [11] heeft verklaard dat zij op 27 februari 2019 haar sleutelbos met daaraan de key voor het laatst in haar bezit heeft gehad. In de gestolen Fiat Seicento lag haar kapotte Apple Iphone.
Op 21 maart 2019 vond er een gesprek plaats tussen een verbalisant en [naam 2] . Dit gesprek vond plaats omdat mevrouw [naam 2] door meerdere personen onder druk werd gezet om criminele activiteiten te plegen dan wel in haar woning te dulden. Zo gaf zij aan dat zij een winkeldiefstal onder druk van [verdachte] , gepleegd had. In het gesprek gaf zij ook aan dat [verdachte] op een gegeven moment s' morgensvroeg omstreeks 05.00 uur bij haar was gekomen en toen een sleutelbos en Iphone en mogelijk ook een laptop bij zich had. De sleutelbos had een roze label met de naam [naam 1] . [12]
Het voertuig Renault Mégane Scenic met kenteken [kenteken 1] is op 6 maart 2019 aangetroffen in de parkeergarage aan de [adres 4] te Venlo. [13] Er heeft een sporenonderzoek in het voertuig plaatsgevonden, waarbij onder meer de versnellingspook werd bemonsterd. [14] Blijkens de resultaten van het DNA onderzoek is er een match met het opgeslagen DNA-profiel van de verdachte in de DNA-databank. [15]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de auto voor iemand anders in de garage heeft neergezet. Om veiligheidsredenen noemt de verdachte geen namen. Hij heeft verder verklaard niet betrokken te zijn geweest bij de diefstal.
Conclusie
De rechtbank stelt vast dat op 6 maart 2019 een woninginbraak heeft plaatsgevonden in een woning aan de [adres 3] te Venlo. Daarbij is onder meer een auto Renault Mégane Scenic met kenteken [kenteken 1] weggenomen. De rechtbank stelt verder vast dat er een DNA spoor van de verdachte in de auto op de versnellingspook is aangetroffen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de getuige [naam 2] heeft verklaard dat zij op een ochtend de verdachte aan de deur heeft gehad, terwijl hij in het bezit was van een sleutelbos en Iphone en mogelijk ook een laptop. De sleutelbos had een roze label met de naam [naam 1] , hetgeen overeenkomt met de beschrijving die aangeefster [naam 1] heeft gegeven.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraak te Venlo.
De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. De verdachte heeft ter terechtzitting een verklaring afgelegd. De verklaring wordt eerst ter terechtzitting afgelegd en is geenszins verifieerbaar. Een redelijke door de verdachte gegeven ontzenuwende verklaring is dus uitgebleven. De rechtbank hecht dan ook geen geloof aan de verklaring van verdachte. Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte samen met een ander of anderen de woninginbraak heeft gepleegd en de in de tenlastelegging genoemde goederen heeft weggenomen. Het mededaderschap volgt, naar het oordeel van de rechtbank uit het gegeven dat twee auto’s zijn gestolen.
Feit 4 primair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraak. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.
Feit 4 subsidiair
Aangeefster [naam 3] [16] heeft verklaard dat op 8 februari 2019 bij haar een woninginbraak is gepleegd. Haar portemonnee was weggenomen. In de portemonnee zat haar paspoort/ID-kaart, haar bankpas en ziekenfondspasje. Verder was haar medicijndoosje weggenomen.
Op 13 augustus 2019 vindt er een doorzoeking plaats in de woning van de verdachte aan de [adres 1] . [17] De inbeslaggenomen goederen zijn geïnventariseerd. In de woning is onder meer aangetroffen:
- ziekenhuispas op naam van [naam 4] ;
- Rabo WereldPas op naam van [naam 4] . [18]
Op 26 augustus 2019 werd aan de dochter ( [naam 5] ) en kleindochter van aangeefster goederen getoond die onder de verdachte in beslag zijn genomen:
- sieraden in een rode fluwelen sieradendoosje;
- de rode glanzende portemonnee en de bruine portemonnee, voorzien van kraaltjes;
- vier horloges;
- een witte kunststof doosje;
- een zilveren schakelarmband;
- bedeltjes en hangertjes;
- een houten sieraden kistje.
De dochter en kleindochter herkenden de voorwerpen als zijnde het eigendom van aangeefster. [19]
Heling:
De rechtbank stelt vast dat verdachte in de periode van 8 februari 2019 tot en met
13 augustus 2019 te Venlo gestolen voorwerpen voorhanden heeft gehad, die eigendom zijn van aangeefster [naam 3] .
