Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord met vordering in reconventie
- de brief van de rechtbank met de dagbepaling van de mondelinge behandeling
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de aanvullende producties 22 tot en met 24 van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
- de aanvullende producties L tot en met N van de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
- de mondelinge behandeling van 6 april 2022, waarbij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en hun gemachtigden aanwezig waren en waar beide gemachtigden in de eerste termijn het woord hebben gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen, die zijn overhandigd aan de wederpartij en de kantonrechter
- de spreekaantekeningen van mrs. Horsch en Rensen.
2.De feiten
10.2 Verhuurder en huurder komen het navolgende nader overeen:
(…)
De heer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en Mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn overeengekomen dat Mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot 01-12-2021 het alleenrecht heeft voor de aankoop van de [adres 2] (…) voor een bevroren koopprijs van € 205.000 KK. (…)
Mocht om welke reden dan ook de aankoop niet voor 01-12-2021 kunnen plaatsvinden dan is het de heer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weer toegestaan de jaarlijkse huurverhoging te mogen toepassen en de woning opnieuw in de verkoop aan te bieden bij Woonhuis Limburg.
Mocht de verkoop in de toekomst alsnog niet doorgaan dan dienen bij beëindiging van deze huurovereenkomst de wijzigingen in overleg met de verhuurder weer in originele staat te worden teruggebracht.
(…)
De huurder dient het gehuurde zelf te gebruiken overeenkomstig de aard en bestemming van het gehuurde[ktr: de combinatie wonen en werken]
.
Huisdieren zijn zonder schriftelijke toestemming niet toegestaan en dienen bij constateren van wanprestatie per ommegaand binnen 24 uren te worden verwijderd.
13.3Het is huurder niet toegestaan:
in of bij het gehuurde dieren te houden die overlast veroorzaken;”
(…)
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft al een aantal gebreken op eigen kosten laten herstellen, maar wil niet meer investeren in de reparatie van gebreken, voor het geval zij de woning niet koopt en dan alles kwijt is.
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist het bestaan van een deel van de gebreken en wil in eerste instantie de gebreken voor het overige niet herstellen, deels omdat die volgens hem zijn veroorzaakt door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dan wel voor haar rekening komen, deels vanwege de aanstaande verkoop die met verlies zal plaatsvinden, wat maakt dat iedere investering leidt tot nog meer verlies, en omdat zijn financiële situatie geen investeringen toelaat.
Geconstateerde problemen:
wordt in 1e instantie veroorzaakt door een slechte c.q. niet functionerende cv-installatie en is opgelost na vervanging van de thermostaat knoppen.
Loszittende en/ of gescheurde tegels ter plaatse van de douche;
Schimmelvorming door ontbrekende mechanische ventilatie;
Loslatende c.q. ontbrekende kitnaden;
Lekkende/ Defecte kranen;
Ontbrekende douchedeur;
Radiator met te weinig capaciteit;
Afgebroken overloop ligbad.
Betonrot balkon.
Vernieuwen meterkast.
Vernieuwen cv-ketel.
Vervangen 2 stuks radiators in woonkamer.
Drainage ter plaatse van de achtergevel.”
- vloer bovenverdieping
- herstel van schade in de zaak van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beneden.
Ja, de kapsalon in het souterrain is goed onderhouden, het woongedeelte is matig onderhouden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
mijbinnen veertien dagen vanaf hedente berichten of uw cliënt zich conformeert aan het bevindingenrapport en tot herstel zal overgaan.” (zie 2.9.) Het antwoord luidde (zie 2.10.) voor zover van belang:
- “
- “
- “
Uitgangspunt is de feitelijk gehuurde situatie of de bij ingang van de verhuring bedoelde bestemming van de diverse ruimten. In elk geval behoort de temperatuur te worden gehaald die is berekend ten tijde van de aanleg van de installatie.” en “
In het algemeen zal de Huurcommissie aansluiting zoeken bij de ontwerpeisen die golden ten tijde van de aanleg. Als minimale eis wordt echter aangehouden de rond 1960 geldende normering, ook als de installatie vóór 1960 reeds is aangelegd. Deze normering bedroeg voor het hoofdwoonvertrek 20°; de badruimte 22°; de
in de keldereen kapsalon te vestigen en tevens wist van de (toen nog) lekkageproblemen (inmiddels, sinds de aanleg van drainage, vochtproblemen) – maar een zodanige grondslag heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet aan haar vorderingen ten grondslag gelegd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal dus niet worden veroordeeld om de vochtproblemen in de kelder op te lossen.
