ECLI:NL:RBLIM:2022:4637

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
C/03/304102 / FA RK 22-1422
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en echtscheiding van een tijdelijk huwelijk volgens Iraans recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 15 juni 2022 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden van Iraanse nationaliteit, die op 31 mei 2015 te Shahr-e-Rey, Iran, zijn gehuwd. De rechtbank moest beoordelen of het huwelijk rechtsgeldig was volgens Iraans recht, aangezien het een tijdelijk huwelijk betrof, ook wel 'sigheh' genoemd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk geldig was tot 31 mei 2025, maar dat de man de resterende termijn van het huwelijk moest kwijtschelden om de echtscheiding te kunnen effectueren. De rechtbank heeft de relevante internationale privaatrechtelijke regels toegepast, waaronder het Haags Huwelijksverdrag van 14 maart 1978, en heeft geconcludeerd dat het huwelijk rechtsgeldig is in Nederland, omdat het niet in strijd is met de openbare orde.

De rechtbank heeft vervolgens het verzoek tot echtscheiding toegewezen, waarbij werd vastgesteld dat het huwelijk duurzaam was ontwricht. De rechtbank heeft ook het echtscheidingsconvenant, dat door partijen was opgesteld, als onderdeel van de beschikking opgenomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt de toepassing van zowel Iraans recht als Nederlands recht in de context van internationale huwelijkskwesties.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Familie en jeugd
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rekestnummer: C/03/304102 / FA RK 22-1422
Beschikking d.d. 15 juni 2022 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. Y.K. Kunze, gevestigd te Kerkrade,
en
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. Y.K. Kunze, gevestigd te Kerkrade.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van partijen, ingekomen op 13 april 2022;
- het F9-formulier van partijen, met bijlagen, waaronder een echtscheidingsconvenant,
ingekomen op 3 mei 2022.

