Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9,
- de door [gedaagde] overgelegde producties 1 tot en met 3,
- de mondelinge behandeling op 21 juli 2022, met de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
’s-Hertogenbosch (hierna: het hof) heeft de incidentele vordering bij arrest van 3 mei 2022 afgewezen (productie 7 dagvaarding). De hoofdzaak is nog bij het hof aanhangig.
3.Het geschil
toevoeging voorzieningenrechter: lees [gedaagde]) benodigd voor de verkoop van de woning, de koopovereenkomst en juridische levering (transportakte) van de eigendom van de bedoelde onroerende zaak aan de kandidaat-koper;
4.De beoordeling
Het spoedeisend belang
Daaraan doet niet af dat [gedaagde] nog steeds de woning volledig op zijn naam wil nemen en die wens tijdens de mondelinge behandeling in de onderhavige zaak opnieuw heeft uitgesproken. [gedaagde] is daarop in staat gesteld om hierover alsnog met [eiseres] tot overeenstemming te komen. Kennelijk is dit niet gelukt.
[gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling niet aannemelijk gemaakt dat hij thans daadwerkelijk in staat is om de woning volledig op zijn naam te nemen, en wel op een zodanige wijze dat [eiseres] kan worden ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de huidige hypotheekschuld in verband met de woning.
In verband met de belangen van de dochter van partijen, [minderjarige] , is van belang dat [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat [minderjarige] weer bij haar terecht kan, zodat zij ingeval van een spoedige verkoop en levering van de woning niet dakloos zal worden.