ECLI:NL:RBLIM:2022:2175

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
22 maart 2022
Zaaknummer
03/341281-21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van reisdocumenten en de toepassing van de Nederlandse strafwet op gedragingen in het buitenland

Op 22 maart 2022 heeft de politierechter in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van vervalste reisdocumenten. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 8 maart 2022, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar wel vertegenwoordigd door zijn raadsman. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vervalst Armeens paspoort en een vals Oekraïens rijbewijs. De politierechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het voorhanden hebben van het vervalste paspoort, maar sprak hem vrij van de beschuldiging met betrekking tot het rijbewijs, omdat er onvoldoende bewijs was dat het document vervalst was. De politierechter gunde de verdachte het voordeel van de twijfel in het licht van de huidige situatie in Oekraïne. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. De uitspraak benadrukt de toepassing van de Nederlandse strafwet op gedragingen die zich ook buiten Nederland hebben voorgedaan, en de noodzaak om de echtheid van reisdocumenten te waarborgen voor nationale veiligheid.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03.341281.21
Vonnis van de politierechter d.d. 22 maart 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres]
.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. H.M.W. Daamen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 maart 2022. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. De politierechter heeft op 8 maart 2022 de behandeling ter terechtzitting gesloten en bepaald dat zij op 22 maart 2022 vonnis wijst.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: een vervalst paspoort heeft afgeleverd, althans voorhanden heeft gehad;
Feit 2: een vals rijbewijs voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De politierechter stelt vast dat zij bevoegd is en dat de dagvaarding geldig is.
De raadsman heeft aangevoerd dat de Nederlandse strafwet niet van toepassing is op feit 1 voor zover dit zou zijn begaan in Rusland, en de officier van justitie voor zover het verwijt zich (na wijziging van de tenlastelegging) tot Rusland uitstrekt, in de vervolging niet ontvankelijk is.
De politierechter overweegt hieromtrent het volgende.
Vooropgesteld wordt dat ingevolge artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht de Nederlandse strafwet toepasselijk is op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt.
Indien naast in ook buiten Nederland gelegen plaatsen kunnen gelden als plaats waar een strafbaar feit is gepleegd, is op grond van de hiervoor genoemde wetsbepaling vervolging van dat strafbare feit in Nederland mogelijk, ook ten aanzien van de van dat strafbare feit deel uitmakende gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden (vgl. HR 30 september 1997, NJ 1998, 117). [1]
Op grond van de hierboven aangehaalde rechtspraak komt de politierechter tot het oordeel dat de Nederlandse rechtsmacht niet is beperkt tot de onder 1 ten laste gelegde gedragingen in Nederland, maar zich tevens uitstrekt tot de gedragingen - in dit geval het voorhanden hebben van het vervalste paspoort - voor zover deze in Rusland zijn verricht. De officier van justitie is dan ook voor het gehele feit ontvankelijk in de vervolging.
Ook voor het overige is de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, nadat haar vordering tot het horen van de tussenpersoon in Moskou als getuige door de politierechter was afgewezen, gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van beide feiten, en hiertoe aangevoerd dat de bevindingen op grond waarvan de documenten vals dan wel vervalst zijn bevonden, in de processen-verbaal zo summier zijn beschreven dat zij voor de verdediging nauwelijks zijn te toetsen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de zaak aan te houden om een contra-expertise te laten verrichten en om bij de uitgevende instanties (al dan niet middels een rechtshulpverzoek) na te gaan of de documenten aldaar zijn afgegeven. Deze verzoeken zijn door de politierechter ter terechtzitting afgewezen.
4.3
Het oordeel van de politierechter [2]
4.3.1
Vrijspraak feit 2
Omtrent het rijbewijs vermeldt het dossier het volgende.
Op maandag 20 december 2021 omstreeks 02:40 uur werd verdachte [verdachte] onderworpen aan een insluitingsfouillering. Tijdens de insluitingsfouillering trof de verbalisant [verbalisant 1] een rijbewijs van Oekraïne, voorzien van documentnummer [nummer 1] en goedgelijkende foto ten opzichte van de aangehouden persoon, in zijn portemonnee aan.
