Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ,
1.De procedure
- het vonnis van 28 juli 2021,
- de akte van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] met een leesbare versie van de bij dagvaarding overgelegde productie 1, ter griffie ontvangen op 11 augustus 2021,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 18 februari 2022.
2.De feiten
In conventie en in reconventie
“(…)
onze eigen kant van de heg onderhouden.
3.De vordering
In conventie
4.De beoordeling
plaatsingvan de nieuwe haag. En zelfs als de afspraak omtrent de nieuwe haag zou impliceren dat deze op dezelfde plaats zou worden geplant als de oude haag, dan valt zonder nadere onderbouwing niet in te zien waarom de feitelijke grens dan ook als juridische grens dient te worden aangemerkt. Is, bijvoorbeeld, met de afspraak tot het plaatsen van een nieuwe heg de verjaring volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] erkend, of is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met die afspraak gehouden tot overdracht van de strook grond?
“Uit deze algemene regels voor bezit volgt dat een beroep op de verkrijgende verjaring van de onderhavige titel slechts met vrucht kan worden gedaan, indien de bezitter zich na de verkrijging van zijn bezit als rechthebbende beschouwde en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen. Gaat het om een registergoed waarvan de bezitter het bezit, bij voorbeeld bij overdracht uit hoofde van een koopovereenkomst, heeft verkregen, dan zal hij zich slechts als rechthebbende mogen beschouwen, indien bij de levering is voldaan aan de eisen (…) te weten een notariële akte en inschrijving daarvan in de registers.
ondubbelzinnigbezit van de strook grond. De enkele verwijzing naar de verklaring van [naam 1] is onvoldoende. Dat, zoals in de verklaring staat, ieder aan eigen zijde de haag onderhield, maakt nog niet dat sprake is van - als vereist voor een geslaagd beroep op verjaring - ondubbelzinnig bezit. Ook valt uit die verklaring niet af te leiden vanaf wanneer, volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de verjaringstermijn is gaan lopen en voltooid is.
€ 1.689,00(3 punten, CvA, descente en mb x € 563,00 tarief II)