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij, bij het verkrijgen, wist dat die van misdrijf afkomstig waren.
Feit 5 primair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraak. Bij gebrek aan voldoende wettig bewijs zal de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 5 subsidiair
Aangever [naam 6] doet op 30 april 2019 aangifte van diefstal uit een vrijstaande garage, behorende bij zijn woning aan de [adres 5] te Venlo. Onder meer zijn een televisie, een subwoofer, flessen drank, twee speakers, een dartbord en een wijnkoeler weggenomen. [20]
Op 13 augustus 2019 vindt er een doorzoeking plaats in de woning van de verdachte aan de [adres 1] te Venlo. Een bokszak, biertap Jägermeister, wijnkoelkast, twee mengpanelen, stofzuiger, versterker, luidspreker en hogedruk reiniger werden in beslag genomen. [21]
De verdachte [medeverdachte] , partner van verdachte, heeft tijdens haar verhoor op 23 augustus 2019 verklaard dat de dranktap, merk Jägermeister zich in de berging bevond sinds tweeëneenhalve maand. De wijnkoelkast stond er net zo lang als de tap. De verdachte [verdachte] heeft samen met [naam 18] en ‘ [naam 19] ’ twee mengpanelen in de woning neergezet. Dat gebeurde tweeëneenhalve maand geleden. [22]
Op 10 oktober 2019 vond er een afspraak plaats op het politiebureau met [naam 7] voor de teruggave van goederen die bij haar en [naam 6] waren weggenomen.
[naam 7] gaf aan de eigenaar te zijn van de getoonde bokszak, biertap, wijnkoelkast, twee mengpanelen, stofzuiger, versterker, luidspreker en hogedruk reiniger. [23]
Heling:
De rechtbank stelt vast dat verdachte in de periode van 27 april 2019 tot en met
13 augustus 2019 te Venlo gestolen voorwerpen voorhanden heeft gehad, die eigendom zijn van aangevers [naam 6] en [naam 7] .
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij, bij het verkrijgen, wist dat die van misdrijf afkomstig waren.
Feit 6
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Nu de verdachte ter terechtzitting het tenlastegelegde heeft bekend en van de zijde van de verdediging geen vrijspraak is bepleit, kan de rechtbank ingevolge artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van de bewezenverklaring van het tenlastegelegde volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 17] d.d. 14 augustus 2019 (inclusief foto’s), doorgenummerde dossierpagina’s 166-171;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2019 (inclusief foto’s), doorgenummerde dossierpagina’s 346-350;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.
Feit 7
Op 2 juli 2018 doet [naam 8] aangifte van diefstal van een scooter met kenteken
[kenteken 3] . [24]
Op 3 april 2019 doet [naam 9] aangifte van diefstal van zijn mountainbike, merk Giant Talon, framenummer: [nummer] . [25]
Op 5 juni 2019 doet [naam 10] aangifte van diefstal van kentekenplaten van haar auto. Het kenteken is [kenteken 4] . [26]
Op 1 augustus 2019 doet [naam 11] aangifte van diefstal van kentekenplaten van haar auto. Het kenteken is [kenteken 5] . [27]
Op 4 augustus 2019 doet [naam 12] aangifte van diefstal van kentekenplaten van haar auto. Het kenteken is [kenteken 6] . [28]
Tijdens zoeking -in een woning, gelegen aan de [adres 1] te Venlo- werden onderstaande goederen/voertuigen in beslag genomen [29] :
Voertuig : Bromfiets
Merk/type : Piaggio C38
Kenteken : [kenteken 3]
Voertuig : Fiets (Atb)
Merk/type : Giant Talon
Framenummer : [nummer]
Tijdens de zoeking op het adres [adres 1] te Venlo op 13 augustus 2019 [30] werden verder twee kentekenplaten aangetroffen onder een berg afval. Het betrof een Nederlands kenteken
[kenteken 4] . Bij raadplegen van dit kenteken bleek dat deze platen op 5 juni 2019 gestolen waren.
