In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. van Mierlo, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, vertegenwoordigd door mr. S.N.J. Kerkhoff. Eiser is eigenaar van een perceel in Bergen en heeft bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die hem is opgelegd wegens het plaatsen van een vergunningplichtig hekwerk dat het gebruik van een onverharde weg als openbare weg belemmert. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college bevoegd was tot handhaving en dat er sprake is van een overtreding van artikel 2:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De rechtbank oordeelt dat de doorsteek tussen twee openbare wegen als een openbare weg kan worden aangemerkt in de zin van de Wegenwet, en dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze weg toegankelijk is voor een onbepaalde publieksgroep. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn stelling dat de doorsteek geen openbare weg is te onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de bevoegdheid van het college om een last onder dwangsom op te leggen.