ECLI:NL:RBLIM:2022:4670

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/03/292818 / HA ZA 21-287
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake nakoming van echtscheidingsconvenant en verdeling van schulden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de nakoming van afspraken die zijn vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. De partijen, die op 24 juli 1998 zijn gehuwd en op 8 maart 2007 zijn gescheiden, hebben in het convenant afspraken gemaakt over de verdeling van hun goederen en schulden. De eiseres in conventie vordert dat de gedaagde in conventie wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, terwijl de gedaagde in reconventie verzoekt om een verdeling van de schuld bij ABN AMRO en om compensatie van de proceskosten. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 april 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in conventie de verkoop van de gezamenlijke woning heeft gefrustreerd, wat heeft geleid tot de beslissing om de proceskosten niet te compenseren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde in reconventie verantwoordelijk is voor de aflossing van de schuld bij ABN AMRO, zoals vastgelegd in het convenant. Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van de eiseres in conventie toegewezen en de gedaagde in reconventie in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/292818 / HA ZA 21-287
Vonnis van 15 juni 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.P.H. Sangers te Beek Lb,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. C.A.J.E. Habets te Sittard.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 8,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens inhoudende eis in reconventie met de producties 1 tot en met 19,
  • de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 9 en 10,
  • de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingediende producties 11 tot en met 14,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 20 april 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn op 24 juli 1998 gehuwd op huwelijke voorwaarden.
2.2.
De echtscheidingsbeschikking is op 8 maart 2007 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3.
Over de financiële afwikkeling van het huwelijk hebben partijen afspraken gemaakt, die zij in een echtscheidingsconvenant hebben opgenomen. Het echtscheidingsconvenant is door partijen op 17 oktober 2006 ondertekend. Hierin is, geciteerd voor zover thans van belang, als volgt bepaald (productie 3 bij dagvaarding):
Artikel 2 - Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap
2.1
Partijen zijn buiten gemeenschap van goederen onder huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd. Ze wensen echter over te gaan tot verdeling van hun goederen en zaken conform hetgeen in dit convenant geregeld is, zulks geheel los van hetgeen in de akte van de huwelijkse voorwaarden is geregeld. De verdeling en de daaruit voortvloeiende leveringen vinden plaats onder de opschortende voorwaarden van de ontbinding van het huwelijk door de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.
2.2
Als peildatum voor de omvang van de hiervoor genoemde gemeenschappelijke taken geldt de datum van ondertekening van dit convenant. Als peildatum voor de waardering van deze goederen geldt eveneens de datum van ondertekening van dit convenant.
(…)
Artikel 3 - Overige regelingen
3.1.
Partijen bezitten de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] . Deze woning zal niet worden toegedeeld aan de man of de vrouw, doch worden verkocht aan een derde voor een door beide partijen voldoende geachte koopsom. Thans wordt de woning via een makelaar te koop aangeboden voor een vraagprijs van € 258.000,00 kosten koper.
(…)
3.4
Tot de huwelijksgemeenschap van partijen behoren ook nog de volgende schulden:
- ABN Amro, rekeningnummer: [rekeningnummer 1] , met een negatief saldo per
7 augustus 2006 van € 25.170,38;
- ANWB VISA, rekeningnummer [rekeningnummer 2] , met een negatief saldo per 8 augustus 2006 van € 3.530,07;
- Wehkamp, rekeningnummer [rekeningnummer 3] , met een negatief saldo per 31 juli 2006 van € 2.248,63;
- Wehkamp, rekeningnummer [rekeningnummer 4] , met een negatief saldo per 31 juli 2006 van € 1.799,83.
3.5
Tot de huwelijksgemeenschap van partijen behoren ook nog de volgende verzekeringspolissen:
- Beleggingsverzekering Bouwfonds, nummer 47243, behorende bij de hypotheek met nummer 885469, met een saldo per ultimo 2005 van € 706,16;
- Levensverzekering bij Avero, onder polisnummer 406877 met een afkoopwaarde per 17 augustus 2006 van € 2.332,59;
- Lijfrenteverzekering bij Fortis ASR, onder polisnummer 5107242, met een indicatieve afkoopwaarde per 15 september 2006 van € 7.974,00. Bij afkoop van deze polis dient wel belasting te worden voldaan alsmede mogelijkerwijze een revisierente.
De voornoemde polissen zullen per ommegaande worden afgekocht. De afkoopwaarde zal in mindering strekken op de hiervoor in artikel 3.4 genoemde schulden en dan in eerste instantie ten behoeve van de schulden bij Wehkamp en Visa. Het dan resterende bedrag aan schuld hij Wehkamp of Visa zal via een lening bij de moeder van de vrouw worden afgelost om zo de lasten van partijen te verlagen.
De lening van de moeder van de vrouw zal worden ingelost zodra de eerste belastingteruggaves worden ontvangen, zoals onder 3.6 weergegeven.
Beide partijen hebben nog belastinggelden te ontvangen over de afgelopen jaren:
- Inkomstenbelasting en premie Volksverzekering 2003 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ad € 628,00;
- Inkomstenbelasting en premie Volksverzekering 2004 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ad € 3.313,00;
- Inkomstenbelasting en premie Volksverzekering 2003 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ad € 1.766,00;
- Inkomstenbelasting en premie Volksverzekering 2004 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ad € 1.825,00;
- Inkomstenbelasting en premie Volksverzekering 2005 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ad € 1.894,00.
De belastingteruggaves zullen in mindering strekken op de hiervoor in artikel 3.4
genoemde schulden.
3.7
Indien de polissen zijn afgekocht en de belastinggelden retour zijn ontvangen zal er nog een restantschuld blijven bij de ABN, welke restant leningsverplichtingen alleen voor rekening van de man zullen zijn. De man zal deze schuld zo spoedig mogelijk inlossen. De man vrijwaart de vrouw ter zake voor nakoming van de verplichtingen uit deze schuld.
3.8
Nadat de echtelijke woning zal zijn verkocht, zullen partijen in overleg treden om de restant verplichtingen van de man te berekenen ten aanzien van de hiervoor in artikelen 3.4 en 3.7. bedoelde lening bij de ABN. De man zal deze lening dan zo spoedig mogelijk binnen zijn financiële mogelijkheden, maar uiterlijk binnen drie jaren, aflossen: na aflossing van deze schuld zullen partijen in overleg treden over de door de man te betalen kinderalimentatie. De man zal verplicht zijn om op eerste verzoek van de vrouw volledige inzage te geven in zijn financiële positie teneinde de vrouw in staat te stellen om te bepalen of er ruimte is om enige alimentatie voor de kinderen van partijen te voldoen.
(…).”
2.4.
Daarnaast hebben partijen aanvullende afspraken vastgelegd in een bemiddelingsakkoord dat zij op 11 december 2015 hebben gesloten. Hierin staat, geciteerd voor zover thans van belang (productie 4 bij dagvaarding):
TITEL I./ VOORAFGAANDE TOELICHTING.
De Heer[gedaagde in conventie, eiser in reconventie]en Mevrouw[eiseres in conventie, verweerster in reconventie]hebben mij uiteengezet wat volgt:
A. Dat zij beiden de Nederlandse nationaliteit hebben;
B. Dat ze gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Kerkrade (Nederland) op 24 juli 1998.
C. Dat zij uit de echt gescheiden zijn, en dat die echtscheiding uitgesproken werd bij vonnis van de Rechtbank te Maastricht (Nederland), Sector Civiel, Unit Familie.
Deze echtscheiding werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Kerkrade (Nederland) op 8 maart 2007.
Dat deze echtscheiding werd uitgesproken op basis van de echtscheidingsconvenant tussen partijen ondertekend op 17 oktober 2006. Dat de overeenkomsten in deze echtscheidingsconvenant blijven gelden na heden, in zoverre er hierna niet wordt van afgeweken.
(…)
TITEL III. BIJZONDERE OVEREENKOMST BETREFFENDE HET ONROEREND GOED
De heer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verklaren overeenkomstig het Nederlands recht overeen te zijn gekomen het verder beschreven onroerend goed naar aanleiding van hun echtscheiding niet toe te bedelen aan een van hen beiden, maar te verkopen aan een derde voor een door beide partijen voldoende geachte koopsom(…)”
2.5.
In het proces-verbaal van 20 april staat, geciteerd voor zover hier van belang:
“14. Alle vorderingen in conventie worden, met uitzondering van de proceskosten, ingetrokken. De rechtbank zal zich bij vonnis hierover uitlaten.
15. De vorderingen in reconventie ten aanzien van de woning worden ingetrokken. De rechtbank dient zich met betrekking tot de vorderingen ten aanzien van de schuld bij de ABN en de proceskosten nog uit te laten. (…)
Mr. Habets:
Ik verwijs naar de conclusie van antwoord in reconventie. U mag het bedrag overnemen als door mr. Sangers berekend.
(…)”.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de rechtbank - na wijziging eis - bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure. Nu partijen reeds zestien jaar uit elkaar zijn en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen correct beeld geeft van de werkelijkheid is er geen reden voor compensatie van de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. De proceskosten dienen gecompenseerd te worden, gezien de relatie van partijen. Er is geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt anders helemaal het vel over de oren getrokken (proces-verbaal van 20 april 2022).
