Op 2 augustus 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine en het voorhanden hebben van 100 kilogram wijnsteenzuur. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de zittingen van 18 en 19 juli 2022, waarbij de verdachte en zijn advocaat, mr. F.A.G.M. Landerloo, aanwezig waren. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van diverse voorwerpen en chemicaliën ter voorbereiding van de productie van synthetische drugs, waaronder amfetamine.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten. Bij de beoordeling van het bewijs kwam naar voren dat de verdachte als parkbeheerder werkzaam was op een vakantiepark waar een laboratorium voor de productie van amfetamine was aangetroffen. Echter, er was geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de activiteiten in het lab. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de voorwerpen en chemicaliën voorhanden had gehad.
Daarnaast werd in de woning van de verdachte 100 kilogram wijnsteenzuur aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat er niet kon worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap had van het wijnsteenzuur en dat dit zich in zijn machtssfeer bevond. De aanwezigheid van andere personen in de woning op het moment van de ontdekking maakte het onduidelijk of de verdachte verantwoordelijk kon worden gehouden voor het wijnsteenzuur. Gezien deze omstandigheden sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten.