2.11.Schotanus heeft, na het door hem verrichte onderzoek, een adviesrapport uitgebracht (productie 4 bij dagvaarding). In zijn rapport staat onder meer het volgende:
[adres 2] , [vestigingsplaats] ( [naam bedrijf 1] )
[adres 3] , [vestigingsplaats] ( [naam restaurant 1] )
[adres 4] , [vestigingsplaats] ( [naam restaurant 2] )
[adres 5] , [vestigingsplaats] ( [naam restaurant 3] )
[adres 6] , [vestigingsplaats] ( [naam bedrijf 2] )
(…)
II. VERGELIJKINGSPANDEN
(…)
Het BHAB heeft partijen bij brief d.d. 20 oktober 2020 uitgenodigd voor overleg ter plaatse en verzocht mogelijke vergelijkingspanden te noemen en - voor zover beschikbaar- hiervan de benodigde huur- en oppervlaktegegevens te overleggen.
Huurder droeg in de vorm van een adviesrapport van adviseur [naam deskundige 1] de volgende panden aan: [adres 3] ( [naam restaurant 1] ), [adres 4] ( [naam restaurant 2] ), [adres 5] ( [naam restaurant 3] ) en [adres 7] ( [naam restaurant 4] ), allen te Maastricht. Eveneens genoemd/ maar afgevallen zijn [adres 8] ( [naam restaurant 5] , twee panden in één huurcontract, samen te groot, [adres 8] heeft bovenwoning) en [adres 9] ( [naam restaurant 6] , ooit gehuurd, nu eigendom exploitant).
Verhuurder stemt in met de door huurder aangedragen panden [adres 4] en [adres 5] (mits verificatie door BHAB) en droeg voorts zelf als vergelijkingsobjecten aan: [adres 10] ( [naam restaurant 7] ) en [adres 11] (NB. Bedoeld wordt [adres 2] , [naam bedrijf 1] ), beiden te [vestigingsplaats] .
(…)
Het door verhuurder genoemde pand [adres 10] valt voor het BHAB af, omdat dit relatief ver van het litigieuze pand is gelegen in een drukker gedeelte van de [straatnaam] (o.b.v. passantentellingen van Locatus). Het pal tegenover het litigieuze pand gelegen pand [adres 2] is voor het BHAB daarentegen wel acceptabel. Hiertegen maakt huurder bij monde van diens adviseur bezwaar. Deze legt hiertoe een vonnis over van de kantonrechter te Maastricht (…)
Het BHAB heeft hiervan kennis genomen, maar acht deze specifieke casus niet van toepassing in onderhavige procedure. In de [straatnaam] is sprake van een mix van horeca en detailhandel/ galerieën, waarbij in het verleden panden geregeld een andere huurder/ bestemming kregen, terwijl in het overgelegde vonnis sprake is van een enkel horecapand, omringd door alleen maar winkels. (…)
Het pand [adres 2] heeft bovendien in het verleden al veelvuldig als referentieobject gefungeerd bij vergelijkbare huurzaken. (…)
(…)
B. Berekening vloeroppervlakte afhankelijke bedrijfswoning
(…)
Een onzelfstandige ‘artikel 234-BW-woning’ moet scherp onderscheiden worden van een afhankelijke ‘artikel 290- of 230a- BW- woning’. Voor deze woningen geldt het bedrijfsruimterecht, zonder dat dit kan worden doorkruist door de onderverhuurbescherming van art 7:269 BW.
Op grond van bovenstaande overwegingen wordt landelijk het systeem toegepast, de onzelfstandige woonruimte te waarderen met een vergelijkingspercentage van secundaire ruimten ten opzichte van de primaire bedrijfsruimte op de begane grond.
(…)
Op basis van de resultaten van het onderzoek zou op basis van de genoemde vergelijkingspanden per28 augustus 2020een jaarhuur van€ 18.590,35exclusief BTW en eventuele verzekeringen, water/ energie- en/ of servicekosten, te adviseren zijn voor het bedrijfspand aan de[adres 1] te [vestigingsplaats] .(…)