Wat vindt de rechtbank?
7
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 20 april 2021 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat hij dus vanaf die datum geen recht meer heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
8. Voor zover eiser in zijn beroepschrift verwijst naar dat wat hij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiser is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiser zal dus moeten aanvoeren waarom hij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop beoordeelt de rechtbank het beroep in het licht van de in beroep aangevoerde gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
9. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van (verzekerings)artsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. Hij heeft eiser op het spreekuur gezien en lichamelijk en psychisch onderzocht. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiser, namelijk zijn nek-, pols-, hand- en duimklachten, zijn astma en zijn psychische klachten, het dagverhaal, de diagnose en de prognose. Hij heeft beschreven dat eiser verminderd benutbare mogelijkheden heeft als rechtstreeks en objectiveerbaar gevolg van ziekte en/of gebrek en op grond daarvan beperkingen vastgesteld in de FML van 19 januari 2021.
11. De arts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport heroverwogen. Hij heeft het dossier met daarin de informatie van de behandelaars bestudeerd en kennisgenomen van eisers bezwaargronden. Tijdens de bezwaarprocedure werd een brief ontvangen van MET ggz van 16 maart 2021, die de arts bij zijn beoordeling heeft betrokken. Ook heeft hij eiser gezien en gesproken op de hoorzitting en heeft hij aldaar eisers psyche geobserveerd. De arts bezwaar en beroep kan zich grotendeels verenigen met de belastbaarheid zoals vastgesteld door de verzekeringsarts; in verband met in bezwaar naar voren gekomen nieuwe medische feiten, die ook al speelden ten tijde van de datum in geding (20 april 2021), is een extra beperking opgenomen ten aanzien van werktijden, waardoor een gewijzigde FML van 12 augustus 2021 is opgesteld door de arts bezwaar en beroep.
12. De arts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiser, de eigen bevindingen uit lichamelijk en psychisch onderzoek en die van de verzekeringsarts en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Er is geen reden om aan te nemen dat de arts bezwaar en beroep aspecten van de gezondheidstoestand van eiser heeft gemist. Dat eiser – zo hij stelt – zijn klachten tijdens de hoorzitting niet adequaat naar voren kon brengen leidt niet tot een ander oordeel, omdat de arts bezwaar en beroep ook gebruik heeft gemaakt van andere onderzoekshandelingen om de medische feiten vast te stellen en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn inschatting van de medische feiten onjuist is geweest. De door eiser in beroep ingebrachte informatie van MET ggz en van zijn huisarts leiden niet tot een ander oordeel. De arts bezwaar en beroep heeft hierover gerapporteerd dat uit de informatie van MET ggz geen nieuwe medische feiten volgen dan die reeds bekend waren uit de brief van 16 maart 2021, welke brief ook bij het medisch onderzoek is betrokken. De rechtbank begrijpt de arts bezwaar en beroep verder dat ook de brief van de huisarts van 19 oktober 2022 geen andere kijk geeft op eisers gezondheidstoestand per 20 april 2021. Eiser heeft in zijn brief van 11 januari 2023 nog gesteld dat in bezwaar is afgezien van een heroverweging door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank vindt dat dit niet maakt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is verricht. Zoals hiervoor reeds is overwogen is eiser gezien, gesproken en medisch onderzocht door een verzekeringsarts en deze heeft bij zijn medisch onderzoek alle beschikbare medische gegevens betrokken. De rechtbank leidt uit het dossier af dat het medisch onderzoek van de verzekeringsarts in bezwaar volledig is heroverwogen. Het enkele feit dat die heroverweging is verricht door een arts bezwaar en beroep en niet door een verzekeringsarts bezwaar en beroep maakt dat onderzoek niet onzorgvuldig. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de medische heroverweging in bezwaar is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Bovendien heeft eiser niet concreet gemaakt waarom het onderzoek door de arts bezwaar en beroep niet voldoet aan de gestelde zorgvuldigheidseisen, zoals die volgen uit de wet- en regelgeving en de jurisprudentie.