Verdachte [medeverdachte] heeft tijdens haar verhoor verklaard dat zij de kentekenplaten ( [kenteken 4] ) in haar handen heeft gehad. Zij verklaart verder dat [verdachte] de kentekenplaten in een afvalbak heeft gedaan. [31]
Tijdens de zoeking werd verder in de grijze kliko een set kentekenplaten gevonden. Het betrof een Nederlands kenteken [kenteken 5] . Na raadplegen van dit kenteken bleek dat deze platen op 1 augustus 2019 waren ontvreemd. [32]
Op 5 augustus 2019 heeft [naam getuige] in een huisvuilcontainer behorende bij de woning [adres 1] , delen van kentekenplaten, welke samen het kenteken [kenteken 6] vormden, aangetroffen. [naam getuige] heeft de kentekenplaten aan de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] , overhandigd. Bij navraag in het politiesysteem bleek dat de kentekenplaten op
4 augustus 2019 waren ontvreemd. [33]
Heling
De rechtbank stelt vast dat verdachte in de periode van 2 juli 2018 tot en met
13 augustus 2019 te Venlo gestolen voorwerpen voorhanden heeft gehad, die eigendom zijn van eerder genoemde aangevers.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij, bij het verkrijgen, wist dat die van misdrijf afkomstig waren.
Met betrekking tot de verklaring van verdachte dat hij de bromfiets (Piaggio) als onderpand had genomen van een vriend/kennis van hem, omdat deze nog een schuld bij hem had openstaan, merkt de rechtbank op dat deze verklaring voor het eerst ter terechtzitting is afgelegd en bovendien geenszins verifieerbaar is. Voorts is het op zichzelf beschouwd een weinig voor de hand liggende verklaring. Daarom hecht de rechtbank geen geloof aan deze verklaring.
Feit 8
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Nu de verdachte ter terechtzitting het tenlastegelegde heeft bekend en van de zijde van de verdediging geen vrijspraak is bepleit, kan de rechtbank ingevolge artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van de bewezenverklaring van het tenlastegelegde volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van doorzoeking pand [adres 1] te Venlo d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 205;
- de geschriften, zijnde de kennisgevingen van inbeslagname, doorgenummerde dossierpagina’s 466-468;
- het proces-verbaal relaterende een onderzoek aan het vuurwapen en munitie d.d. 15 augustus 2019 (inclusief foto’s), doorgenummerde dossierpagina’s 412-418;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.
03-150696-20 [34]
Feit 1
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te kunnen vaststellen dat de verdachte de aanhangwagen heeft geheeld dan wel als medepleger daarbij betrokken is geweest. De verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 2 primair
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Nu de verdachte ter terechtzitting het tenlastegelegde heeft bekend en van de zijde van de verdediging geen vrijspraak is bepleit, kan de rechtbank ingevolge artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van de bewezenverklaring van het tenlastegelegde volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 13] d.d. 22 mei 2020, doorgenummerde dossierpagina’s 55-56;
- het proces-verbaal van verhoor van de getuige [naam 14] d.d. 9 juni 2020 doorgenummerde dossierpagina’s 69-71;
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.
Feit 3 primair
Aangever [naam 15] [35] heeft op 31 mei 2020 aangifte gedaan van diefstal van zijn tuinset en tuintafel te Venlo. Op 7 juni 2020 kregen verbalisanten [naam verbalisant 3] en [naam verbalisant 4] een melding dat aangever zijn gestolen tuinset had aangetroffen in de tuin van [adres 1] . Aangever beschreef een aantal specifieke kenmerken van de tuinset. Met goedvinden van verdachte hebben de verbalisanten de woning en de bijbehorende tuin aan de [adres 1] betreden. De verbalisanten constateerden in de tuin dat verschillende door aangever beschreven kenmerken overeenkwamen met die van de aangetroffen tuinset.
