ECLI:NL:RBLIM:2022:10653

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
10179695 cv expl 22-4697
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing loonvordering in kort geding tegen DocMorris N.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 december 2022 in kort geding uitspraak gedaan over een loonvordering van [eiser] tegen zijn werkgever DocMorris N.V. [eiser] was sinds 1 januari 2017 in dienst bij DocMorris en had verschillende functies bekleed, laatstelijk als Vice President IT Pharma ERP Logistics. Na een reorganisatie en een aangeboden functiewijziging, die [eiser] niet accepteerde, heeft DocMorris per 6 oktober 2022 het loon van [eiser] stopgezet. [eiser] vorderde in kort geding betaling van het onbetaald gelaten loon en andere vergoedingen, stellende dat de aangeboden functie niet passend was en dat er geen grond was voor de loonstop.

De kantonrechter oordeelde dat DocMorris het loon van [eiser] vanaf 6 oktober 2022 moest doorbetalen, omdat [eiser] zich ziek had gemeld en DocMorris niet had aangetoond dat er twijfels waren over zijn arbeidsongeschiktheid. De rechter wees de vorderingen van [eiser] tot betaling van het loon en de wettelijke verhoging toe, maar wees de vorderingen met betrekking tot de re-integratieverplichting en de terugkeer naar de functie af, omdat daar geen spoedeisend belang voor was aangetoond. DocMorris werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 10179695 CV EXPL 22-4697
Vonnis in kort geding van de kantonrechter d.d. 8 december 2022
in de zaak van
[eiser],
wonend in [woonplaats] aan de [adres] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. I.K.M. Hoffman
tegen
de naamloze vennootschap
Docmorris N.V.,
gevestigd in (6422 RA) Heerlen aan de Avantisallee 152,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. E. Savelkoul.
Partijen worden hierna [eiser] en DocMorris genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 9 november 2022
  • de nagekomen producties 28 en 31 van de zijde van Trautman
  • de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 24 november 2022, waar beide partijen de standpunten hebben toegelicht aan de hand van een pleitnota en waar gelijktijdig het verzoek van DocMorris met registratienummer 10191184 AZ VERZ 22-110 tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [eiser] (gevoegd) is behandeld.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
DocMorris is opgericht in 2000 en exploiteert, kort gezegd, een online apotheek waar thans ongeveer 700 mensen werkzaam zijn en is onderdeel van de Zwitserse moedermaatschappij Zur Rose Group, Frauenfeld/CH.
Per 1 augustus 2021 is in die moedermaatschappij een bestuurder (‘Group Chief Technology Officer’) aangenomen (de heer [naam bestuurder] , verder te noemen: [naam bestuurder] ) die thans ook optreedt als manager bij DocMorris en als zodanig leidinggevende van [eiser] is.
2.2.
[eiser] is per 1 januari 2017 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst getreden van DocMorris in de functie van Director IT. Een maand later (op 1 februari 2017) werd [eiser] onderdeel van het zogenoemde Executive Comittee (
het bestuur?), hetgeen gepaard ging met een wijziging van zijn functienaam in ‘Vice President IT Pharma ERP Logistics’, laatstelijk tegen een loon van € 11.460,01 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.3.
Per 1 april 2022 is [eiser] , daartoe verzocht door zijn leidinggevende [naam bestuurder] , nog een aantal andere teams gaan managen. In die periode vond er een reorganisatie plaats (door partijen ‘project Helix’ genoemd) binnen de IT organisatie van de Zur Rose Group.
2.4.
Bijna vier maanden later, op 25 juli 2022, heeft [eiser] een gesprek gehad met de HR-directeur de heer [naam HR-directeur] (verder te noemen: [naam HR-directeur] ). Daarbij is door [naam HR-directeur] aan [eiser] te kennen gegeven dat zijn functie door iemand anders vervuld zou gaan worden. Daarbij is aan hem tegelijkertijd de functie van ‘(Expert in) Enterprise Architecture Board SAP Modules’ aangeboden, zulks met behoud van loon. Het betreft een functie zonder leidinggevende verantwoordelijkheden. [eiser] heeft aan het einde van dat gesprek verzocht om een functiebeschrijving van de aangeboden functie, die hij ontving, alsmede om een gespreksverslag, welke hij niet ontving.
2.5.