13. Gelet op de door de arts bezwaar en beroep verrichte onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De arts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
14. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses overige aandoeningen weke delen en nekpijn. De verzekeringsarts geeft op basis van de anamnese, bevindingen van onderzoek, dagverhaal en verdere gegevens uit het dossier aan dat eiser nu ongeveer in dezelfde situatie verkeert als bij het eerdere onderzoek in 2019. Na de operatie kan zijn duim weer worden gebogen. Eiser ervaart minder gevoel in zijn gehele linkerhand. Ook geeft hij aan dat hij pijnklachten in de nek heeft waardoor hij soms slecht slaapt. In de FML van 19 januari 2021 heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
15. De arts bezwaar en beroep heeft in het rapport uiteengezet op welke punt hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Een nieuw medisch feit is de hartproblematiek die ook rondom 20 april 2021 speelde. Gezien het negatieve effect van nachtdiensten op de hart- en vaatproblematiek wordt eiser vanuit preventief oogpunt beperkt geacht voor ’s nachts werken. De arts bezwaar en beroep geeft aan dat hij zich voor het overige kan verenigen met de aangegeven functionele beperkingen zoals vastgesteld door de verzekeringsarts. Hij ziet gezien de aard van de klachten en dagelijkse activiteiten van eiser geen reden om een urenbeperking aan te nemen. Conform de richtlijn duurbelastbaarheid in arbeid zijn er geen indicaties (energetisch, preventief, beschikbaarheid) die een urenbeperking rechtvaardigen.
16. Eiser voert aan dat het UWV ten onrechte geen (verdere) beperkingen heeft aangenomen ten gevolge van zijn psychische klachten voor functioneren op een werkplek waar hij wordt afgeleid door anderen, hanteren van emotionele problemen van anderen, eigen gevoelens uiten, hanteren van conflicten en samenwerken. De rechtbank volgt eiser hierin niet. De arts bezwaar en beroep geeft in zijn rapport aan dat bij eiser geen sprake is van een zodanige ernstige psychische stoornis, die tot verhoogde gevoeligheid voor problemen van anderen hanteren of tot disfunctioneren van eiser zelf leidt indien hij wordt geconfronteerd met emoties van anderen. Bij eiser doen zich lichte depressieve klachten voor. Dat sprake is van lichte psychische klachten volgt ook uit de ingezette behandeling met Seroquel en de gesprekken met de psycholoog, die slechts om de vier tot zes weken zijn. Eiser wordt ook niet beperkt geacht voor het uiten van eigen gevoelens, omdat op dit item alleen een beperking van toepassing is als iemand door zijn reactie anderen in verwarring brengt, omdat de reactie niet te plaatsen is, zoals bij het spreken van wartaal. Hier wordt niet bedoeld sneller dichtklappen of boos worden. Wel heeft eiser door de combinatie van aandoeningen een verhoogde psychische kwetsbaarheid, waardoor hij beperkt is voor werkzaamheden waarbij rechtstreeks contact met klanten vereist is of werkzaamheden waarbij direct contact met patiënten of hulpbehoevenden is vereist. Door dit op te nemen in de FML is voldoende geborgd dat eiser niet in contact komt met emoties van anderen in zijn werkzaamheden. Door het ontbreken van een ernstige psychische stoornis ziet de arts bezwaar en beroep geen reden om eiser forser beperkt te achten voor omgaan met conflicten en samenwerken. Dat eiser zich wederom onder behandeling heeft gesteld voor zijn psychische klachten en dat hij dergelijke behandelingen al jaren volgt, betekent niet dat de (verzekerings)artsen de aard en ernst van eisers psychische klachten hebben onderschat. Het UWV heeft toegelicht dat uit de in beroep overgelegde brieven dezelfde medische gegevens volgen als uit de brief van 16 maart 2021 van MET ggz. Volgens de arts bezwaar en beroep spreken MET ggz en de huisarts van PTSS met boosheid en verbale agitatie en een dysthyme (
de rechtbank begrijpt: dysthymie) (lichte depressieve klachten), wat niet afwijkt van de psychische klachten en beperkingen die daaruit voortvloeien die bekend waren tijdens de bezwaarprocedure. Uit de recente brieven van MET ggz met betrekking tot deze behandelingen volgt dus niet dat thans sprake is van een ander psychisch ziektebeeld dat tot verdergaande psychische beperkingen had moeten leiden.
