Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juli 2021 met de producties 1 t/m 6,
- de conclusie van antwoord met de producties 1 t/m 5,
- het procesdossier hoger beroep, bestaande uit producties 1 t/m 7 van [eiser] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 april 2022,
- de pleitnotitie van [gedaagden] ,
- de e-mail van [eiser] van 28 april 2022,
- de e-mail van [gedaagden] van 28 april 2022,
- de brief van deze rechtbank van 10 mei 2022 aan partijen.
2.De feiten
dat de schuldenaar nu of in de toekomstnietsvan u te vorderen heeft op grond van een nu bestaande overeenkomst of andere verplichting (…)”
3.Het geschil
- dat [naam vader gedaagde 1] niets van [gedaagden] te vorderen heeft,
- wat, wanneer het door [naam vader gedaagde 1] verkregen bedrag van € 25.000,00 niet is aangewend voor het betalen van de belastingschulden, er met het geld is gebeurd en zich te verantwoorden waarom de afspraak met erflaatster is geschonden.
4.De beoordeling
Het wettelijk kader van de verklaringsprocedure
geleend, zoals [eiser] stelt. Zijdens [gedaagden] blijft het bij een blote ontkenning. Zo betwisten zij dat het bedrag van € 25.000,00 volledig ten behoeve van actuele belastingaanslagen van [gedaagden] is benut en voeren zij aan dat niet meer na te gaan is hoe de aanslagen - die nota bene uit 2015 zijn - zijn betaald. Daarmee laten [gedaagden] na het verweer ‘er is geen lening’ voldoende te concretiseren en van een feitelijke onderbouwing te voorzien.
hunbelastingaanslagen. Welke intentie bestond tussen [naam vader gedaagde 1] en [gedaagden] toen [gedaagde sub 1] geldleningsovereenkomst II ondertekende? Hebben zij toen gesproken over een lening of wellicht over een schenking? Hebben zij, terwijl in geldleningsovereenkomst II staat dat dit geld zou worden aangewend voor hun belastingaanslagen, naderhand hier niet meer naar geïnformeerd toen - zoals zij aanvoeren - dit bedrag niet is aangewend voor betaling van die belastingaanslagen? En als het geld niet is aangewend ten behoeve van [gedaagden] , door wie zijn deze aanslagen dan betaald? Deze vragen zijn - ook tijdens de mondelinge behandeling - onbeantwoord gebleven.
het momentvan beslaglegging sprake is van een vordering van [gedaagden] op [naam vader gedaagde 1] die voor verrekening in aanmerking komen.
1.126,00(2 punten × tarief II € 563,00)