Op 1 augustus 2022 heeft [eiser] een email aan [naam HR-directeur] gestuurd (productie 7 bij exploot) met de volgende inhoud:

Hallo [naam HR-directeur] ,
die beabsichtigte Zuweisung der neuen Aufgaben ist nicht von unseren Vertragen vom 08.09.2016 (DocMorris N.V. und Centropharm GmbH) gedeckt.
Ich bin eingestellt als ,,Director IT” (ab 01.02.2017 Ernennung zum Vice President Information Technology) also für eine ganz bestimmte Tätigkeit.
Damit verbunden ist ein klares Tätigkeitsbild im Unternehmen. Die beabsichtigten neuen Aufgaben sind eindeutig andere als die vertraglich vereinbarten.
Zusammenfassend sind die ins Auge gefassten neuen Tätigkeiten also nicht vertragskonform. (…)”. [eiser] accepteerde de aangeboden functie aldus niet.
2.6.
Partijen hebben vervolgens op 8 augustus 2022 onderhandeld over de aangeboden functie, waarbij [eiser] enkele voorwaarden heeft gesteld waaronder hij die zou aanvaarden (waaronder een schriftelijke baangarantie voor een periode van vier jaar), hetgeen echter niet tot overeenstemming heeft geleid.
2.7.
Bij email van 25 augustus 2022 heeft DocMorris aan [eiser] onder meer het navolgende te kennen gegeven:

Ich habe dir erklärt dass wir als Unternehmen nicht nur Verpflichtungen gegenüber dir haben sondern auch gegenüber unseren anderen Mitarbeitern. Die Veîwirklichung eines guten Arbeitsumfelds ist unser Ausgangspunkt und acht unser ge.setzliche Verpflichtung.
Aus diesen Gründen sprechen die geschftlichen Interessen von DocMorris dagegen, dass du deine heutige Arbeit in deiner Abteilung fortsetzt.
In dat bericht heeft DocMorris bovendien laten weten geen baangarantie voor een periode van vier jaar te zullen geven. Tevens heeft DocMorris in dat bericht gesuggereerd dat in eerdere gesprekken aan [eiser] te kennen is gegeven dat de reden van het aanbieden van een nieuwe functie gelegen is in het feit dat in haar optiek geen draagvlak (meer) is voor de wijze van leidinggeven van [eiser] :
“(…) Ich habe mehrfacht versucht, dir klar zu machen, dass es innerhalb der Abteilung keine Unterstützung gibt für die Art und Weise wie du arbeitest. Leider hast du dies als unwichtig abgetan. (…)” Ten slotte is in dat bericht aan [eiser] verzocht om de nieuw aangeboden functie uiterlijk op 29 augustus 2022 te aanvaarden, onder de mededeling dat indien hij van die mogelijkheid geen gebruik maakt, DocMorris geen mogelijkheid ziet om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
2.8.
Vier dagen later, op 29 augustus 2022, heeft [eiser] per email (productie 9 bij exploot) aan DocMorris laten weten (nog steeds) niet in te kunnen stemmen met de functiewijziging. Daarbij heeft hij tevens opgemerkt dat het hem bevreemdde dat hij die ochtend moest constateren dat hem de toegang tot het groepscommunicatieplatform Slack was ontzegd en heeft hij verzocht om weer tot dat platvorm te worden toegelaten.
2.9.
In het intern gecommuniceerde organogram van de Zur Rose Group (producties 11 en 12 bij het exploot) is [eiser] kort daarna geplaatst in de aangeboden functie, die hij evenwel nog niet had aanvaard. Volgens die organogrammen rapporteert [eiser] niet meer direct aan CTO [naam bestuurder] maar aan de heer [naam] , met wie hij feitelijk nog hiërarchisch op gelijke hoogte stond.
2.10.
Bij brief van 30 september 2022 (productie 14 bij exploot) heeft (de gemachtigde van) DocMorris nogmaals erop aangedrongen dat [eiser] de aangeboden functie zou aanvaarden. Daarbij is tevens aangezegd dat bij gebreke van aanvaarding van die functie per 6 oktober 2022 geen loon meer zou gaan betalen. Voorts refereert DocMorris in die brief aan de in haar optiek verstoorde arbeidsverhouding, welke zij onderbouwt met een vijftal geanonimiseerde verklaringen van werknemers uit het team van [eiser] , die zij als bijlage heeft meegestuurd (productie 15 bij exploot).