2.De beoordeling

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op 31 mei 2015 te Shahr-e-Rey (ook Ray genaamd), Teheran, Iran.
2.2.
Partijen hebben de Iraanse nationaliteit.
2.3.
Gelet op het vorenstaande draagt deze zaak een internationaal karakter en dient de rechtbank de regels van het internationale privaatrecht toe te passen.
2.4.
Huwelijksdatum
2.4.1.
In de vertaling van het huwelijksboekje is opgenomen dat partijen met elkaar zijn gehuwd op 10-03-1394 Iraanse jaartelling. Dit is omgerekend naar de Gregoriaanse jaartelling, die in Nederland wordt gehanteerd, 31 mei 2015. Dit wordt ook zo vermeld op de eerste pagina van de vertaling. Op pagina 2, 3 en 4 vermeldt de vertaler echter de datum: “31 mei 2005”. De rechtbank gaat ervan uit dat de vertaler zich op die pagina’s vergist heeft, nu zij geconstateerd heeft dat “31 mei 2015” correspondeert met “10-03-1394” in de Iraanse jaartelling. De rechtbank zal in deze dan ook uitgaan van “31 mei 2015” als huwelijksdatum van partijen.
2.5.
Erkenning huwelijk
2.5.1.
De rechtbank overweegt het volgende.
Alvorens te kunnen beslissen op het verzoek tot echtscheiding, dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen of sprake is van een rechtsgeldig huwelijk naar Iraans recht.
2.5.2.
Het Haags Huwelijksverdrag van 14 maart 1978 bevat de regels van IPR om de vraag naar de erkenning van het in Iran voltrokken huwelijk te beoordelen en ook volgens welk recht die vraag moet worden beantwoord. Daarbij wordt mede gekeken naar de uitvoeringsregels van dit verdrag zoals neergelegd in de artikelen 10:27-34 Burgerlijk Wetboek (BW).
2.5.3.
Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. Die huwelijksverklaring dient aan te sluiten op de totstandkoming van een rechtsgeldig huwelijk volgens het recht van het land waar het huwelijk is gesloten.
2.5.4.
Partijen hebben hun originele Iraanse huwelijksboekje hebben overgelegd, alsmede een kopie van een beëdigde Nederlandse vertaling daarvan.
2.5.5.
In Iran wordt het tijdelijk huwelijk “sigheh” (of de Arabische naam: “nikah mut‘ah”) genoemd. Tijdelijke huwelijken zijn toegestaan ​​in de sjiitische islam. Het enige dat nodig is, is een mondelinge overeenkomst, die privé kan zijn, en waarbij de man en de vrouw zich aan elkaar ten huwelijk geven. Het huwelijk kan onmiddellijk worden voltrokken. Net als bij een permanent huwelijk wordt een bruidsschat gewoonlijk door de man aan zijn vrouw gegeven, maar het kan symbolisch zijn. Een tijdelijk huwelijk hoeft niet te worden geformaliseerd, maar het wordt wel aangeraden (hetzij door een geschreven huwelijkscontract of voor een islamitische rechtbank).
Het huwelijk eindigt vanzelf, zonder nietigverklaring, echtscheiding of overlijden, aan het einde van de tussen de man en de vrouw overeengekomen periode. Een echtscheiding kan enkel van toepassing kan zijn op een permanent huwelijk, en niet op een tijdelijk huwelijk. Bij een tijdelijk huwelijk is de vrouw vrij zodra de einddatum van het huwelijk is verstreken, of zodra de man haar de resterende termijn van het huwelijk heeft kwijtgescholden.
Naar Iraans recht komt een permanent huwelijk tot stand door een overeenkomst (aanbod en aanname) tussen man en vrouw. Het huwelijkscontract wordt gesloten door een overeenstemmende wilsverklaring van de man en de vrouw, dan wel door degenen die wettelijk het recht hebben om te trouwen. Elk huwelijk dient plaats te vinden en te worden geregistreerd in een van de notariskantoren die zijn ingesteld overeenkomstig de voorschriften van het Ministerie van Justitie. In beginsel dient een man minstens 20 jaar en een vrouw tenminste
18 jaar te zijn alvorens te mogen huwen. Volgens een decreet van 1931 betreffende § 2 van de Iraanse wet inzake de registratie van huwelijk en echtscheiding is de aanwezigheid van twee getuigen vereist voor de registratie van een huwelijk. Dit is echter alleen zodat dit bewijs later zijn doel als officieel document kan vervullen.
2.5.6.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit de vertaling van het huwelijksboekje blijkt dat partijen een tijdelijk huwelijk hebben gesloten, dat 10 jaar duurt. Het huwelijk is dan ook geldig tot 31 mei 2025. Nu partijen eerder dan deze datum het huwelijk willen beëindigen is het aan de man om de resterende termijn van het huwelijk kwijt te schelden. Echter, het is de rechtbank gebleken dat partijen hun tijdelijk huwelijk hebben laten opnemen in de registers van de burgerlijke stand in Nederland.
Uit de kopie van de vertaling van het huwelijkscontract blijkt dat het huwelijk is voltrokken door imam [naam imam] . Het huwelijk is voltrokken in het officiële huwelijkskantoor 25 te Shahr-e-Rey (ook Ray genaamd) te Iran. Partijen hebben als religie: “Islam, Sjiieten”. De man was ten tijde van de huwelijksvoltrekking 33 jaar en de vrouw 34 jaar. Naast de man en de vrouw waren twee getuigen bij de huwelijksvoltrekking aanwezig. Er is een bruidsschat vastgesteld van één hele Bahar Azadi gouden munt.
De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat aangenomen dient te worden dat tussen de man en de vrouw naar Iraans recht een rechtsgeldig (tijdelijk) huwelijk is gesloten.
Dat huwelijk komt op grond van het bepaalde in artikel 10:31 lid 1 BW voor erkenning in Nederland in aanmerking tenzij deze erkenning onverenigbaar is met de openbare orde van Nederland. Van dit laatste is niet gebleken. De rechtbank acht dan ook dat het huwelijk tussen partijen rechtsgeldig is in Nederland.
2.6.
Scheiding
2.6.1.
Partijen hebben verzocht de echtscheiding tussen hen uit te spreken. Zij hebben gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
2.6.2.
Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van ten minste één van partijen zich in Nederland bevond, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
2.6.3.
Op grond van artikel 10:56 BW is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
2.6.4.
Het verzoek tot echtscheiding zal, als op de wet gegrond, worden toegewezen.
2.7.
Echtscheidingsconvenant
2.7.1.
Partijen hebben onderling een regeling getroffen die is vermeld in het aan deze beschikking gehechte echtscheidingsconvenant.
2.7.2.
Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, heeft hij tevens rechtsmacht met betrekking tot het verzoek het echtscheidingsconvenant deel uit te laten maken van deze beschikking.
2.7.3.
De rechtbank zal op dit verzoek Nederlands recht als haar interne recht toepassen.
2.7.4.
De rechtbank zal, conform het verzoek, bepalen dat het echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van deze beschikking.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te Shahr-e-Rey (ook Ray genaamd), Teheran, Iran op 31 mei 2015;
3.2.
bepaalt dat het aangehechte en door de griffier gewaarmerkte echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.M. van Uum, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 15 juni 2022.
VH
.