De verdachte gaf aan dat hij via Marktplaats deze set had gekocht van een handelaar uit Someren. De verbalisant kreeg twee chatgesprekken te zien op Marktplaats, die geen betrekking hadden op de tuinset. De verdachte verklaarde toen dat hij de tuinset ter plaatse had zien staan en cash had afgerekend. [36]
De verdachte heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat hij de tuinset had gekregen van vrienden. Hij had de tuinset gekregen van ‘ [naam 16] ’. De verdachte hoefde er niets voor te betalen. ‘ [naam 16] ’ had de oproep van de verdachte voor een tuinset gezien op Wish.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat die vriend van wie hij de tuinset had gekregen, lid is van [naam motorclub] . [37]
Heling:
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 7 juni 2020 te Venlo een gestolen tuinset voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft over de verkrijging van de tuinset verschillende tegenstrijdige verklaringen afgelegd. De rechtbank acht deze daarom niet geloofwaardig.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij, bij het verkrijgen, wist dat die van misdrijf afkomstig waren.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht in de zaak onder parketnummer
03-196068-19bewezen dat de verdachte
Feit 1 subsidiair:
in de periode van 19 juli 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een TV van het merk "Samsung" en
- een stereo installatie van het merk "Harman Kardon" en
- een headset van het merk "Apple" en
- een fotocamera van het merk "Nikon" en
- een mediaspeler van het merk "Apple" en
- ( een) computer(s) van het merk "Apple" en
- een zonnebril van het merk "Ray Ban" en
- een ladyshave van het merk "Philips" en
- een fiets van het merk "Cortina" en
- ( een) (auto)sleutel(s) en
- een portable ghetto-blaster van het merk "Teufel" en
- een Bobike A zitje Maxi classic en
- een horloge van het merk "Camel" en
- een horloge van het merk "Festina" en
- ( een) tandenborstel(s) van het merk "Oral B" en
- ( een) tube(s) tandpasta van het merk "Sensodyne" en
- ( een) deodorant sticks van het merk "Nivea" en
- ( een) fles(sen) douchegel van het merk "Nivea" en
- ( een) gezichtsbalsem(s) van het merk "Nivea" en
- een fles parfum van het merk "Hugo Boss" en
- ( een) pot(ten) haargel van het merk "Taft Chaos" en
- ( een) pak(ken) opzetborstels van het merk "Oral B" en
- ( een) oplader(s) van het merk "Oral B" en
- manchetknopen en
- een powerbank en
- een armband van het merk "Fossil" en
- ( een) spaarpot(ten) met de inhoud van in totaal 63 euro,
heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 2 subsidiair:
op 4 april 2019 in de gemeente Maastricht, opzettelijk een bakfiets van het merk "Babboe", toebehorende aan [aangever] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als aspirant-koper, onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend;
Feit 3 primair:
op 6 maart 2019 in de gemeente Venlo, tussen 1:38 en 4:54 uur, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een rijbewijs en
- een of meer computer(s) en/of tablet(s) en
- een creditcard en
- een bankpas en
- een of meer telefoon(s) en
- een of meer auto’s (kentekens [kenteken 1] en [kenteken 2] ) en
- een sleutelbos,
die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam aangever] en/of [naam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels;
Feit 4 subsidiair:
in de periode van 8 februari 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, meermalen, een of meer goederen:
- een portemonnee (met inhoud) en
- een paspoort en/of id-kaart en
- een ziekenfondspasje en
- een bankpas en
- een geldbedrag en
- een of meer sieraden en
- een of meer horloges en
- een hoeveelheid tafelzilver en
- een (medicijn)doosje en
- een geldkistje en/of kluis,
heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 5 subsidiair:
in de periode van 27 april 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, meermalen, meer goederen:
- een televisie en
- een of meer luidsprekers en
- een of meer mengpane(e)l(en) en
- een versterker en
- een stofzuiger en
- een tap (Jägermeister) en
- een wijnkoelkast en
- een bokszak en
- een dartbord en
- een schemerlamp en
- een of meer flessen drank en
- een trommel en
- een hogedrukreiniger en
- een boek en
- een gasfles,
heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 6:
op 7 augustus 2019 in de gemeente Venlo,
- een portemonnee met inhoud,
die aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [naam 17] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
en
op meer tijdstippen op 7 augustus 2019 in de gemeente Venlo,
- geldbedragen,
die aan een ander dan aan verdachte toebehoorden, te weten aan [naam 17] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het contactloos betalen met de bij aangever ontvreemde bankpas;
Feit 7:
op meer tijdstippen in de periode van 2 juli 2018 tot en met 13 augustus 2019 te Venlo, meermalen, meer goederen:
- een fiets (Giant) en
- een bromfiets (Piaggio);
- kentekenplaten ( [kenteken 4] en [kenteken 5] en [kenteken 6] ),
heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 8:
op 13 augustus 2019, in de gemeente Venlo, een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (Walther P22, 9mm P.A.K.) en munitie van categorie III, te weten 12 patronen (kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht in de zaak onder parketnummer
03-150696-20bewezen dat de verdachte
Feit 2 primair:
in de periode van 25 mei 2020 tot en met 28 mei 2020 in de gemeente Venlo, een goed, te weten een tuinset heeft voorhanden gehad en overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 3 primair:
op 7 juni 2020 in de gemeente Venlo, een goed, te weten een tuinset heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair:
opzetheling, meermalen gepleegd
Feit 2 subsidiair:
verduistering
Feit 3 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
Feit 4 subsidiair:
opzetheling, meermalen gepleegd
Feit 5 subsidiair:
opzetheling, meermalen gepleegd
Feit 6:
diefstal;
en
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
Feit 7:
opzetheling, meermalen gepleegd;
Feit 8:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van de categorie III;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Het bewezenverklaarde l in de zaak met parketnummer 03-150696-20 levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 2 primair:
opzetheling
Feit 3 primair:
opzetheling
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van het reeds ondergane voorarrest. De officier van justitie vordert dat aan het voorwaardelijke gedeelte van de gevangenisstraf de volgende bijzondere voorwaarden worden verbonden: de meldplicht en het zich houden aan de richtlijnen en aanwijzingen van de reclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de strafeis van de officier van justitie.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak, een diefstal van een portemonnee en geld, een verduistering, een veelvoud aan helingsfeiten en overtreding van de Wet wapens en munitie. Door zich schuldig te maken aan heling heeft de verdachte met zijn handelwijze bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. De vanzelfsprekendheid waarmee de verdachte de feiten lijkt te hebben gepleegd, getuigt van weinig respect en zorg voor de eigendommen van anderen. De verdachte lijkt zich enkel druk te hebben gemaakt over zijn financiële problemen. Hij handelde uit eigen (geld)gewin. Dat hij zich tevens schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak rekent de rechtbank hem ook zwaar aan. Een woning is bij uitstek een plek waar de bewoners zich veilig mogen wanen. De verdachte heeft daar lak aan gehad. Hij heeft volstrekt geen rekening gehouden met de negatieve impact die zulke feiten met zich brengen voor de slachtoffers. De brutaliteit waarmee de feiten zijn gepleegd, ziet de rechtbank ook terug in de verduistering van de bakfiets en het pinnen van een geldbedrag met een gestolen pas. Enig gewetensbezwaar is ver te zoeken.
De verdachte is in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 op 13 augustus 2019 aangehouden. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft onder voorwaarden de voorlopige hechtenis op 17 oktober 2019 geschorst. De verdachte heeft die schorsing niet aangegrepen om te laten zien dat hij een positieve wending aan zijn leven wil geven. Integendeel de verdachte is gewoon verder gegaan met zijn criminele activiteiten in de zomer van 2020. Een tweetal tuinsets en de eigenaren daarvan waren daarvan het slachtoffer. De verdachte blijkt hardleers en standvastig vasthouden aan een negatieve levensstijl. Weliswaar heeft de verdachte ter terechtzitting spijt betuigt en verklaart dat hij bezig is om een positieve wending aan zijn leven te geven, maar de reclassering schat echter dat de recidivekans nog immer hoog in, getuige het voortgangsverslag van januari 2021.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op de justitiële documentatie van de verdachte d.d. 29 december 2020, waaruit blijkt dat hij in Nederland eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, waaronder heling.
De officier van justitie heeft een strafeis geformuleerd die naar het oordeel van de rechtbank geen recht doet aan de ernst van de feiten, de impact van die feiten op de slachtoffers en het handelen van de verdachte na zijn schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De hoeveelheid strafbare feiten staan voor maanden gevangenisstraf en de rechtbank ziet het opleggen van een gevangenisstraf van 18 maanden als een passende reactie op de bewezenverklaarde feiten en omstandigheden. De rechtbank zal van die 18 maanden, 4 maanden voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 3 jaar, omdat de rechtbank nog niet overtuigd is van het feit dat de verdachte zijn leven zodanig heeft verbeterd dat een terugval niet meer aan de orde zal zijn. Een stevige stok achter de deur is derhalve geïndiceerd. De rechtbank ziet overigens geen meerwaarde om aan het voorwaardelijke gedeelte van de gevangenisstraf bijzondere voorwaarden te verbinden, alleen al omwille van het feit dat de reclassering daarin geen toegevoegde waarde ziet.
De rechtbank zal tevens de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 met ingang van heden opheffen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [naam getuige] vordert een schadevergoeding van € 1.119,22 ter zake van feit 1.