Verbalisant [verbalisant 1] zag dat de kleuren van dit document afweken ten opzichte van het hem
ambtshalve bekende rijbewijs afgegeven door de autoriteiten van Oekraïne. [3]
VASTGESTELDE AFWIJKENDE KENMERKEN T.O.V. EEN ORIGINEEL DOCUMENT:
-het Oekraïens rijbewijs op naam van [verdachte] qua detaillering en gebruikte productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkwam met originele door de autoriteiten van Oekraïne afgegeven documenten van dit model;
-de thans aangebrachte ondergrondbedrukking is aangebracht middels een printtechniek. Dit is in tegenstelling tot originele, door de autoriteiten van Oekraïne, afgegeven documenten van dit model waarop de ondergrondbedrukking is aangebracht middels een druktechniek.
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het rijbewijs van Oekraïne, voorzien van nummer [nummer 2] , een vals exemplaar betrof. [4]
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij het Oekraïens rijbewijs in 2012 in Oekraïne had gekregen. Toen hij 10 was, was hij verhuisd naar Oekraïne. Toen hij ging studeren, had hij de keuze tussen werken met hout of een rijopleiding. Hij heeft toen gekozen voor de rijopleiding, en heeft in 2012 dat rijbewijs gekregen. Het is zijn enige rijbewijs. [5]
Hetgeen de verdachte over het behalen van het rijbewijs heeft verklaard, is niet op voorhand onaannemelijk. Niet blijkt uit het dossier dat zijn verklaring op enige wijze door de verbalisanten aan openbare bronnen of anderszins is getoetst. Ter terechtzitting zijn door de raadsman vertalingen van documenten [6] ingebracht die de verklaring van de verdachte op het punt van het rijbewijs onderbouwen.
Een zoekslag van de politierechter op de site van Prado (
the Public Register of Authentic identity and travel Documents Online), levert voorbeelden op van Oekraïense rijbewijzen van dezelfde kleurstelling als het rijbewijs op naam van de verdachte. [7] De techniek die is gebruikt om de pasfoto bij de productie van de kaart te integreren, is blijkens de gegevens van Prado ‘
thermal dye sublimation’, een printvorm. [8]
Anders dan de hierna te bespreken bevindingen van de documentdeskundige van de Koninklijke Marechaussee ten aanzien van het Poolse visum, acht de politierechter de bevindingen ten aanzien van het Oekraïense rijbewijs in het licht van de verklaring van de verdachte en de eigen zoekslag van de politierechter onvoldoende specifiek onderbouwd, zodat in beginsel het ter terechtzitting gedane verzoek om de Oekraïense autoriteiten al dan niet middels een rechtshulpverzoek te vragen of het rijbewijs daadwerkelijk door hen is afgegeven, toewijsbaar is. Gelet echter op de huidige ontwikkelingen in Oekraïne is het onaannemelijk dat aan een dergelijk verzoek op een redelijke termijn zal kunnen worden voldaan. Deze omstandigheid mag niet aan de verdachte worden tegengeworpen. De politierechter gunt de verdachte daarom het voordeel van de twijfel en zal hem van dit feit vrijspreken.
4.3.2
Redengevende feiten en omstandigheden feit 1
Op maandag 20 december 2021, omstreeks 01:07 uur, zagen verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , belast met de uitoefening van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV), een personenauto voorzien van het Belgisch kenteken [kenteken] rijden over de A-67 te Venlo, komende vanuit de richting Duitsland en rijdende in de richting van Eindhoven. Wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , hebben dit voertuig een stopteken gegeven ter hoogte van hectometerpaal 71,1L op de A-67 te Venlo. Aldaar hebben wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , de in het voertuig aanwezige personen staande gehouden op maandag 20 december 2021 omstreeks 01:10 uur. Ik [verbalisant 2] , vroeg aan inzittenden van dit voertuig ons een reis- of identiteitspapier te tonen als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000, waaruit hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie kon blijken.
