Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 juli 2022.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H.C.K. Reijans, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen. Eiser had een bouwstop opgelegd gekregen voor het plaatsen van een woonwagen op zijn perceel, wat in strijd was met het geldende bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder de bouwstop mondeling had opgelegd en deze later schriftelijk heeft bevestigd, met een dwangsom van € 10.000,- bij overtreding. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en heeft ook een voorlopige voorziening aangevraagd, die door de voorzieningenrechter is afgewezen.
De rechtbank heeft in de procedure de invorderingsbeschikking van een verbeurde dwangsom van € 5.000,- meegenomen. Eiser heeft tegen deze invorderingsbeschikking bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de bevoegdheid tot invordering was verjaard, waardoor het beroep tegen de invorderingsbeschikking niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep tegen de bouwstop en de last onder dwangsom ongegrond verklaard, omdat eiser erkende dat hij zonder omgevingsvergunning de woonwagen had geplaatst, wat in strijd was met het bestemmingsplan. Eiser heeft zich beroepen op mensenrechten en gelijke behandeling, maar de rechtbank oordeelde dat deze gronden niet voldoende waren om de handhaving te weerleggen.
De rechtbank heeft de proceskosten van eiser toegewezen en bepaald dat het door hem betaalde griffierecht vergoed moet worden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 juli 2022 en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.