De benadeelde partij [naam 6] vordert een schadevergoeding van € 6.671,49 ter zake van feit 5.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
03-196068-19 (feit 1)
De officier van justitie stelt zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam getuige] op het standpunt dat met uitzondering van de post ‘kosten bestede tijd uitzoeken diefstal/qoederen’, de vordering tot een bedrag van € 874,06 kan worden toegewezen. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente.
De officier van justitie vordert tevens het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
03-196068-19 (feit 5)
De officier van justitie stelt zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam 6] op het standpunt dat de vordering tot een bedrag van € 5.921,49 kan worden toegewezen. De gevorderde post ‘advocaatkosten’ dient te worden afgewezen; een onderbouwing van die post ontbreekt. Het bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente.
De officier van justitie vordert tevens het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [naam getuige] en [naam 6] op het standpunt dat de benadeelden in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, wegens de bepleite vrijspraak voor het primair tenlastegelegde. Bij een bewezenverklaring van de heling kunnen de benadeelden evenmin in hun vorderingen worden ontvangen, omdat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen het handelen van de verdachte en de gestelde geleden schade.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
03-196068-19 (feit 1)
De rechtbank zal de benadeelde partij [naam getuige] niet ontvangen in de kostenposten met betrekking tot de ontvreemde auto en het kentekenbewijs omdat deze goederen niet op de tenlastelegging onder feit 1 staan vermeld. De rechtbank zal de gevorderde post ‘kosten bestede tijd uitzoeken diefstal/qoederen’ ad. € 245,16 toewijzen met de wettelijke rente, berekend vanaf 19 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
03-196068-19 (feit 5)
De rechtbank zal de benadeelde partij [naam 6] niet ontvangen in zijn vordering, nu er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de gestelde schade en het bewezenverklaarde feit.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 310, 311, 321 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
  • spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder 1 primair, 2 primair, 4 primair en 5 primair in de zaak onder parketnummer 03-196068-19;
  • spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder 1 in de zaak onder parketnummer 03-150696-20;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4. is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van
  • heft op de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 met ingang van heden;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [naam getuige] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte mitsdien om aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 245,16 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam getuige] van een bedrag van € 245,16 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 4 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verklaart de benadeelde partij [naam 6] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P. van Deventer, voorzitter, mr. M.A. Teeuwissen en
mr. M.G.J.M. van der Staak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Penders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 08 februari 2021.
Buiten staat
Mr. M.A. Teeuwissen en mr. M.G.J.M. van der Staak zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is in de zaak onder parketnummer 03-196068-19 ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 19 juli 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tussen 3:34 en 5:34 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een TV van het merk "Samsung" en/of
- een stereo installatie van het merk "Harman Kardon" en/of
- een headset van het merk "Apple" en/of
- een fotocamera van het merk "Nikon" en/of
- een mediaspeler van het merk "Apple" en/of
- ( een) computer(s) van het merk "Apple" en/of
- een zonnebril van het merk "Ray Ban" en/of
- een ladyshave van het merk "Philips" en/of
- een fiets van het merk "Cortina" en/of
- ( een) (auto)sleutel(s) en/of
- een portable ghetto-blaster van het merk "Teufel" en/of
- een Bobike A zitje Maxi classic en/of
- een horloge van het merk "Camel" en/of
- een horloge van het merk "Festina" en/of
- ( een) tandenborstel(s) van het merk "Oral B" en/of
- ( een) tube(s) tandpasta van het merk "Sensodyne" en/of
- ( een) deodorant sticks van het merk "Nivea" en/of
- ( een) fles(sen) douchegel van het merk "Nivea" en/of
- ( een) gezichtsbalsem(s) van het merk "Nivea" en/of
- een fles parfum van het merk "Hugo Boss" en/of
- ( een) pot(ten) haargel van het merk "Taft Chaos" en/of
- ( een) pak(ken) opzetborsten van het merk "Oral B" en/of
- ( een) oplader(s) van het merk "Oral B" en/of
- manchetknopen en/of
- een powerbank en/of
- een armband van het merk "Fossil" en/of
- ( een) spaarpot(ten) met de inhoud van in totaal 63 euro,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam getuige] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer diverse goederen, waaronder onder andere:
- een TV van het merk "Samsung" en/of
- een stereo installatie van het merk "Harman Kardon" en/of
- een headset van het merk "Apple" en/of
- een fotocamera van het merk "Nikon" en/of
- een mediaspeler van het merk "Apple" en/of
- ( een) computer(s) van het merk "Apple" en/of
