ECLI:NL:RBLIM:2023:2675

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
ROE 21/1757
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van WGA-vervolguitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 april 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WGA-vervolguitkering door het UWV. Eiseres ontving voorheen een WGA-vervolguitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Het UWV heeft haar uitkering beëindigd omdat zij op 25 februari 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen. Eiseres betwistte de juistheid van de medische beoordeling en stelde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar beperkingen en medische situatie. De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het bestreden besluit voldoende waren onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had besloten om de WGA-vervolguitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij op de relevante datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in haar verzoek om de uitkering te herzien.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROE 21/1757

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. W.H.A. Bos),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. L.M.C.M. Levels).

Inleiding

Het UWV heeft de WGA [1] -vervolguitkering van eiseres op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 23 juni 2021.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met verweerschriften.
Met stilzwijgende toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres ontving een WGA-vervolguitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%.
2. Eiseres heeft op 4 januari 2021 aan het UWV doorgegeven dat haar gezondheidssituatie is verslechterd. Naar aanleiding hiervan heeft het UWV een herbeoordeling gedaan van de arbeidsongeschiktheid van eiseres. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres op 25 februari 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om de WGA-vervolguitkering met ingang van 27 april 2021 te beëindigen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arts bezwaar en beroep (arts B&B) van 14 juni 2021. [2] De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 februari 2021.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 18 juni 2021
.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat de gronden van bezwaar als herhaald en ingelast dienen te gelden. Zij voert verder aan dat het bestreden besluit rust op een feitelijk onjuiste grondslag en onvoldoende is gemotiveerd. Ook voert zij aan dat het UWV onvoldoende (zorgvuldig) onderzoek heeft verricht en in ruimschoots onvoldoende mate rekening heeft gehouden met haar beperkingen en haar medische situatie onjuist beoordeeld heeft. Volgens eiseres had, gelet op haar dagverhaal en verzuimhistorie, nader onderzoek moeten plaatsvinden en een urenbeperking aangenomen moeten worden. Eiseres stelt dat het UWV tijdens de bezwaarprocedure niet alle relevante en recente medische informatie heeft opgevraagd bij de behandelend sector. Het bestreden besluit is ook daardoor onzorgvuldig tot stand gekomen. Eiseres vindt dat zij volledig arbeidsongeschikt is c.q. minder dan 65% van haar laatstverdiende loon kan verdienen. Er is volgens eiseres geen sprake van duurzaam benutbare mogelijkheden en daarom dient zij in aanmerking te komen voor een IVA-uitkering. Er is sprake van een medisch stabiele en zelfs verslechterde situatie en er is op lange termijn een geringe kans op herstel. Uit de verzuimhistorie van eiseres blijkt immers dat er een ruime geschiedenis van arbeidsongeschiktheid is geweest, waarbij er nimmer sprake is geweest van een verbetering van de medische situatie.
7. Eiseres voert verder aan dat in de geduide functies haar belastbaarheid overschreden wordt. Er is volgens haar onvoldoende rekening gehouden met haar dagverhaal, linkshandigheid en medicatiegebruik. Gelet op de aard van haar beperkingen, gecombineerd met haar linkshandigheid, kan zij feitelijk gezien geen werkzaamheden in een functie verrichten. Volgens eiseres heeft het UWV dit ten onrechte miskent.