2.11.
Op 5 oktober 2022 heeft [eiser] zich bij Docmorris ziek gemeld.
2.12.
Bij email van 7 oktober 2022 heeft de gemachtigde van DocMorris aan de gemachtigde van [eiser] het navolgende geschreven:
“Geachte collega,
Zojuist vernam ik van DocMorris dat de heer [eiser] zich inmiddels heeft ziek gemeld. Het is DocMorris niet bekend of de ziekmelding al dan niet wordt ingegeven door de huidige discussie tussen partijen over de functiewijziging. DocMorris houdt de ziekmelding in beraad.
Verder wijs ik er op dat DocMorris ongeacht de ziekmelding vasthoudt aan de verlengde aanvaardingstermijn, welke eindigt op 11 oktober as. Zoals reeds in mijn vorige e-mail aangegeven, heeft de heer [eiser] immers ruimschoots de tijd gehad om na te denken over de voorgestelde functiewijziging en daarover advies in te winnen zodat redelijkerwijs van hem mag worden verwacht dat hij thans een definitieve beslissing daarover neemt. Of beter: dat hij laat weten of hij vasthoudt aan dan wel terugkomt op zijn besluit om de aangeboden functie af te wijzen. Immers, hij heeft kennelijk al een besluit genomen getuige het feit dat hij afgelopen periode herhaalde keren
in ondubbelzinnige bewoordingen te kennen heeft gegeven dat hij de aangeboden functie niet aanvaardt. Met de thans geboden aanvaardingstermijn wil DocMorris hem alleen nog een allerlaatste keer de gelegenheid bieden om zijn besluit te heroverwegen. Houdt hij onverhoopt vast aan zijn afwijzing van de nieuwe functie, dan zijn de consequenties daarvan reeds bij hem bekend. DocMorris spreekt andermaal de hoop uit dat hij het zover niet zal laten komen.”
2.13.
Bij email van 13 oktober (productie 20 bij exploot) heeft de gemachtigde van DocMorris aan de gemachtigde van [eiser] onder meer bevestigd dat het loon per
6 oktober 2022 is stopgezet en te kennen gegeven dat DocMorris ‘coulancehalve bereid is om de loonbetaling te hervatten indien en zodra de heer [eiser] alsnog besluit om de nieuwe functie te aanvaarden, en wel per de datum waarop hij zijn werkzaamheden in de nieuwe functie aanvangt.’
2.14.
DocMorris heeft het loon vanaf 6 oktober 2022 onbetaald gelaten.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert in dit kort geding de veroordeling van DocMorris, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. tot betaling van het onbetaald gelaten deel van het loon over oktober 2022 ad
€ 9.277,15 bruto
2. tot betaling van 100% van het loon tot en met de 26e week van zijn arbeidsongeschiktheid
3. tot betaling van 80% van het loon vanaf de 27e week tot en met de 104e week van zijn arbeidsongeschiktheid
4. tot betaling van 70% van het maximumdagloon vanaf de 105e week van zijn arbeidsongeschiktheid tot en met maximaal de 156e week voor zover een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting zou worden opgelegd
5. tot betaling van 100% van het loon over de uren waarin [eiser] passende arbeid verricht of opleiding volgt gericht op re-integratie ex artikel 12.3 van de van toepassing zijnde cao
6. tot betaling van het overeengekomen loon zodra [eiser] weer arbeidsgeschikt is voor zijn bedongen functie
7. het loon te verhogen in geval van een verhoging van het cao-loon of indexaties en eventueel uit dien gronde met terugwerkende kracht toegekende verhogingen
8. tot reservering van 8% vakantiebijslag over de bedragen genoemd onder 1 tot en met 7 en tot jaarlijkse uitbetaling van het gereserveerde tegoed in de maand mei
9. tot afdracht van de verschuldigde pensioenpremie aan Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA), berekend over de bedragen als vermeld onder 1 tot en met 8
10. tot betaling van de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW over de bedragen genoemd onder 1 tot en met 8 voor zover sprake is van te late betaling in de zin van dat artikel
11. tot nakoming van de re-integratieverplichting ex art. 7:658a BW gericht op re-integratie in de overeengekomen functie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat DocMorris daarmee in gebreke blijft
12. tot toelating van [eiser] in zijn overeengekomen functie op de eerste dag dat hij weer arbeidsgeschikt is, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat DocMorris daarmee in gebreke blijft
13. tot betaling van de wettelijke rente over de bedragen onder 1 tot en met 8, voor zover sprake is van te late betaling
14. om de bedragen onder 1 tot en met 7 en onder 10 tot en met 13 te voldoen op het bij DocMorris bekende bankrekeningnummer van [eiser]
15. tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De aangeboden functie is geen functie waarvan onder de gegeven omstandigheden van [eiser] verlangd kan worden dat hij die aanvaardt, aldus [eiser] . Daar komt nog bij dat [eiser] sinds 6 oktober 2022 arbeidsongeschikt is. Volgens [eiser] is er aldus geen grondslag voor de loonstop.
