Uitspraak
RECHTBANK limburg
[eiseres] te [plaats 1] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal aan eiseres was opgelegd. De last was opgelegd vanwege een situatie die in strijd was met de Woningwet en het Bouwbesluit 2012, na een controle die volgde op een brand op het perceel van eiseres. Eiseres had een beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarin het bezwaar deels gegrond was verklaard, maar de last onder dwangsom in stand was gelaten.
Echter, tijdens de procedure bleek dat eiseres de percelen waarop de last betrekking had, had overgedragen aan een derde. Hierdoor had eiseres geen reëel en actueel belang meer bij de beoordeling van het bestreden besluit, aangezien zij niet langer eigenaar was en de verplichtingen tot betaling van de dwangsom aan haar rechtsopvolger waren overgedragen. De rechtbank overwoog dat alleen indien de indiener een actueel en reëel belang heeft, tot inhoudelijke beoordeling van het beroep kan worden overgegaan.
De rechtbank concludeerde dat eiseres geen rechtens te beschermen belang meer had bij de inhoudelijke beoordeling van het beroep, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door rechter G. Leijten, in aanwezigheid van griffier N.A.M. Bergmans, en is openbaar uitgesproken op 9 maart 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.