ECLI:NL:RBLIM:2022:4556
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woningsluiting op basis van artikel 13b Opiumwet
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 24 mei 2022, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, verhuurders van een woning, hadden bezwaar gemaakt tegen een door de burgemeester van Heerlen opgelegde woningsluiting op basis van artikel 13b van de Opiumwet, nadat in de woning een hennepkwekerij was aangetroffen. De burgemeester had de woning voor zes maanden gesloten, met ingang van 8 maart 2022. Verzoekers stelden dat zij financieel nadeel ondervonden door de sluiting, omdat zij huurinkomsten misliepen terwijl de hypothecaire lasten doorliepen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat dit geen spoedeisend belang opleverde voor het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoekers waren niet de bewoners van de woning en de sluiting zou hen niet in een acute financiële noodsituatie brengen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekers de beslissing op hun bezwaar konden afwachten zonder dat zij onevenredig nadeel zouden ondervinden. Daarnaast werd vastgesteld dat het besluit van de burgemeester niet evident onrechtmatig was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de woningsluiting in stand bleef totdat op het bezwaar was beslist.