3.3.
DocMorris stelt zich op het standpunt dat zij terecht het loon sinds 6 oktober 2022 niet meer doorbetaalt omdat [eiser] de aangeboden functie, die in haar optiek (wel) passend is, weigert te aanvaarden en [eiser] in de overeengekomen functie volgens haar niet meer houdbaar is.
4. De beoordeling
4.1.
Het gestelde spoedeisende belang vloeit reeds voort uit de aard van de vordering (loon) en staat daarmee in deze procedure tussen partijen vast.
4.2.
Om een voorziening te kunnen treffen zoals gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure een met de gevraagde voorziening (nagenoeg) overeenstemmende vordering (dan wel een overeenstemmend verzoek) zal worden toegewezen, zodat het gerechtvaardigd is daarop vooruit te lopen. Die beoordeling geschiedt op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.3.
Zoals de kantonrechter ter zitting reeds heeft laten doorschemeren zal de gevorderde loondoorbetaling worden toegewezen. Onweersproken staat vast dat [eiser] zich bij zijn werkgever ziek heeft gemeld. DocMorris erkent dit ook expliciet onder punt 6 op pagina 13 van haar verzoekschrift in de procedure die door haar aanhangig is gemaakt en die gevoegd is behandeld met dit kort geding. Indien DocMorris twijfels heeft over de arbeidsongeschiktheid van [eiser] , dient zij hem door de bedrijfsarts op te laten roepen voor een onderzoek, doch gesteld noch gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Reeds op grond hiervan is DocMorris ingevolge art. 7:629 BW juncto art. 12.2 lid 1 van de op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde cao gehouden het loon op de reguliere wijze door te betalen.
In de beslissing zullen de vorderingen onder punt 1 tot en met 10 en onder punt 13 worden samengevat als een veroordeling tot reguliere doorbetaling van het overeengekomen loon vanaf 6 oktober 2022 (te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf de respectieve verzuimdata tot aan de dag van voldoening). De afzonderlijk gevorderde onderdelen (kennelijk zo in het petitum opgenomen in een poging om zo volledig mogelijk te zijn) volgens immers rechtstreeks uit de arbeidsovereenkomst, de cao en de wet.
4.4.
Ten aanzien van de vordering onder 11 is onvoldoende gesteld ter zake van het spoedeisend belang zodat dit onderdeel niet zal worden toegewezen.
Dat [eiser] binnen afzienbare tijd weer arbeidsgeschikt zal zijn voor de bedongen arbeid is niet gesteld en blijkt ook verder niet uit de in het geding gebrachte stukken noch uit het verhandelde ter zitting, zodat ook ten aanzien van het gevorderde onder punt 12 geen spoedeisend belang is komen vast te staan en dit onderdeel om die reden zal worden afgewezen. Dat het loon dient te worden overgemaakt op het bij DocMorris bekende bankrekeningnummer van [eiser] mag als vanzelfsprekend worden aangenomen, zodat dit onderdeel niet separaat zal worden toegewezen.
4.5.
DocMorris zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de datum van dit vonnis begroot op
€ 1.122,11, bestaande uit € 747,00 aan salaris gemachtigde, € 244,00 aan griffierecht en
€ 131,11 aan explootkosten.
4.6.
De gevorderde nakosten zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt DocMorris tot reguliere doorbetaling van het overeengekomen loon aan [eiser] vanaf 6 oktober 2022, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf de respectieve verzuimdata tot aan de dag van voldoening;
5.2.
veroordeelt DocMorris tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.122,11;
5.3.
veroordeelt DocMorris, onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, tot betaling van de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van die betekening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK