ECLI:NL:RBLIM:2022:8137
Rechtbank Limburg
- Beslissing RC
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontruiming op basis van artikel 551a Wetboek van Strafvordering
Op 27 september 2022 heeft de rechter-commissaris in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een verzoek tot ontruiming afgewezen. De officier van justitie had op 23 september 2022 een schriftelijke vordering ingediend om een machtiging te verlenen voor het verwijderen van personen en goederen van een perceel dat in gebruik was door de verdachten. De vordering was gebaseerd op artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering en betrof een voormalige pluimveehouderij met een woning en bijgebouwen.
De verdachten, die zonder rechtsgeldige titel op het perceel verbleven, werden gehoord door de rechter-commissaris. Hun raadsman, mr. Zeegers, voerde verweer tegen de vordering. De rechter-commissaris oordeelde dat er onvoldoende onderzoek was gedaan door het Openbaar Ministerie naar de omstandigheden van de verdachten en de situatie op het perceel. Er waren belangrijke vragen onbeantwoord gebleven, zoals de duur van het leegstaan van de woning en de plannen van de eigenaar met het perceel.
De rechter-commissaris benadrukte het belang van een zorgvuldige belangenafweging, vooral gezien het huisrecht van de verdachten en de mogelijke ernstige gevolgen van ontruiming. Aangezien het Openbaar Ministerie niet had aangetoond dat het voldoende onderzoek had gedaan naar de claims van de verzoeker, kon de rechter-commissaris geen deugdelijke belangenafweging maken. Dit leidde tot de afwijzing van de vordering tot ontruiming.