Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser] , wonend in [woonplaats] , (hierna: eiser)
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2022
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft eiser een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij een gerechtsdeurwaarderskantoor. Het verzoek betreft informatie over ambtshandelingen, specifiek over beslagleggingen en de akte van cessie tussen LAVG en AnderZorg. De gerechtsdeurwaarder heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de Wob niet van toepassing is omdat LAVG geen bestuursorgaan is en de gerechtsdeurwaarder niet als bestuursorgaan kan worden aangemerkt voor de akte van cessie. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder terecht heeft besloten dat de Wob niet van toepassing is op het verzoek van eiser. De rechtbank stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder alleen als bestuursorgaan kan worden beschouwd voor ambtshandelingen zoals het leggen van beslagen, maar niet voor de akte van cessie. De rechtbank concludeert dat het verzoek van eiser niet gaat over een bestuurlijke aangelegenheid, en dat de gerechtsdeurwaarder daarom niet verplicht was om de Wob toe te passen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en het bestreden besluit blijft in stand.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.J. Sprakel op 17 augustus 2022, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.