- een zonnebril van het merk "Ray Ban" en/of
- een ladyshave van het merk "Philips" en/of
- een fiets van het merk "Cortina" en/of
- ( een) (auto)sleutel(s) en/of
- een portable ghetto-blaster van het merk "Teufel" en/of
- een Bobike A zitje Maxi classic en/of
- een horloge van het merk "Camel" en/of
- een horloge van het merk "Festina" en/of
- ( een) tandenborstel(s) van het merk "Oral B" en/of
- ( een) tube(s) tandpasta van het merk "Sensodyne" en/of
- ( een) deodorant sticks van het merk "Nivea" en/of
- ( een) fles(sen) douchegel van het merk "Nivea" en/of
- ( een) gezichtsbalsem(s) van het merk "Nivea" en/of
- een fles parfum van het merk "Hugo Boss" en/of
- ( een) pot(ten) haargel van het merk "Taft Chaos" en/of
- ( een) pak(ken) opzetborsten van het merk "Oral B" en/of
- ( een) oplader(s) van het merk "Oral B" en/of
- manchetknopen en/of
- een powerbank en/of
- een armband van het merk "Fossil" en/of
- ( een) spaarpot(ten) met de inhoud van in totaal 63 euro,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 4 april 2019 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, een bakfiets van het merk "Babboe", in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 april 2019 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, opzettelijk een bakfiets van het merk "Babboe", in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als aspirant-koper, onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 6 maart 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tussen 1:38 en 4:54 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een rijbewijs en/of
- een of meer computer(s) en/of tablet(s) en/of
- een creditcard en/of
- een bankpas en/of
- een of meer telefoon(s) en/of
- een of meer auto(s) (kenteken(s) [kenteken 1] en/of [kenteken 2] ) en/of
- een sleutelbos,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam aangever] en/of [naam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel(s);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer goederen, waaronder onder andere:
- een rijbewijs en/of
- een of meer computer(s) en/of tablet(s) en/of
- een creditcard en/of
- een bankpas en/of
- een of meer telefoon(s) en/of
- een of meer auto(s) (kenteken(s) [kenteken 1] en/of [kenteken 2] ) en/of
- een sleutelbos,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij op of omstreeks 8 februari 2019 te Reuver, gemeente Beesel, althans in Nederland, tussen 4:15 en 4:30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een portemonnee (met inhoud) en/of
- een paspoort en/of id-kaart en/of
- een ziekenfondspasje en/of
- een bankpas en/of
- een geldbedrag en/of
- een of meer sieraden en/of
- een of meer horloges en/of
- een hoeveelheid tafelzilver en/of
- een (medicijn)doosje en/of
- een geldkistje en/of kluis,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 8 februari 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer goederen:
- een portemonnee (met inhoud) en/of
- een paspoort en/of id-kaart en/of
- een ziekenfondspasje en/of
- een bankpas en/of
- een geldbedrag en/of
- een of meer sieraden en/of
- een of meer horloges en/of
- een hoeveelheid tafelzilver en/of
- een (medicijn)doosje en/of
- een geldkistje en/of kluis,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2019 tot en met 28 april 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse goederen, waaronder onder andere:
- een televisie en/of
- een of meer luidsprekers en/of
- een of meer mengpane(e)l(en) en/of
- een versterker en/of
- een stofzuiger en/of
- een tap (Jägermeister) en/of
- een wijnkoelkast en/of
- een bokszak en/of
- een dartbord en/of
- een schemerlamp en/of
- een of meer flessen drank en/of
- een trommel en/of
- een hogedrukreiniger en/of
- een boek en/of
- een gasfles,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam 6] en/of [naam 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2019 tot en met 13 augustus 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer goederen:
- een televisie en/of
- een of meer luidsprekers en/of
- een of meer mengpane(e)l(en) en/of
- een versterker en/of
- een stofzuiger en/of
- een tap (Jägermeister) en/of
- een wijnkoelkast en/of
- een bokszak en/of
- een dartbord en/of
- een schemerlamp en/of
- een of meer flessen drank en/of
- een trommel en/of
- een hogedrukreiniger en/of
- een boek en/of
- een gasfles,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 7 augustus 2019 in de gemeente Venlo, althans in Nederland,
- een portemonnee met inhoud en/of
- een of meer geldbedragen,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [naam 17] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het contactloos betalen met de bij aangever ontvreemde bankpas;
7.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2018 tot en met 13 augustus 2019 te Venlo en/of Oostrum en/of Horst en/of Reuver, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer goederen:
- een fiets (Giant) en/of
- een bromfiets (Piaggio) en/of
- een of meer kentekenplaten ( [kenteken 4] en/of [kenteken 5] en/of [kenteken 6] ),
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
en/of
hij op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 2 juli 2018 tot en met 3 augustus 2019 te Venlo en/of Oostrum en/of Horst en/of Reuver, althans in Nederland,
- een fiets (Giant) en/of
- een bromfiets (Piaggio) en/of
- een of meer kentekenplaten ( [kenteken 4] en/of [kenteken 5] en/of [kenteken 6] ),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [naam 9] en/of [naam 8] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
8.