De mannelijk passagier op de achterbank, achter de bestuurder, overhandigde de verbalisanten een Armeens paspoort, voorzien van het nummer [nummer 3] , ten name van [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1992 alsmede een Belgische verblijfstitel, voorzien van het nummer [nummer 4] , eveneens op naam van [verdachte] . Beide documenten waren voorzien van een goedgelijkende foto ten opzichte van de staandegehouden persoon. Na controle in de beschikbare operationele systemen zagen verbalisanten dat [verdachte] al eerder (2019) was aangehouden voor het voorhanden hebben van meerdere valse, dan wel vervalste reis- documenten door de Koninklijke Marechaussee.
Als laatste overhandigde de vrouwelijke passagier, achter de bijrijdster, verbalisanten een Armeens paspoort, voorzien van het nummer [nummer 5] , ten name van [naam 1] , geboren op [geboortedatum] en voorzien van een goedgelijkende foto ten opzichte van de staandegehouden persoon.
Bij het controleren van het Armeens paspoort van passagier [naam 1] zag verbalisant [verbalisant 2] , opgeleid als documentdeskundige, dat het bijbehorende Poolse visum, welke in pagina 11 van voornoemd paspoort was aangebracht, niet overeenkwam met het origineel door de autoriteiten van Polen afgegeven visa van dit model. Wij, verbalisanten, besloten om nader onderzoek te doen aan het voornoemde visum en de staandegehouden personen mee te nemen naar de brigade.
Verbalisant [verbalisant 2] hoorde [naam 1] zeggen: “Mijn man [verdachte] heeft dit visum voor mij geregeld, ik weet hier niets van”.
Aangezien [verdachte] al eerder gekend is met het voorhanden hebben van valse/
vervalste documenten rees bij verbalisanten het vermoeden dat [verdachte] zich schuldig maakte aan het behulpzaam zijn met het verkrijgen dan wel voorzien van valse/
vervalste documenten voor [naam 1] en haar behulpzaam is met de reis door of
naar Nederland met valse/vervalste documenten.
Naar aanleiding van vorenstaande werd verdachte [verdachte] op maandag 20 december 2021 te 01:59 uur aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 231 lid 1 en artikel 197A Wetboek van Strafrecht.
VASTGESTELDE AFWIJKENDE KENMERKEN T.O.V. EEN ORIGINEEL DOCUMENT:
-op bladzijde 11 van het Armeense paspoort op naam van [naam 1] is een Schengenvisum van Polen, voorzien van nummer [nummer 6] aangebracht;
-de ultraviolette beveiliging van het op pagina 11 aangebrachte Schengenvisa voorzien van nummer [nummer 6] komen niet overeen met originele door de autoriteiten van Polen afgegeven documenten van dit model.
-Ter hoogte van de thans aangebrachte pasfoto van dit voornoemde visa zijn beschadigingen in de ondergrondbedrukking zichtbaar.
Deze beschadigingen zijn waarschijnlijk ontstaan bij het raderen van de origineel op dit document aangebrachte pasfoto.
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Armenië, voorzien van nummer [nummer 5] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 11 van dit paspoort het voornoemde Schengenvisum van Polen, voorzien van nummer [nummer 6] , is aangebracht welke vervalst is. [9]
Medeverdachte [naam 1] heeft tegenover de politie verklaard dat zij op 28 november 2021 vanuit Armenië naar Moskou is vertrokken waar haar echtgenoot [verdachte] zich na twee dagen vanuit België bij haar had gevoegd, dat ze daar ongeveer drie weken is gebleven en dat ze toen samen met [verdachte] naar Duitsland is gevlogen, van waaruit zij in de nacht van hun aanhouding naar Nederland zijn gereden. Het visum dat zij in haar paspoort had, was na een of twee weken in Moskou geregeld, ze weet niet waar of welk adres. Ze was wel naar het visumcentrum gegaan, maar daar vertelden ze haar alles in het Russische dus daar begreep ze niks van. Ze moest toen formulieren invullen. Er werden foto's gemaakt en ze moest vingerafdrukken afgeven. Een eerdere aanvraag vanuit België in december 2021 was afgewezen. [10]
De eerste keer hadden ze een Belgische visum aangevraagd via een reisagent. Dat zou een visumcentrum zijn geweest. Ze waren toen met de reisagent en zijn samen met hem naar de tweede etage gegaan. Toen was het Belgische visum geweigerd.