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert dat de rechtbank - na wijziging eis - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
i. verdeling schuld ABN
 vaststelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] conform het convenant draagplichtig is voor betaling van € 8.780,09 van de ABN schuld;
 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot betaling van de helft van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalde rente over de ABN schuld met ingang van oktober 2006 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ingangsdatum;
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vordering nakoming van het echtscheidingsconvenant ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is slechts gehouden tot aflossing van de schuld bij ABN AMRO tot een bedrag ter hoogte van € 8.780,09. Artikel 3.7. van het convenant moet zo worden uitgelegd, dat het bedrag dat nog open staat door partijen ieder voor de helft moet worden gedragen. Verder vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling van de helft van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalde en nog te betalen rente over deze schuld, nu hij sinds oktober 2006 iedere maand de rente over het volledige openstaande bedrag betaalt. Dit is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meer dan partijen zijn overeengekomen in het convenant. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich op het standpunt gesteld dat het bedrag van € 8.780,09 niet juist is, en dat het bedrag als door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] berekend voor juist gehouden moet worden.
3.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer. Uit artikel 3.7. van het convenant volgt dat de restantschuld bij ABN AMRO alleen voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal zijn, deze schuld zo spoedig mogelijk door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt afgelost en hij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vrijwaart voor de nakoming van de verplichtingen uit deze schuld. Daaronder valt ook de rente die ABN AMRO over de openstaande schuld in rekening brengt.
Partijen zijn geenszins overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] slechts gehouden is tot aflossing van de schuld bij ABN AMRO tot een bedrag van € 8.780,09. De in het convenant genoemde bedragen konden nog wijzigen waardoor de hoogte van de restantschuld bij ABN AMRO op dat moment nog niet exact kon worden bepaald. Er resteert (verwijzend naar randnr 21. van de conclusie van antwoord in reconventie) ten minste een schuld van€ 12.283,16, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie

De proceskosten
4.1.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van de wederpartij (artikel 237 Rv). De rechtbank kan van dit uitganspunt afwijken wanneer het een geschil tussen (ex-)echtgenoten betreft. In de onderhavige zaak ziet de rechtbank echter geen aanleiding om van voormeld uitgangspunt af te wijken. De vorderingen in conventie zagen, vóór wijziging eis, op nakoming van de reeds gemaakte afspraken over de verkoop van de woning die gezamenlijk eigendom is van partijen en de alsnog te betalen alimentatie na verkoop van de woning. De afspraak de woning te verkopen is neergelegd in het convenant van 2007 (overweging 2.3.) èn in de aanvullende afspraken van 2015 (overweging 2.4.). Dat na de verkoop van de woning [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is tot betaling van de achterstallige alimentatie, is neergelegd in voornoemde aanvullende afspraken. De gehoudenheid tot verkoop en betaling wordt door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet betwist. Evenmin staat ter discussie dat het enkel en alleen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te wijten is dat de woning tot op heden niet is verkocht: hij frustreert al sinds de scheiding van partijen in 2007 en daarmee al 15 jaar - de verkoop. In het licht van die omstandigheden valt niet in te zien waarom de proceskosten gecompenseerd dienen te worden.
4.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal gelet op het vorenstaande in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 106,01
- griffierecht € 309,00
- salaris advocaat €
844,50(1,5 punten × tarief € 563,00)
Totaal € 1.259,51
In reconventie
Verdeling schuld ABN
4.3.
Hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij mede van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank is de tekst van het convenant (zie overweging 2.3.) duidelijk. Uitdrukkelijk wordt vermeld dat partijen in het convenant zijn overeengekomen dat mocht er een restschuld overblijven bij de ABN AMRO deze alleen voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal zijn (artikel 3.7), dat hij die schuld zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie jaar aflost (artikel 3.8). en dat hij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vrijwaart (artikel 3.9). Daargelaten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingevolge het bepaalde in het convenant de schuld al had dienen te voldoen, volgt uit de tekst van het convenant dat hij tevens heeft toegezegd [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te zullen vrijwaren. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] laat na te onderbouwen waarom en daarmee afwijkend van de taalkundige uitleg, partijen zijn overeengekomen dat de schuld (hoofdsom en de rente) door beiden, ieder voor de helft wordt gedragen. Dit had, zeker in het licht van de betwisting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wel van hem mogen worden verwacht. Daarmee blijft het zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een blote stellingname en gaat de rechtbank uit van de taalkundige uitleg. De vordering zal dan ook hierna worden afgewezen.
Proceskosten
4.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden tot op heden begroot op € 844,50
(1,5 punten × tarief € 563,00) aan salaris advocaat.
4.6.
De gevorderde nakosten worden toegewezen als opgenomen in het dictum.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in conventie in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 1.259,51,
5.2.
wijst het meer of anders gevorderde af,
5.3.
verklaart hetgeen onder rov. 5.1. is vermeld uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst het gevorderde af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 844,50,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken op
15 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: AP