Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 september 2021 met producties 1 tot en met 21,
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie met producties 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met producties 22 tot en
- het proces-verbaal van de op 17 juni 2022 gehouden mondelinge behandeling,
- de spreekaantekeningen van mr. Bremmers,
- de aantekeningen zitting van mr. Lejeune
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
voorlopigebetalingsregeling was. Uit de door partijen voorafgaand aan de getekende betalingsregeling gevoerde correspondentie blijkt niet dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft aangegeven dat zij het oneens was met de terugvordering of de redenen daarvoor. Ook blijkt niet dat zij een voorbehoud heeft gemaakt om terug te komen op die terugvordering en de betalingsregeling. In zijn e-mail van 25 september 2018 schrijft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] zelfs dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het zo snel mogelijk achter de rug wil hebben, dat ze hard haar best zal doen om dit zo snel mogelijk op te lossen en dat haar eigen ontwikkeling de reden is dat zij het volledige rapport wil ontvangen. Ook nadat de Gemeente Maastricht heeft meegedeeld dat zij de interviews in verband met de AVG niet kan verstrekken, heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen voorbehoud gemaakt of aangegeven dat zij op de terugvordering wilde terugkomen. Vervolgens heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] met de Gemeente Maastricht op 4 oktober 2018 telefonisch afspraken gemaakt over de terugvordering en op 17 oktober 2018 de betalingsregeling getekend. Die regeling is daarna ook uitgevoerd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft niet gesteld en ook is nergens uit gebleken dat zij op enig moment heeft aangegeven dat zij het niet eens was met de terugvordering van de Gemeente Maastricht. Laat staan dat zij hier redenen voor. Dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ten tijde van het sluiten van de regeling het geschil wilde beëindiging, vindt voorts steun in hetgeen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht: zij wist ten tijde van het overeenkomen van de regeling niet dat het mogelijk was om tegen de rapportage bezwaar te gaan. De rechtbank begrijpt daaruit dat het daarmee ten tijde van het sluiten van de regeling (ook) voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het geschil beëindigd was en dat beëindiging van het geschil niet gekoppeld was aan een voorwaarde, als bijvoorbeeld de (inhoud van) rapportage.
€ 2.228,--(2 punten × tarief € 1.114).