17. In zijn brief van 11 januari 2023 stelt eiser dat de arts bezwaar en beroep de dysthyme stoornis erg bagatelliseert, maar deze conclusie heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Verder vindt eiser dat er sprake is van lange, sombere perioden afgewisseld door korte perioden waarin het beter gaat en dat de ernst van de beperkingen in het functioneren daardoor wisselend is. Volgens eiser houdt de arts bezwaar en beroep hier helemaal geen rekening mee, terwijl dit naar de mening van eiser betekent dat sprake is van sterk wisselende belastbaarheid, waarbij het de vraag is of van een werkgever verlangd kan worden iemand in dienst te nemen die sterk wisselend belastbaar is. De rechtbank kan eiser niet volgen in zijn stelling dat bij hem ten gevolge van zijn psychische klachten sprake is van excessief ziekteverzuim. De rechtbank baseert dit oordeel op het aanvullend rapport van de arts bezwaar en beroep van 21 februari 2023. De arts bezwaar en beroep overweegt hierin dat uitgaande van de diagnose persisterende depressieve stoornis de prognose en beloop niet van zodanige aard is dat dit leidt tot excessief ziekteverzuim. Bij eiser is in het verleden sprake geweest van een gering aantal depressieve episodes, waarbij het interval tussen de periodes groter is geworden. De arts bezwaar en beroep wijst in dit verband ook nog op de resultaten van een studie in de Verenigde Staten. In hetgeen eiser in zijn brief van 11 januari 2023 zonder nadere medische onderbouwing stelt en overigens in het dossier, ziet de rechtbank geen aanleiding de arts bezwaar en beroep niet te volgen in zijn standpunt dat niet gesproken kan worden van excessief ziekteverzuim.
18. Verder voert eiser aan dat hij ten gevolge van zijn lichamelijke klachten (meer) beperkt is voor reiken en frequent reiken, buigen en frequent buigen, duwen en trekken, tillen en dragen tijdens het werk, het maken van hoofdbewegingen, staan tijdens het werk en boven schouderhoogte actief zijn. Ook in deze stelling ziet de rechtbank geen grond om te oordelen dat de arts bezwaar en beroep eisers belastbaarheid onjuist heeft ingeschat. De arts bezwaar en beroep geeft in zijn rapport aan dat er geen medische reden aanwezig is om eiser in verband met zijn lichamelijke klachten meer beperkt te achten. Eiser ervaart nekpijn welke als facetpijn wordt beschouwd. Er zijn geen ossale afwijkingen in CWK of een hernia. Bij dergelijke afwijkingen betekent pijn niet op voorhand dat er schade ontstaat. Uit het beloop van de pijnklachten van eiser en de ingezette behandelingen kan gesteld worden dat de pijnklachten van eiser meer door inactiviteit in stand worden gehouden dan door de aard van de klachten zelf. Er ontstaat dan een gedragspatroon dat is gericht op het vermijden van activiteiten en gebeurtenissen die de pijn kunnen doen toenemen (bewegingsangst). Volgens de arts bezwaar en beroep is bij eiser sprake van een pijnsyndroom en zijn er geen somatische afwijkingen gebleken als oorzaak voor de pijnklachten. De arts bezwaar en beroep ziet dan ook geen reden meer en zwaardere beperkingen ten aanzien van dynamische handelingen en statische houdingen aan te nemen. De rechtbank kan dit volgen.
19. Ook is eiser van mening dat het verzekeringsgeneeskundig protocol Whiplash niet voldoende is betrokken in de beoordeling door de (verzekerings)artsen. Voorop staat dat verzekeringsgeneeskundige protocollen, zoals het Protocol Whiplash Associated Disorder, niet voorschrijft welke beperkingen moeten worden aangenomen. Uit vaste jurisprudentie volgt dat dergelijke protocollen slechts als hulpmiddel dienen voor de verzekeringsarts bij een medisch onderzoek.De vraag is echter welke klachten en belemmeringen eiser daar op 20 april 2021 (nog) van ondervond en in hoeverre deze medische geobjectiveerde klachten tot beperkingen voor arbeid moeten leiden. Uit het rapport van de verzekeringsarts volgt dat tijdens het lichamelijk onderzoek is gebleken dat eisers nek een normale stand heeft en dat er sprake is van actief beperkte beweeglijkheid. Radiculaire prikkeling en uitvalsverschijnselen zijn niet vastgesteld. De (verzekerings)artsen hebben deze nekpijn ook meegenomen in de beoordeling en hiervoor beperkingen aangenomen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de (verzekerings)artsen hierin niet te volgen. De arts bezwaar en beroep heeft hier nog aan toegevoegd dat ondanks dat bij eiser objectief vast te stellen afwijkingen in verband met whiplash ontbreken voldoende functionele beperkingen op mentaal en fysiek vlak zijn aangegeven. Dat de (verzekerings)artsen niet expliciet hebben verwezen naar het protocol of de in het protocol genoemde mogelijke beperkingen ten gevolge van whiplash niet één op één hebben overgenomen, kan niet tot het door eiser gewenste resultaat leiden. Dat voor eiser anderszins meer of forsere beperkingen hadden moeten gelden heeft eiser niet aannemelijk gemaakt.
