ECLI:NL:RBLIM:2022:10000
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter mr. R.P.J. Quaedackers
Op 13 december 2022 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beslissing genomen in een wrakingszaak. Verzoeker, wonende te [woonplaats], had op 16 november 2022 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. R.P.J. Quaedackers, rechter in de rechtbank Limburg, in een lopende civiele procedure. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat er bezwaar was gemaakt tegen de e-mailcommunicatie van verzoeker door de rechter.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking gemotiveerd moet zijn. Dit houdt in dat de verzoekende partij feiten of omstandigheden moet aanvoeren die het vermoeden wettigen dat de rechter niet onpartijdig of onafhankelijk zal zijn. In dit geval heeft verzoeker echter geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden kunnen trekken.
De wrakingskamer heeft ook verwezen naar het Wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, waarin staat dat een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen indien het niet is gemotiveerd. Aangezien verzoeker enkel een algemene stelling heeft geuit zonder verdere onderbouwing, heeft de wrakingskamer het verzoek als kennelijk niet ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 december 2022.