ECLI:NL:RBLIM:2022:5806

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
8691828 CV EXPL 20-3753
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voornemen benoeming deskundige en akte uitlating gedaagde partij over hoogte voorschot in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 27 juli 2022 een vonnis gewezen door kantonrechter G.M. Drenth. De zaak betreft een geschil tussen een eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.M.C. Linssen, en een gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. C.M.G. Tholen. De eiseres woont in [woonplaats 1] en de gedaagde partij is gevestigd in [woonplaats 2]. De procedure is voortgekomen uit een eerder tussenvonnis van 1 september 2021 en heeft geleid tot een mondelinge behandeling op 11 april 2022, waarbij de kantonrechter heeft besloten dat er een deskundige benoemd moet worden om de schade aan de garage van de eiseres te beoordelen.

Tijdens de zitting hebben beide partijen verklaard dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan. De gedaagde partij heeft een maximale hoogte van de kosten van de deskundige genoemd van € 970,52, terwijl de eiseres geen maximumbedrag heeft opgegeven. De deskundige, [naam deskundige] van Mercator Projectmanagement, heeft zich bereid verklaard om op te treden en heeft een begroting van € 4.170,27 gepresenteerd voor het beantwoorden van verschillende vragen over de schade en de oorzaken daarvan.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de hoogte van het voorschot. Indien de gedaagde partij niet akkoord gaat met de begroting, moet hij in samenspraak met de eiseres een andere deskundige voordragen. De kantonrechter heeft partijen aangespoord om in gesprek te gaan over een regeling, gezien de verhouding tussen het begrote voorschot en de hoogte van de vordering van de eiseres. De zaak is verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van de gedaagde partij, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 8691828 CV EXPL 20-3753
Vonnis van de kantonrechter van 27 juli 2022
in de zaak van
[eiseres] ,
wonend in [woonplaats 1] aan de [adres 1] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. A.M.C. Linssen
tegen
[gedaagde],handelend onder de naam
[handelsnaam] .,
wonend en zaakdoend in [woonplaats 2] aan de [adres 2] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. C.M.G. Tholen.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voor het eerdere procesverloop wordt verwezen naar het tussenvonnis van 1 september 2021.
1.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
 de rolbeslissing waarbij een mondelinge behandeling is gelast
 het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 april 2022, waarbij de kantonrechter de zaak heeft verwezen naar de rol van 18 mei 2022 voor akte aan de zijde van beide partijen waarin zij zich dienden uit te laten over de perso(o)nen en het aantal van de te benoemen deskundige(n), de aan de deskundige(n) te stellen vragen en de hoogte en draagplicht van het voorschot
 de akten uitlating inschakelen deskundige(n) van beide partijen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Naar aanleiding van hetgeen ter zitting door de kantonrechter is opgedragen, hebben beide partijen bij akte verklaard dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan, die alle omstreden gebreken zal beoordelen, zodat de rechtbank dienovereenkomstig zal beslissen.
2.2.
Ten aanzien van de voor partijen acceptabele maximale hoogte van de kosten van de deskundigen heeft [gedaagde] een bedrag genoemd van € 970,52. [eiseres] heeft geen maximumbedrag genoemd.
2.3.
De deskundige [naam deskundige] van Mercator Projectmanagement heeft zich bereid verklaard op te treden als deskundige in deze zaak en verklaard vrij te staan in dezen. De begroting van [naam deskundige] van € 4.170,27 ziet op de beantwoording van de volgende vragen:
1. Welke schade constateert u aan de garage van [eiseres] en wat is op basis van het bestuderen van alle beschikbare informatie (en eventueel aanvullend (grond- en/of destructief ) onderzoek) naar uw mening de oorzaak van deze schade?
2. Had deze schade voorkomen kunnen worden door het treffen van schadebeperkende maatregelen bij het uitvoeren van de werkzaamheden op het naburige perceel, mede in het kader van de voorbereiding? Zo ja, welke maatregelen?
3. Is er een causaal verband tussen schade en de werkzaamheden op het naburige perceel? Zo ja, is de schade uitsluitend aan (het voorbereiden en realiseren van) deze werkzaamheden toe te schrijven, of is de oorzaak van de schade mede toe te rekenen aan de situatie ter plekke (grondgesteldheid, waterstromen etc.)? Indien dat laatste het geval is, wat is dan volgens u de verhouding tussen die verschillende oorzaken van de schade.
4. Hoe dient de schade te worden hersteld en welke kosten gaan daarmee gepaard?
5. Geeft het onderzoek u aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen, zo ja welke?
2.4.
[naam deskundige] heeft zijn begroting is als volgt gespecificeerd:
2.5.
De begrote kosten zijn fors hoger dan het voorschot waarmee [gedaagde] zich akkoord heeft verklaard. De kantonrechter zal [gedaagde] derhalve in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de hoogte van het voorschot. Indien hij zich hierin niet kan vinden, draagt de kantonrechter hem op om (in samenspraak met [eiseres] ) een deskundige voor te dragen die de werkzaamheden kan uitvoeren voor een voor [gedaagde] (en [eiseres] ) acceptabel voorschot. Mocht dit niet lukken, dan zal de rechtbank alsnog ing. [naam deskundige] benoemen. Wel wil de kantonrechter partijen in dat geval nog dringend in overweging geven met elkaar in gesprek te gaan over een regeling. Dit gelet op de (wan-)verhouding tussen het begrote voorschotbedrag en de hoogte van de vordering van [eiseres] .

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
24 augustus 2022voor akte aan de zijde van [gedaagde] , waarin hij zich dient uit te laten over hetgeen de kantonrechter heeft overwogen onder r.o. 2.4.,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en is in het openbaar uitgesproken.
GD