Toen heeft ze haar paspoort aan de reisagent gegeven en hij heeft het Poolse visum geregeld. Hoe het Poolse visum daarna precies in haar paspoort is gekomen, weet ze niet. [11]
Verklaring verdachte
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij op 1 december 2021 vanuit Brussel naar Rusland is gevlogen. Er is in Rusland een Belgische ambassade, de grootste. In Armenië zit geen Belgische ambassade. Als hij naar Rusland zou komen, konden ze een afspraak maken. Een snellere afspraak. Dat zei een tussenpersoon, [naam 2] .
[naam 2] is samen met verdachtes vrouw naar het visumcentrum gegaan.
Toen werd er verteld dat ze moest wachten tot 7 december 2021. Toen kwam na 7 december 2021 een afwijzing van de visumaanvraag voor België. De verdachte had 600 euro cash aanbetaald hiervoor. Hij heeft de 600 euro niet teruggekregen. De tussenpersoon zei: “Als je wilt, kost het een beetje meer, kan ik een ander visum opmaken, dat kost 5000 euro, een D-visum, maar dan doe ik een snelle aanvraag en ben ik met 1 week klaar.”
Ze zijn vanuit Moskou eerst naar Berlijn gevlogen en verder met de auto gereisd omdat die persoon die de visa had geregeld zei dat Gdansk 300 kilometer van Berlijn ligt. Als ze naar Berlijn zouden komen, niet naar Nederland of België, zou dat geen probleem zijn. [12]
Hij had het paspoort van zijn vrouw aan de tussenpersoon gegeven. Deze tussenpersoon heeft dat paspoort ongeveer een week onder zich gehad en heeft hem na een week laten
weten dat het gelukt was. Daadwerkelijk op het vliegveld voordat zij gingen vliegen heeft hij het paspoort teruggekregen. De verdachte kan niet zeggen dat hij hem honderd procent vertrouwde omdat het over veel geld ging, maar hij heeft wel heel veel officiële papieren gevraagd en dat gaf hem wel wat vertrouwen. [13]
4.3.3
Bewijsoverwegingen feit 1
Vals/vervalst
Anders dan de raadsman is de politierechter van oordeel dat de documentdeskundige van de Koninklijke Marechaussee in zijn proces-verbaal in voldoende mate heeft opgegeven op grond waarvan hij tot zijn conclusie is gekomen. De kennelijke omstandigheid dat de vervalsing niet bij eerdere controles is ontdekt, doet aan de betrouwbaarheid van de bevindingen niet af.
In het licht van het voorgaande, en in aanmerking nemend dat de raadsman geen enkel aanknopingspunt heeft gegeven op grond waarvan aan de juistheid van de bevindingen en conclusie van de verbalisant zou moeten worden getwijfeld, heeft de politierechter het verzoek van de verdediging om de uitgevende instantie over de afgifte te ondervragen en om een contra-expertise te laten uitvoeren ter terechtzitting afgewezen, en acht zij bewezen dat in het Armeense paspoort van de verdachte een vals Pools visum was aangebracht, waardoor het paspoort vervalst is.
Afleveren
Met de raadsman is de politierechter van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte het paspoort van zijn echtgenote heeft afgeleverd. Uit het proces-verbaal blijkt dat [naam 1] bij hun staandehouding zelf haar paspoort aan de verbalisanten heeft overhandigd.
Voorhanden hebben: beschikkingsmacht + wetenschap
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben is vereist dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het paspoort, en dat de verdachte feitelijke macht over het vervalste reisdocument had in de zin dat hij daarover kon beschikken.
Beschikkingsmacht
Ofschoon het de echtgenote van de verdachte is geweest die bij staandehouding het paspoort aan de verbalisanten heeft overhandigd, blijkt uit de overige omstandigheden dat ook de verdachte over het reisdocument kon beschikken: hij had het in Moskou aan de tussenpersoon afgegeven en daar ook van hem terug ontvangen. Hij zat naast zijn echtgenote achter in de auto toen zij op de snelweg werden staandegehouden.