hij op of omstreeks 13 augustus 2019, in de gemeente Venlo, althans in Nederland, een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool (Walther P22, 9mm P.A.K.) en/of munitie van categorie III, te weten 12, althans meerdere, patronen (kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
Aan de verdachte is in de zaak onder parketnummer 03-150696-20 ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2018 tot en met 18 april 2018 te Reuver, gemeente Beesel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een aanhangwagen heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 28 mei 2020 n de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een tuinset heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2020 tot en met 22 mei 2020 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 6] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een tuinset, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 13] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 7 juni 2020 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een tuinset heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 mei 2020 te Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan de [adres 7] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een tuinset, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 15] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Venlo/Beesel, proces-verbaalnummer PL2321-2019148100, gesloten d.d. 17 februari 2020 doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 539.
2.Verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.
3.Proces-verbaal van aangifte door [naam getuige] d.d. 19 juli 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 36-40.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige] d.d. 5 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 102-103.
5.Proces-verbaal van verhoor van aangever [naam getuige] d.d. 24 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 104-109.
6.Proces-verbaal van doorzoeking pand [adres 1] te Venlo d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 204-207.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 329-330.
8.Geschrift, zijnde een kennisgeving inbeslagname, doorgenummerde dossierpagina 476.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 327.
10.Proces-verbaal van aangifte door [naam aangever] d.d. 6 maart 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 56-57.
11.Proces-verbaal van aangifte door [naam 1] d.d. 6 maart 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 61-62.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2019, doorgenummerde dossierpagina 282.
13.Proces-verbaal aantreffen gesignaleerd voertuig Renault Mégane Scenic met kenteken [kenteken 1] d.d. 6 maart 2019, doorgenummerde dossierpagina 284.
14.Proces-verbaal sporenonderzoek Renault Mégane Scenic d.d. 7 maart 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 398-399.
15.Proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen inzake profielcluster 45647 d.d. 21 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 400 en het NFI deskundigenrapport d.d. 5 april 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 404-405.
16.Proces-verbaal van aangifte door [naam 3] d.d. 9 februari 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 49-53.
17.Proces-verbaal van doorzoeking pand [adres 1] te Venlo d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 204-207.
18.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 139-140.
19.Proces-verbaal van bevindingen inbeslaggenomen goederen tijdens doorzoeking [adres 1] te Venlo, doorgenummerde dossierpagina 337.
20.Proces-verbaal van aangifte door [naam 6] d.d. 30 april 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 78-84.
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 295-296.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 23 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 193-194.
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2020, niet doorgenummerd.
24.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] d.d. 2 juli 2018, doorgenummerde dossierpagina’s 45-47.
25.Proces-verbaal van aangifte door [naam 9] d.d. 3 april 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 65-66.
26.Proces-verbaal van aangifte door [naam 10] d.d. 5 juni 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 92-93.
27.Proces-verbaal van aangifte door [naam 11] d.d. 1 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 158-160.
28.Proces-verbaal van aangifte door [naam 12] d.d. 4 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina’s 161-162.
29.Geschriften, zijnde kennisgevingen van inbeslagname, doorgenummerde dossierpagina’s 486 en 488.
30.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 326.
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 23 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 191.
32.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 326.
33.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2019, doorgenummerde dossierpagina 341.
34.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Venlo/Beesel, proces-verbaalnummer PL2300-2020088458, gesloten d.d. 16 september 2020 doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 164.
35.Proces-verbaal van aangifte door [naam 15] d.d. 31 mei 2020, doorgenummerde dossierpagina’s 126-127
36.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2020, doorgenummerde dossierpagina’s 134-135.
37.Verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2021.