3.1.Eiseres heeft op de mondelinge behandeling van 8 februari 2022 haar eis verminderd en bij akte na die mondelinge behandeling haar eis vermeerderd en gewijzigd. Eiseres vordert dat de rechtbank, bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat gedaagde onrechtmatig jegens eiseres handelde en handelt door het betreffende stuk grond, gelegen langs de erfgrens tussen de percelen van eiseres en gedaagde, wederrechtelijk in bezit te hebben genomen, althans in bezit te houden en gedaagde te veroordelen, bij wijze van schadevergoeding, om medewerking te verlenen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, de wederrechtelijk in bezit genomen stook grond, althans in bezit gehouden strook grond, leeg en ontruimd in eigendom over te dragen aan eiseres, zulks op straffe van een dwangsom van €250,00 per dag voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft, een dagdeel daaronder begrepen om medewerking te verlenen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis;
eiseres vervangende toestemming verleent om, indien gedaagde met de nakoming van bovengenoemde veroordeling in gebreke mogen blijven, over te gaan tot overdracht en levering van het bedoelde stuk grond aan eiseres, zulks op kosten van gedaagde alsmede te bepalen dat zo nodig het in deze te wijzen vonnis in plaats treedt van de akte van levering, dan wel een vertegenwoordiger aanwijst die de leveringshandeling van gedaagde zal verrichten;
voor recht verklaart dat gedaagde aansprakelijk is voor de herstelkosten van de haag coniferen, de rododendrons en de afrastering over de gehele lengte van de erfgrens tussen gedaagde en eiseres;
gedaagde veroordeelt tot betaling aan eiseres van de door eiseres in deze geleden schade nader op te maken bij staat;
gedaagde veroordeelt tot verwijdering, alsmede het verwijdert houden, van de muur op de erfgrens met eiseres, binnen twee weken na betekening aan hem van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van €100,00 per dag of dagdeel dat gedaagde daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van €15.000,00;
gedaagde veroordeelt in de kosten van dit geding met inbegrip van de nakosten zoals genoemd in artikel 237 lid 4 Rv, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat gedaagde in verzuim is deze kosten te voldoen.
3.1.1.Eiseres stelt ter onderbouwing van het gevorderde dat zij, op grond van bevrijdende verjaring (randnr. 16 dagvaarding), eigenaar is geworden van een strook grond van gedaagde, welke grond zij ruim 20 jaar geleden bij haar tuin heeft betrokken door het plaatsen van de afrastering. Eiseres heeft in de dagvaarding gesteld dat de afrastering stond op de plaats waar gedaagde een muur heeft neergezet. Bij de descente heeft eiseres verklaard dat haar toenmalige echtgenoot de afrastering heeft geplaatst waar nu de schutting staat om te voorkomen dat haar kleine hond kon weglopen. De afrastering was toen niet te zien omdat aan beide zijden bomen stonden. Bij de comparitie heeft eiseres verklaard dat dit in overleg met haar toenmalige buurvrouw mevrouw [naam buurvrouw] is gebeurd. Bij akte vermeerdering van eis van 8 maart 2022 stelt eiseres dat de afrastering niet in haar eigen tuin, maar op het perceel [kadasternummer 1] van de rechtsvoorgangster van gedaagde is geplaatst. Daardoor is een strook grond van dat perceel [kadasternummer 1] bij het perceel [kadasternummer 2] van eiseres betrokken. Deze strook grond is gelegen naast de kadastrale erfgrens, daar waar de kadastrale percelen van eiseres en gedaagde ( [kadasternummer 2] en [kadasternummer 1] ) aan elkaar grenzen aan de tuinzijde over een lengte van 23 meter, aldus eiseres bij vermeerdering van eis. Eiseres stelt dat zij de strook grond vervolgens is gaan onderhouden, dan wel heeft laten onderhouden, en dat zij en mevrouw [naam buurvrouw] , in onderling goed overleg, de bomenrijen / begroeiing bij de erfgrens hebben laten groeien. Eiseres stelt dat gedaagde onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, doordat hij de afrastering heeft verwijderd en de strook grond weer bij zijn perceel heeft betrokken, de beplanting erop heeft verwijderd en de fundering van de betonnen schutting gedeeltelijk op die strook grond, die door bevrijdende verjaring eigendom is geworden van eiseres, heeft gerealiseerd. Door de verwijdering van de beplanting en de daardoor ontstane inkijk op het perceel van eiseres, is bovendien de privacy van eiseres geschonden.