Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
DOCMORRIS N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de op voorhand door DocMorris in het geding gebrachte producties 1 tot en met 8
- de spreekaantekeningen van mr. Savelkoul
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de kantonrechter op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eisende partij], en zijn werkgever, DocMorris N.V. De werknemer had de vaststellingsovereenkomst, die de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst regelde, vernietigd op grond van dwaling en misbruik van omstandigheden. De werknemer was sinds 10 juli 2018 in dienst bij DocMorris en had zich op 27 mei 2021 opnieuw ziek gemeld. Op 26 juli 2021 werd een vaststellingsovereenkomst ondertekend, waarin werd afgesproken dat de arbeidsovereenkomst per 1 september 2021 zou eindigen. De werknemer stelde dat hij de overeenkomst nooit had getekend als hij had geweten dat hij ziek was, en vorderde doorbetaling van zijn loon.
De kantonrechter oordeelde dat de vernietiging van de vaststellingsovereenkomst geen rechtsgeldige grond had en dat de werknemer geen aanspraak kon maken op loonbetaling. De rechter overwoog dat de werknemer niet had aangetoond dat de vaststellingsovereenkomst onder invloed van dwaling tot stand was gekomen. De kantonrechter wees erop dat de werknemer niet had voldaan aan de stelplicht en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die misbruik van omstandigheden zouden rechtvaardigen. De vordering van de werknemer werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van DocMorris, die op € 747,00 werden begroot.