20
.De rechtbank vindt gelet op voorgaande dat het UWV voldoende heeft uitgelegd waarom eisers beroepsgronden en de door hem in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen dan zijn weergegeven in de FML van 12 augustus 2021. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiser klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiser zijn klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiser ervaren impact van zijn klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing om meer beperkingen aan te nemen voor de klachten die eiser ervaart op de 20 april 2021. Eiser moet op 20 april 2021 daarom in staat worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor hem vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 12 augustus 2021.
21. Eisers visie op de uitleg van het arrest Korosec binnen de bestuursrechtspraak geeft de rechtbank geen aanleiding om eisers verzoek om een onafhankelijke deskundige te benoemen te honoreren. Eisers stelling dat een bestuursrechter niet medisch geschoold is, is juist. Maar dat enkele feit wil niet zeggen dat de bestuursrechter in het geheel niet in staat is om te toetsen of uit het beroepschrift van betrokkene genoegzaam volgt dat het UWV bepaalde aspecten van de gezondheidstoestand heeft gemist, of een betrokkene tegenbewijs zou kunnen insturen en zo ja, of dat tegenbewijs tot twijfel kan leiden. Aangezien van dit alles in de zaak van eiser geen sprake is en de rechtbank – zoals hiervoor overwogen – geen reden heeft om te twijfelen aan de beoordeling door de arts bezwaar en beroep, wordt het verzoek om een deskundige te benoemen dan ook afgewezen.
De arbeidskundige beoordeling
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML van 12 augustus 2021 functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiser met zijn medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (265110) Assembleerder installatie, motoren, voertuigen;
- (111161) Medewerker kleding en textielreiniging;
- (267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
23. Eiser voert aan dat in de functies ‘265110 productiemedewerker’ en ‘111161 productiemedewerker afwerking’ sprake is van een zeer onrustige werkomgeving, omdat er veel mensen aanwezig zijn en er sprake is van geluidsoverlast. Ook moet eiser samenwerken in deze functies. Verder zijn er overschrijdingen in deze functies op de items trillingsbelasting, knijp- en grijpkracht, hand- en vingergebruik en fijne motoriek. Hierdoor vindt eiser deze functies niet geschikt. Ook is eiser van mening dat hij de functie ‘111161 productiemedewerker afwerking’ niet kan verrichten, omdat er sprake is van een hoog handelingstempo en een dwingend werktempo. Ook is in deze functie sprake van een veelvuldig hand- en vingergebruik, reiken, hoofdbewegingen en staan. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft volgens eiser onvoldoende gemotiveerd waarom eiser deze functies wel kan uitvoeren.
24. De aangevoerde stellingen wijken niet af van wat eiser eerder in bezwaar over deze functies naar voren heeft gebracht. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is in haar rapport van 17 augustus 2021 al ingegaan op deze gronden en zij heeft hierbij voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiser. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Uit het rapport van de arbeidsdeskundige van 16 februari 2021 volgt dat hij verschillende items met de verzekeringsarts heeft besproken en vervolgens heeft toegelicht waarom dit niet tot een overschrijding van de belastbaarheid van eiser leidt, achter welke toelichting de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zich heeft geschaard. De toelichtingen van de arbeidsdeskundigen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De stelling van eiser dat hij de functies gezien zijn klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gedeeltelijk gericht tegen de door de arts bezwaar en beroep vastgestelde FML van 12 augustus 2021, waarover de rechtbank hiervoor al heeft geoordeeld dat er geen reden is om daaraan te twijfelen. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiser in staat is de functies te vervullen.
25. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiser op 20 april 2021 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 77,12% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als steigerbouwer, zodat eiser voor de overige 22,88% arbeidsongeschikt is.