Wetenschap
Uit de verklaringen van zowel de verdachte als diens echtgenote komt naar voren dat het de verdachte was die het document aan de tussenpersoon had gegeven en van hem had teruggekregen. Uit de omstandigheden zoals hierboven beschreven, waaronder met name het aanbod van de tussenpersoon om nadat het visum voor België was geweigerd voor 5.000 euro een Pools visum te regelen, hetgeen voor een visum een uiterst ongebruikelijke prijs is [14] , als ook dat zijn echtgenote voor het Poolse visum dat de tussenpersoon zou regelen zich kennelijk niet in persoon bij een ambassade of consulaat hoefde te vervoegen, moest de verdachte begrijpen dat er een aanmerkelijke kans bestond dat het visum niet echt zou zijn. De verdachte had dan ook redelijkerwijs moeten vermoeden dat in het paspoort van zijn echtgenote een vals visum zou worden aangebracht.
Uit het voorgaande volgt dat de verdachte een paspoort voorhanden heeft gehad waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat het vervalst was.
De politierechter heeft ter terechtzitting geen aanleiding gezien om de vordering van de officier van justitie om de tussenpersoon in Moskou te horen toe te wijzen, daar zij op zichzelf niet onaannemelijk acht hetgeen de verdachte over de tussenpersoon heeft verklaard, maar hem verwijt onvoldoende aan de betrouwbaarheid van de tussenpersoon te hebben getwijfeld.
4.4
De bewezenverklaring
1
hij op 20 december 2021 te Venlo een reisdocument als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een vals Armeens paspoort (paspoort met daarin een valse visumstempel), waarvan hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, voorhanden heeft gehad.
De politierechter acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
1.
een reisdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf en/of de maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 6 maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om, indien een of meer feiten bewezen zouden worden verklaard, te volstaan met een geheel voorwaardelijke straf.
7.3
Het oordeel van de politierechter
Bij het bepalen van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In het bijzonder overweegt de politierechter dat de verdachte heeft gereisd met een paspoort voor zijn echtgenote waarin een vals Pools visum was aangebracht. Het is uit een oogpunt van nationale veiligheid en beheersbaarheid van migratie van belang dat van de echtheid van reis- en verblijfsdocumenten kan worden uitgegaan.
De verdachte is blijkens zijn justitiële documentatie reeds eerder voor vergelijkbare feiten veroordeeld. Dit heeft hem kennelijk niet weerhouden van het opnieuw plegen van documentfraude. De politierechter rekent hem dit aan. Anderzijds weegt de politierechter mee dat de fraude kennelijk was ingegeven door het – op zichzelf niet strafbaar – verlangen van de verdachte om met zijn vrouw samen te leven.
Een feit als dit wordt doorgaans bestraft met twee maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De politierechter ziet in de omstandigheden van dit geval en de persoon van de dader zoals hiervoor beschreven geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken, en zal de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van twee maanden.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De politierechter:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het hem onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder 1 tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat hem onder 1 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 2 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G. Witteman, politierechter, in tegenwoordigheid van N.C.M. Moulen griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 maart 2022.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 20 december 2021 te Venlo, althans in Nederland en/of Rusland, een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een vals Armeens paspoort (paspoort met daarin een valse visumstempel), waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad;
( art 231 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 20 december 2021 te Venlo opzettelijk een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een vals Oekraïens rijbewijs voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.
( art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.HR 27 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1413, NJ 1999/221
2.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, proces-verbaalnummer PL2321/2021199055, gesloten d.d. 4 februari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 87.
3.Proces-verbaal d.d. 20 december 2021, p. 13-16
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2021, p. 39-40
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 december 2021, p. 50-57
6.In kopie aan dit vonnis gehecht
7.https://www.consilium.europa.eu/prado/en/prado-documents/ukr/f/o/docs-per-type.html.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2021, p. 35-36
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] d.d. 20 december 2021, p. 42-49
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] d.d. 21 december 2021, p. 61-69
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 december 2021, p. 50-57
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 december 2021, p. 70-74
14.https://www.gov.pl/web/armenia-en/d-type-national-visa