Wat vindt de rechtbank

8. De vraag is of het UWV terecht heeft besloten om de WGA-vervolguitkering van eiseres te beëindigen omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
9. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft besloten om de WGA-vervolguitkering van eiseres te beëindigen omdat zij op 25 februari 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
10 Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in (de bijlagen bij) het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
11. Anders dan eiseres, is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De arts B&B heeft kennis genomen van het dossier, waaronder het rapport van de verzekeringsarts met daarin de bevindingen van het lichamelijke en psychische onderzoek, informatie van de behandelaars en het bezwaar van eiseres. De arts B&B heeft inzichtelijk gemotiveerd over voldoende informatie te beschikken om tot een zorgvuldig oordeel te kunnen komen.
12. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat de arts B&B nadere relevante en recente informatie had moeten opvragen. De rechtbank weegt daarbij mee dat uit het rapport van de arts B&B blijkt dat er recente medische informatie is betrokken bij de beoordeling, namelijk een brief van de orthopeed van 10 december 2020, informatie van de huisarts van 15 oktober 2020 (inclusief een brief van de radioloog van 15 november 2019) en een medicatielijst van 1 februari 2021. Eiseres heeft ook niet aangegeven welke informatie ontbreekt. De rechtbank volgt eiseres daarnaast niet in haar stelling dat er nader onderzoek had moeten plaatsvinden gelet op haar dagverhaal en verzuimhistorie. Het dagverhaal van eiseres is uitgevraagd tijdens het spreekuurcontact met de verzekeringsarts en de verzekeringsarts en de arts B&B hebben beiden dossierstudie verricht. In het rapport van de verzekeringsarts is de voorgeschiedenis van eiseres opgenomen waaruit blijkt dat eiseres al geruime tijd klachten ervaart en dat er meerdere beoordelingen zijn geweest in het kader van de Wet WIA. Eiseres heeft verder niet onderbouwd op basis van welke aspecten van haar dagverhaal en verzuimhistorie nader onderzoek geboden was en waar dat onderzoek uit zou moeten bestaan. De rechtbank vindt dan ook dat de arts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de arts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
13. De rechtbank is verder van oordeel dat de arts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in het rapport van 14 juni 2021 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De arts B&B heeft inzichtelijk toegelicht dat geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, vijfde lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheids-wetten. Er is namelijk geen sprake van een opname in een ziekenhuis of instelling, bedlegerigheid of ADL-afhankelijkheid. Ook is geen sprake van sterk wisselende mogelijkheden in de belastbaarheid of dat de belastbaarheid op korte termijn zal afnemen. De verzekeringsarts heeft dan ook terecht een FML opgesteld.
14. De rechtbank vindt dat de arts B&B voldoende heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet de door de verzekeringsarts opgestelde FML, waarin beperkingen zijn aangenomen voor fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen aan te passen. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat het UWV onvoldoende rekening heeft gehouden met haar linkshandigheid en medicatie. In het aanvullend verweerschrift heeft het UWV voldoende gemotiveerd dat in de FML met de linkshandigheid van eiseres rekening is gehouden, namelijk in item 4.1 van de FML. Ook heeft het UWV navolgbaar toegelicht dat uit het rapport van de verzekeringsarts blijkt dat het medicatiegebruik bekend was en ook is meegewogen. Voor wat betreft de IVA-claim merkt de rechtbank op dat de arts B&B in zijn rapport van 14 juni 2021 voldoende heeft gemotiveerd waarom geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden. Het UWV heeft zich in het aanvullend verweerschrift dan ook terecht op het standpunt gesteld dat de beoordeling en motivering van de duurzaamheid van de beperkingen om die reden niet aan de orde komt.
15. Omdat eiseres haar standpunten niet met medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de arts B&B die heeft vastgesteld. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de arts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
16. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 3 februari 2021 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als productiemedewerker, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en twee reservefuncties) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code: 315133) Administratief medewerker (document scannen);
- ( sbc-code: 111160) Textielproductenmaker;
- ( sbc-code: 315174) Telefonist (centrale).
Als reservefuncties zijn geselecteerd:
- ( sbc-code: 315131) Medewerker bibliotheek;
- ( sbc-code: 267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
17. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben in hun rapporten voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundigen hebben de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidsdeskundige B&B heeft daarbij in zijn rapport gemotiveerd dat met de beperkingen van eiseres aan haar linkerhand rekening is gehouden en dat haar belastbaarheid op dit punt in de geselecteerde functies niet wordt overschreden. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk.
18. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
19. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie geduide functies 69,01% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 30,99% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

20. Het UWV heeft terecht besloten om de WGA-vervolguitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij op 25 februari 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
21. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 21 april 2023 door mr. S.E.C. Debets, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 21 april 2023.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA = Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
2.De medische heroverweging is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts B&B.