3.1.[eisers] vorderen - na wijziging eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- voor recht verklaart dat tussen [eisers] en de Gemeente op 12 september 2017, althans op enige datum een koopovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij de Gemeente van [eisers] heeft gekocht het kantoorpand voor een koopprijs van
€ 2.600.000,00,
- de Gemeente veroordeelt tot nakoming van de op 12 september 2017, althans op enige datum tussen [eisers] en de Gemeente tot stand gekomen koopovereenkomst voor het kantoorpand [naam kantoorpand 1] gelegen aan de [adres] [vestigingsplaats 2] voor een koopprijs van € 2.600.000,00 en tot betaling van de (lopende) huurverplichtingen tot de datum van het notarieel transport:
- de Gemeente veroordeelt om binnen 14 dagen na dit vonnis aan [eisers] te voldoen, tegelijk met het notarieel transport de koopprijs van € 2.600.000,00 en de huur tot de datum van het notarieel transport;
- de Gemeente veroordeelt binnen 14 dagen na dit vonnis mee te werken aan het notarieel transport door [eisers] aan de Gemeente van het kantoorpand, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor elke dag dat de Gemeente in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, waarbij de dwangsommen worden gemaximeerd op € 2.700.000,00;
- de Gemeente veroordeelt tot nakoming gelet op het jegens [eisers] gewekte vertrouwen, van haar verplichtingen door te onderhandelen over de koopovereenkomst tot aankoop door de Gemeente van het kantoorpand, waarbij vaststaat de koopprijs ter grootte van € 2.600.000,00 van het door [eisers] in eigendom te verwerven kantoorpand en een schadevergoeding gelijk aan de overeengekomen huurtermijnen zoals vermeld in de nadere huurovereenkomst (allonge: productie 14 bij conclusie van antwoord) voor zover de onderhandelingen de contractueel overeengekomen einddatum van huurovereenkomst overschrijden, zoals hiervoor omschreven, zulks op straffe van een dwangsom groot € 10.000,00 per dag, ingaande vanaf de dag van betekening van dit vonnis, tot aan de dag der algehele voldoening, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen groot € 2.700.000,00;
- de Gemeente veroordeelt tot betaling van de door [eisers] geleden schade als gevolg van de in het lichaam van de dagvaarding omschreven handelswijze door de Gemeente op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Primair, subsidiair en meer subsidiair: proceskosten:
- de Gemeente veroordeelt in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eisers] gevallen, de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, deze kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening en in de nakosten overeenkomstig het liquidatietarief van rechtbank en hoven, waaronder de kosten van betekening aan de Gemeente en ook de nakosten en kosten van betekening te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.1.[eisers] stellen zich primair op het standpunt dat met het besluit van
12 september 2017 de Gemeente heeft ingestemd met de aankoop van het kantoorpand zonder het voorbehoud dat ook de gemeenteraad met de koop van het kantoorpand diende in te stemmen. [eisers] hebben een formeel aanbod gedaan op 26 juli 2017 en dit bod is geaccepteerd, middels het door de Gemeente genomen besluit op 12 september 2017.
In dit besluit van 12 september 2017 staat enkel dat de raad geïnformeerd dient te worden. In de e-mail van [naam ambtenaar] staat dat de Gemeente conform het voorstel heeft besloten. Daarmee is dan ook ingestemd met de door [eisers] aangeboden koopprijs. Ook in deze e-mail wordt niet de voorwaarde gesteld dat de raad met de verkoop diende in te stemmen. Dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen met het besluit van het college, volgt eveneens uit de verklaringen van [eiser sub 3] en [naam 3] .
3.2.2.Subsidiair stellen [eisers] dat de Gemeente op grond van artikel 3:296 BW gehouden is tot voortzetting van de onderhandelingen op grond van de redelijkheid en billijkheid die de precontractuele fase beheersen. Het niet voorzetten van de onderhandelingen over uitwerking/details van de overeenkomst is onaanvaardbaar. [eisers] mochten erop vertrouwen dat er een koopovereenkomst met de Gemeente tot stand zou komen. Met het abrupt afbreken van die onderhandelingen heeft de Gemeente dit vertrouwen geschonden. In het besluit van de Gemeente van 12 september 2017 is (in ieder geval) een voorovereenkomst danwel een intentieovereenkomst gelegen, waar over en weer de verplichting uit voortvloeit dat tussen de Gemeente en [eisers] een conceptkoopovereenkomst tot stand zal komen. Er is een conceptovereenkomst op
28 februari 2018 aan partijen verstuurd, waarbij de koopprijs bepaald is op € 2.600.000,-. Dat deze conceptkoopovereenkomst pas in februari 2018 is opgemaakt, heeft te maken met het onderzoek naar de in het kantoorpand aanwezige ‘Bubble-Deck’ vloeren. Ten aanzien van de vloeren is afgesproken dat [eisers] de Gemeente de garantie geven dat zij eventuele schade ontstaan door de vloeren voor haar rekening nemen. Dat er uiteindelijk geen besluitvorming door de Gemeente heeft plaatsgevonden, heeft enkel te maken met de verkiezingen. Er was immers reeds overeenstemming over de koopprijs van € 2.600.000,- en een vrijwaring voor eventuele gebreken aan de Bubble-Deckvloeren.