substantieelis. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in de dagvaarding volstaan met een hele lijst gebreken en een verwijzing naar het Gebrekenboek van de Huurcommissie om een huurprijsvermindering van 40% te rechtvaardigen. Anders dan bij een procedure bij de Huurcommissie, waar de normering van gebreken en de hieraan verbonden percentages zijn voorgeschreven, moet de kantonrechter een evenredigheidstoets uitvoeren, die enkel mogelijk is indien een huurder aanvoert op welke wijze en in hoeverre zijn huurgenot is aangetast. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit nagelaten.
licht” tochten, maar dat aantasting van hout en een lichte tocht zorgt voor een substantieel verminderd woongenot vermag de kantonrechter zonder meer – en dat meerdere is er niet – niet in te zien. De gevolgen voor het woongenot kunnen dus niet worden beoordeeld, zodat ook niet beoordeeld kan worden of deze gevolgen substantieel zijn en wat een evenredige huurprijsvermindering zou zijn.
€ 996,00(2 punten x tarief € 498,-)
Ik heb eveneens in de overeenkomst vermeld dat u na 01-12-2021 wanneer de woning niet mocht zijn verkocht u weer de mogelijkheid heeft de woning opnieuw in de verkoop te nemen. Ik moet daar bij aangeven dat dit helaas geen wettelijke constructie is, daar u te maken heeft met huurbescherming.” En zelfs als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet op de hoogte was dan komt het voor zijn rekening en risico om niet volgens de regels te contracteren. Verder stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft gemotiveerd waarom zij veranderingen ongedaan zou moeten maken, terwijl de aanpassing met toestemming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is uitgevoerd. Ook betwist zij dat ze in verzuim verkeert.
de combinatie van wonen en werken” en nergens blijkt uit dat dit werken enkel zou zien op de kapsalon. De vordering zal worden afgewezen.
Daarenboven heeft Jan een vordering op Melanie vanwege niet betaalde huur ad € 1.400,00.” Pas in de spreekaantekeningen – en dus te laat, want door deze laattijdigheid kon [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen betalingsbewijzen meer indienen – stond een overzicht van € 1.300,- huurachterstand, maar die bleek dan weer niet te kloppen, want die was nog met pen aangepast, en toen zou moeten blijken dat het gaat om € 1.100,- aan huurachterstand. Waar op de originele versie er een huurachterstand was over april 2022, was die er volgens de correctie blijkbaar toch niet, evenals de huurschuld van maart 2022, terwijl in de alinea daarvoor staat dat in maart 2022 € 600,- zou zijn betaald. Hierbij komt dat een deel van de achterstand dus ziet op 2022, terwijl de eis in reconventie is genomen op 15 december 2021, dus die achterstand kan geen onderdeel hebben uitgemaakt van de in de eis geformuleerde achterstand van € 1.400,-. De korte versie van dit lange verhaal is dat het erop lijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf niet weet hoe het precies zit met de huurbetalingen. In die omstandigheid kan het [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , die op grond van artikel 150 Rv de bewijslast van de huurbetalingen draagt, niet worden kwalijk genomen dat zij zich in antwoord op de eis in reconventie niet heeft kunnen verweren door aan te tonen dat de huur wel is betaald, en door pas op de zitting te worden geconfronteerd met de maanden waar het om zou gaan, waar dus ook weer verwarring over bestond, is haar de mogelijkheid ontnomen dit bewijs alsnog in te brengen. De vordering zal daarom worden afgewezen, hoewel natuurlijk wel geldt dat, àls er inderdaad een achterstand bestaat, deze alsnog betaald moet worden.