Meer subsidiair stellen [eisers] dat door het plots afbreken van de onderhandelingen de Gemeente onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Het handelen van de Gemeente is in strijd met de redelijkheid en billijkheid van artikel 6:248 BW die de precontractuele fase beheersen. De Gemeente dient de schade die [eisers] daardoor hebben geleden te vergoeden.
3.3.1.De Gemeente voert verweer. Er is geen formeel bod gedaan door [eisers] De e-mail van 26 juli 2017 is door de Gemeente nooit ontvangen. Het voorgestelde bedrag van ruim € 2.950.000 is ook niet terug te vinden in het besluit van 12 september 2017. Daarbij is voorts van belang dat de Gemeente een andere uitleg geeft aan dit besluit. Met het besluit heeft het college ingestemd met kennisname van de prijsonderhandelingen en het in beeld brengen van de financiële consequenties in de voorjaarsnota 2018. Ook heeft zij ermee ingestemd dat de vervolgstap zal zijn dat de raad wordt geïnformeerd. Dat de raad een besluit dient te nemen en dat dit besproken is met [eisers] blijkt ook uit het
e-mailverkeer met [eisers] en de interne e-mail van 14 september 2017 van [naam ambtenaar] aan [naam 1] . Naast instemming van de raad, was er ook geen overeenstemming over de koopprijs en de leveringsdatum. [eisers] hebben sinds 24 januari 2018 de verkoopprijs en de leveringsdatum verschillende malen aangepast. Er is dan ook geen koopovereenkomst tot stand gekomen. Het besluit van 12 september 2017 kan hooguit worden aangemerkt als het begin van de onderhandelingen.
3.3.2.Ten aanzien van het subsidiair gevorderde voert de Gemeente aan dat het afbreken van de onderhandelingen niet onrechtmatig is. Er was ten tijde van het beëindigen van de onderhandelingen geen sprake van een gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen dan wel van andere omstandigheden op grond waarvan het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar zouden zijn. [eisers] wisten dat er een voorbehoud was inhoudende dat zowel het college als de raad diende in te stemmen met de koopovereenkomst, en zij hebben nooit enig bezwaar geuit tegen de besluitvormingsprocedure. Daarbij wisten [eisers] dat de Gemeente gebonden was aan een maximum prijs van € 2.550.000,- en dat deze prijs marktconform moest zijn. Er was geen overeenstemming over de prijs en ook niet over de leveringsdatum. Voor zover er al sprake was van een gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen, dan waren er sindsdien ook gewijzigde omstandigheden die rechtvaardigen dat het totstandkomingsvertrouwen is komen te vervallen. Mocht er al sprake zijn van een gerechtvaardigd vertrouwen, dan kan daar in ieder geval omstreeks oktober 2018 geen sprake meer van zijn geweest. Op het moment van het beëindigen van de onderhandelingen, waren de onderhandelingen namelijk met instemming van [eisers] gestaakt omwille van:
- het bekend worden met de BubbleDeck problematiek. Overeenstemming over deze problematiek is nooit bereikt.
- de heropening na 12 september 2017 van de onderhandelingen over de vraagprijs en overdrachtsdatum. Zo was de vraagprijs van [eisers] op 26 juli 2017 € 2.950.000,00, op 24 januari 2018 € 2.863.299,00, op 20 februari 2018 € 2.826,169,00 en op 11 maart 2018
€ 2.792.156,00.
- het gemeentelijk onderzoek naar interne (her)huisvestingsmogelijkheden.
Verder heeft de Gemeente tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat een dooronderhandelingsplicht geen zin heeft. De Gemeente heeft geen behoefte aan het pand en dooronderhandelen heeft gelet op de vele onduidelijkheden geen zin. Nu de onderhandelingen niet onrechtmatig zijn afgebroken, is er ook geen grondslag voor de vordering strekkende tot schadevergoeding.